ECLI:NL:RBNHO:2025:2914

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 maart 2025
Publicatiedatum
19 maart 2025
Zaaknummer
11192213 CV EXPL 24-4674
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging van de overeenkomst van opdracht

In deze zaak heeft eiser, een eenmanszaak die consultancydiensten verleent, een vordering ingesteld tegen Atlas Services Group Energy B.V. wegens onregelmatige opzegging van een overeenkomst van opdracht. Eiser stelt dat Atlas de overeenkomst voortijdig heeft beëindigd op basis van vermeend disfunctioneren, wat hij betwist. De rechtbank oordeelt dat Atlas niet heeft aangetoond dat er sprake was van disfunctioneren en wijst de vordering van eiser tot schadevergoeding toe. De reconventionele vordering van Atlas tot terugbetaling van uitbetaalde uren wordt afgewezen, omdat er geen sprake is van onverschuldigde betaling. De rechtbank concludeert dat Atlas de overeenkomst onregelmatig heeft opgezegd en dat eiser recht heeft op schadevergoeding voor de periode dat hij beschikbaar was voor de werkzaamheden, alsook op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten worden eveneens toegewezen aan eiser.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 11192213 CV EXPL 24-4674
Vonnis van 19 maart 2025
in de zaak van
[eiser], tevens handelend onder de naam
[bedrijf 1]
gevestigd te [plaats]
eiser in conventie
gedaagde in reconventie
hierna: [eiser]
gemachtigde: mr. C.A. van Houwelingen
tegen
ATLAS SERVICES GROUP ENERGY B.V.
gevestigd te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde in conventie
gedaagde in reconventie
hierna te noemen: Atlas
gemachtigde: mr. J.C.M. Duijn en mr. R.J. Delissen

1.De zaak in het kort

Partijen hebben een overeenkomst van opdracht gesloten, waarin eiser in conventie zich kort gezegd heeft verplicht tot het uitvoeren van consultancywerkzaamheden voor gedaagde in conventie. Laatstgenoemde heeft de overeenkomst voortijdig opgezegd op grond van beweerdelijk disfunctioneren van [eiser] in de uitoefening van zijn werkzaamheden. [eiser] bestrijdt dat van enig disfunctioneren sprake is geweest en eist een schadevergoeding vanwege de onregelmatige opzegging van de overeenkomst. De rechtbank wijst deze vordering toe omdat inderdaad niet kan worden vastgesteld dat er sprake is geweest van disfunctioneren. De reconventionele vordering tot terugbetaling van uitbetaalde uren wordt ook afgewezen. Er is geen sprake van onverschuldigde betaling, omdat de betaling niet zonder rechtsgrond heeft plaatsgevonden. Voor matiging van de betaalde geldsommen is geen plaats, omdat de betwisting van de gewerkte uren ongeloofwaardig en onvoldoende onderbouwd is.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 25 september 2024,
- de akte aanvullende producties van Atlas, waarmee de producties 18 tot en met 20 in het geding zijn gebracht,
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- de mondelinge behandeling van 18 december 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de spreekaantekeningen van de zijde van Atlas.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
[eiser] verricht in de vorm van een eenmanszaak consultancydiensten aan ondernemingen.
3.2.
Atlas is een onderneming die is gespecialiseerd in wervings- en HR-diensten in met name de maritieme sector.
3.3.
Tussen partijen is op 17 november 2023 een overeenkomst van opdracht (hierna: de overeenkomst) tot stand gekomen. [eiser] heeft zich daarbij kort gezegd verplicht tot het uitvoeren van in de overeenkomst omschreven werkzaamheden ten behoeve van Atlas, tegen een uurtarief van € 86,00 (€ 85,00 fee + € 1,00 verzekeringen) exclusief BTW. De werkzaamheden werden uitgevoerd bij een klant van Atlas, NKT HVC B.V. (NKT). NKT is de Nederlandse tak van NKT HV Cables Holding AB, een ontwikkelaar en leverancier van kabels en kabelaccessoires aan de energiesector.
3.4.
In de overeenkomst is onder meer het volgende opgenomen:
“(..)Article 1 Commencement date and term
This agreement commences on 20 November 2023 for the duration of the project work. The project work and the duration thereof, the specific consultancy services and the location, are detailed further in the contract addendum that is part of this agreement (“Contract Addendum”). This agreement lasts until 19 May 2024 meaning that the agreement will at all times end by operation of law on 19 May 2024 without the observation of a notice period being required. (..)
Article 2 Activities and tasks
1.
The Consultant accepts the assignment and therefore accepts full responsibility for carrying out the agreed Consultancy Services correctly. (..)
6. If the Consultant expects at any time that the Consultant can’t, not properly can’t or not timely can’t fulfil the obligations in connection with an accepted assignment, the Consultant must inform the Company and the client thereof immediately. (..)
Article 3
Parties may cancel this agreement at any time in writing, with a notice period of one (1) month.
Notwithstanding the provisions of Article 3.1, the Company may terminate this agreement with immediate effect in the following cases:
(..)
  • Gross negligence, willful mismanagement or fraud on the part of the Consultant;(..)
  • in the case of a serious breach of non-fulfilment of the obligations under this agreement by the Consultant; (..)
3.
If any of the events referred to in Article 3.2 arises, the Company is not bound to pay the fees and expenses, as specified in Article 5 of this agreement, to the Consultant as of the date of termination of the agreement. (..)
Article 5 Consultancy fee and expenses
1.
The consultant will receive a fee from the Company for his services under this agreement, as provided for in the Contract Addendum to this agreement (the “Consultancy Fee”) (..)
4. The Consultancy Fee will be paid on the basis of an invoice to be drawn up by the Consultant on a monthly basis in respect of Consultancy Services provided in the previous month. The monthly invoice will be paid by the Company to the Consultant within 30 days after the invoice date subject to the conditions that the invoice meets the legal requirements (see attached instructions) and contains the timesheet approved by the client and that payment has been made by the client to the Company for the Consultancy Services to which the invoice relates. The Company in its turn will invoice the client on time and will take care of proper observance of due payments by the client, in line with the agreed terms of payment with the client.
5. If this agreement is annulled for breach of contract or expires or is terminated in accordance with the provisions of this agreement, the Consultancy Fee, as described in the previous sentence, will be calculated on a pro rate basis until the date of termination of the agreement. (..)”
3.5.
In het ‘addendum to Atlas consultancy modelagreement’ van 17 november 2023 is onder meer het volgende opgenomen:
“(..)Description of services: “Creating a new entity within the Dutch – Rotterdam office of NKT. The main focus will to be establish and manage the offshore mobility function based in the Netherlands, advising the global marine operations installing offshore solutions globally. With the set-up for the Dutch entity, all processes for local legislation concerning payroll, taxes, sick leave, case management etc. will be part of the work the consultant will need to set-up.”(..)”
3.6.
In een e-mail van 31 december 2023 schrijft [eiser] onder andere het volgende aan de heer [betrokkene 1] van Atlas:
“(..) Deze week hebben we contact gehad rondom de voortzetting/afbouwing van mijn opdracht. Tot op heden heb ik met veel plezier en een goed gevoel voor NKT en [betrokkene 2], en via Atlas Professionals gewerkt.
(..) Het plots opzeggen van mijn opdracht buiten de afgesproken opzegtermijn van 1 maand is iets waar ik niet mee akkoord kan gaan. Het eenzijdig verminderen van de inzetbare uren gaat in tegen de geest en validiteit van een opzegtermijn. Wat voor mij voorop staat is een goede afhandeling van de opdracht, en behoud van de goede relatie.
In het kort: (..)
  • In de opdrachtovereenkomst is een opzegtermijn van één maand opgenomen;
  • Per 28 december ben ik telefonisch geïnformeerd door mijn leidinggevende bij NKT, [betrokkene 2], om mijn vaste werkzaamheden per eind volgende week te stoppen.
  • Vanuit NKT is de intentie per 8 januari mijn inzetbaarheid bij NKT van 32 uur per week te verminderen naar niet meer dan 8 uur per week; dit betekent een significante vermindering van mijn wekelijkse aantal uren en komt niet overeen met de intentie bij aanvang van de werkzaamheden en kan ook redelijkerwijs niet worden verwacht van een interim professional op mijn werkniveau en aard van de werkzaamheden waarin ik opereer. Ziedaar ook de afgestemde 32 uur per week.
(..)
Ik stel het volgende voor waarbij ik bereid ben jullie tegemoet te komen:

We doen allebei water bij de wijn met het oog op een goede afronding en relatiebehoud. Mijn opdracht wordt op dit moment 3 weken (12) werkdagen te vroeg aangezegd; ik stel voor de helft van deze periode (6 werkdagen) nog inzetbaar te zijn t/m dinsdag 19 januari. In deze periode zal ik het personeelshandboek afronden zoals wenselijk vanuit NKT en eventuele andere taken oppakken. (..)”
3.7.
In een brief aan [eiser] van 4 januari 2024 schrijft [betrokkene 3] namens Atlas onder meer het volgende:
“(..) We are sorry to inform you that as of 04 January 2024, NKT will no longer need your services and the Consultancy Agreement with number LC0175169 is terminated. The assignment has officially been terminated by NKT and been send to us today (4 January 2024).
As you have been informed today by [betrokkene 2], the reason behind this is non-fulfilment of your obligation under the terms of the Consultancy Agreement resulting in unsatisfactory performance as covered in Article 3 (Cancelling the agreement) of the Consultancy Agreement.
As by Article 3 (Cancelling the agreement) of the Consultancy Agreement, from 20 November 2023 on, you won’t be eligible for any compensation or benefits associated with your position. (..)”
In de begeleidende e-mail bij deze brief schrijft [betrokkene 3] ook:
“(..) Hierdoor zal de opdracht, zoals vermeld in de brief, met onmiddellijke ingang worden beëindigd.
De daadwerkelijk gewerkte uren zullen hierdoor nog in rekening kunnen worden gebracht en zien wij die factuur (inclusief getekende Timesheet) graag tegemoet voor de afhandeling hiervan. (..)”
3.8.
Op 9 januari 2024 heeft [eiser] een factuur voor de maand december 2023 ter hoogte van € 13.416,48 inclusief btw ingediend bij NKT. Bij de factuur zit een ‘monthly timesheet’ gevoegd met zowel op de plek van de ‘Professional’ als de ‘Client Supervisor/Master Name’ de handtekening van [eiser], en op de plaats van de Client Supervisor/Master Name is de uitgetypte naam ‘[betrokkene 2]’ opgenomen. Op 11 januari 2024 heeft [eiser] vervolgens een factuur voor de maand januari 2024 ter hoogte van € 2.874,96 inclusief btw ingediend bij NKT. Ook bij deze factuur is een monthly timesheet gevoegd. Op de plek van de ‘Professional’ is de uitgetypte naam van [eiser] te lezen en op de plaats van de ‘Client Supervisor/Master Name’ staat de uitgetypte naam ‘[betrokkene 2]’. Deze timesheet is niet voorzien van handtekeningen.
3.9.
In de maanden januari tot en met maart 2024 hebben partijen nog diverse malen schriftelijk gecommuniceerd over de opzegging van de overeenkomst en de betaling van gevorderde bedragen. Partijen zijn niet gekomen tot een minnelijke oplossing van de gerezen geschilpunten.

4.Het geschil

in conventie
4.1.
[eiser] vordert dat Atlas bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, zal worden veroordeeld a) om aan [eiser] tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen de somma van € 12.290,65 vermeerderd met de handelsrente (ex art. 6:119a Burgerlijk Wetboek (BW)) over € 10.880,00 vanaf datum dagvaarding, alsmede de kosten rechtens en b) in de kosten van deze procedure, waaronder begrepen het salaris voor de gemachtigde van [eiser].
4.2.
[eiser] legt hieraan het volgende ten grondslag. Tijdens een online meeting op 28 december 2023 heeft de manager van NKT [eiser] meegedeeld dat zij de diensten van [eiser] tot slechts 4 januari 2024 zouden gebruiken omdat er per 1 februari 2024 een HR Business partner was geworven die de werkzaamheden van [eiser] op dat moment uitvoerde zou overnemen. Artikel 3.1 van de overeenkomst bepaalt echter dat de overeenkomst slechts mag worden opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van één maand. Daaraan is niet voldaan. Met het beroep van Atlas op
‘non fulfilment’tracht Atlas zich nu te onttrekken aan de contractuele verplichting om een opzegtermijn van één maand in acht te nemen. [eiser] had in meerdere e-mailberichten en telefoongesprekken voorafgaand aan de opzegbrief van 4 januari 2024 geen enkele op- of aanmerking vernomen over de wijze van uitvoering en/of het resultaat van zijn werkzaamheden van de zijde van zowel Atlas als NKT. [eiser] heeft dan ook recht op een vergoeding over de periode dat hij beschikbaar was voor de werkzaamheden, dan wel de duur van de overeengekomen opzegtermijn. De opzegging door Atlas is in strijd met de in acht te nemen redelijkheid en billijkheid, onder meer omdat Atlas onvoldoende gebruik heeft gemaakt van het principe van hoor en wederhoor. Atlas is hierdoor schadeplichtig jegens [eiser]. De schade bestaat uit het plots wegvallen van een aantal van 128 werkbare en declarabele uren van € 85,00 per uur in de periode die binnen de opzegtermijn valt, aldus [eiser].
4.3.
Atlas voert verweer en vordert dat [eiser] in zijn vordering niet-ontvankelijk wordt verklaard, dan wel dat deze wordt afgewezen. De opdracht is door Atlas op 4 januari 2024 rechtsgeldig en conform de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigd. De grondslag voor opzegging is de niet-nakoming door [eiser] van diverse verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst en het tekortschieten van [eiser] in zijn zorgplicht als omschreven in artikel 7:401 BW. Atlas heeft op grond van de overeenkomst dan ook geen verplichting om enige verdere vergoeding aan [eiser] te betalen. [eiser] heeft bovendien gehandeld in strijd met artikel 2.6 van de overeenkomst en artikel 7:403 lid 1 BW. [eiser] heeft namelijk Atlas op geen enkel moment op de hoogte gesteld van het feit dat hij (naar verwachting) zijn verplichtingen op grond van de overeenkomst niet (volledig of op tijd) kon nakomen. Het disfunctioneren van [eiser] is aan hem te wijten en kan niet voor rekening van Atlas komen. [eiser] was zonder twijfel op de hoogte van zijn disfunctioneren. [eiser] is hier voorafgaand aan 4 januari 2024 namelijk meerdere malen op aangesproken door Atlas. Aan [eiser] komt geen beroep toe op de redelijkheid en billijkheid toe. Dit beroep is onvoldoende onderbouwd en de stelling dat Atlas geen hoor en wederhoor heeft plaatsgevonden is pertinent onjuist, aldus Atlas.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
4.5.
Atlas vordert dat [eiser] bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, zal worden veroordeeld:
  • i) tot betaling van een schadevergoeding van € 7.402,53 aan Atlas, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 dagen na dit vonnis tot aan de dag van volledige betaling;
  • ii) tot betaling van de ten onrechte ontvangen bedragen voor de niet gewerkte uren van € 16.291,44, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 dagen na dit vonnis tot aan de dag van volledige betaling;
  • iii) tot vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 dagen na dit vonnis tot aan de dag van volledige betaling;
  • iv) in de kosten van het geding, te vermeerderen met de nakosten, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en – voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening tot aan de dag van volledige betaling.
4.6.
Atlas legt hieraan het volgende ten grondslag. Atlas heeft schade geleden omdat NKT alle fouten die [eiser] heeft gemaakt tijdens de uitvoering van de opdracht heeft moeten herstellen en de relatie tussen Atlas en NKT daar ook onder heeft geleden. Atlas vordert daarvoor betaling door [eiser] van een bedrag van € 7.402,53. Daarnaast zijn er reis- en verblijfskosten van respectievelijk € 241,00 en € 179,63 gemaakt om de relatie met NKT (in persoon) te herstellen. Na de opzegging van de overeenkomst is Atlas verder gebleken dat [eiser] twee urenregistraties heeft gemanipuleerd. [eiser] heeft (1) op één urenregistratie zijn handtekening geplaatst waar zijn leidinggevende moest tekenen en daarmee haar handtekening vervalst en (2) [eiser] heeft een onjuiste en niet-ondertekende urenregistratie over januari 2024 ingediend bij Atlas. Atlas heeft de op de gemanipuleerde urenregistraties opgenomen bedragen aan [eiser] betaald. In beide gevallen is er onverschuldigd betaald als bedoeld in art. 6:203 BW, in totaal neerkomend op een bedrag van € 16.291,44. Dit bedrag moet [eiser] terugbetalen, aldus Atlas.
4.7.
[eiser] voert verweer. Ten aanzien van de gevorderde schadevergoeding voert hij onder andere aan dat de grondslag hiervoor ontbreekt. Uit de door Atlas overgelegde lijst blijkt niet welke vermeende fouten hersteld zouden zijn. Atlas had een kwantitatieve onderbouwing moeten geven en moeten stellen en onderbouwen welke door [eiser] gemaakte vermeende fouten op welke wijze zouden zijn hersteld. Er is nu geen enkel causaal verband te vinden tussen de vermeende wanprestatie door [eiser] en de veronderstelde schade. Ten aanzien van de gevorderde terugbetaling van reeds ontvangen bedragen voert [eiser] het volgende aan. [eiser] heeft zijn gewerkte uren naar waarheid ingevuld. Hij heeft geen fraude gepleegd met de handtekening. Na de eerste inzending van de urenregistraties van november, waar [eiser] ook geen handtekening heeft ontvangen van de leidinggevende bij NKT, was er tussen Atlas en [eiser] meermaals contact over hoe de uren verwerkt dienden te worden. Hier heeft Atlas niet te kennen gegeven dat de handtekening van leidinggevende een vereiste was. [eiser] heeft voor de urenstaten van december en januari niets anders gedaan dan wat hij in november ook deed. Atlas heeft de factuur van [eiser] van november ook voldaan en hij mocht er dus vanuit gaan dat hij een en ander correct verwerkte.
4.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

in conventie
uitgangspunten ten aanzien van de opzegging van de overeenkomst
5.1.
Partijen hebben een overeenkomst van opdracht gesloten. Artikel 7:408 lid 1 BW bepaalt dat de opdrachtgever een dergelijke overeenkomst te allen tijde kan opzeggen. Die regeling is echter van regelend recht in geval van een bedrijfsmatige opdrachtgever zoals Atlas. Dit betekent dat partijen van deze regeling mochten afwijken. Dit hebben zij ook gedaan in artikel 3 van de overeenkomst. Op grond van dit artikel kan de overeenkomst op ieder moment schriftelijk worden opgezegd, met een opzegtermijn van één maand (lid 1). Daarnaast kan de overeenkomst (onder meer) met onmiddellijk effect worden opgezegd als er sprake is van een ernstige schending of niet-nakoming van de uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen (lid 2).
5.2.
Bij de uitleg van (de bepalingen uit) een overeenkomst gaat het niet alleen om de taalkundige betekenis van de bewoordingen die bij het maken van de afspraak zijn gebruikt, maar ook om de zin die partijen in de gegeven omstandigheden daaraan redelijkerwijs mochten toekennen en om hetgeen ze daar over en weer redelijkerwijs van elkaar over mochten verwachten. Bij deze uitleg dient rekening te worden gehouden met alle omstandigheden van het geval, gewaardeerd naar dat wat de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen.
de opzegging van de overeenkomst door Atlas; disfunctioneren van [eiser]?
5.3.
Atlas voert aan dat zij de overeenkomst met onmiddellijke ingang mocht opzeggen omdat [eiser] ernstig tekortschoot in de uitoefening van zijn contractuele verplichtingen. Atlas beroept zich daarmee op het hiervoor genoemde artikel 3 lid 2 van de overeenkomst. Op Atlas rust de last te bewijzen dat er sprake is geweest van disfunctioneren van [eiser].
5.4.
Atlas stelt in dit verband allereerst dat [eiser] de overeengekomen werkzaamheden al vanaf de start van de overeenkomst onjuist heeft uitgevoerd en [eiser] zonder overleg werkzaamheden is gaan uitvoeren die niet tot zijn takenpakket behoorden. [eiser] betwist dit gemotiveerd en voert aan dat bij de aanvang van de werkzaamheden bleek dat de HR-coördinator van NKT wegens ziekte zou vertrekken, waardoor [eiser] een deel van haar taken moest overnemen. Hierdoor kon [eiser] niet meteen beginnen met de taken zoals omschreven in de functieomschrijving en verschoof de opdracht naar de ‘uitvoer’ in plaats van de inrichting van bepaalde operationele activiteiten. [eiser] stelt dat hij de activiteiten zoals omschreven in de overeenkomst hierdoor simpelweg niet
konuitvoeren. [eiser] betwist dat hij akkoord is gegaan met gewijzigde werkzaamheden in verband met disfunctioneren aan zijn zijde.
5.5.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Atlas haar stellingen in het licht van de betwisting door [eiser] onvoldoende onderbouwd. Nergens kan uit worden afgeleid dat Atlas [eiser], zoals zij stelt, voorafgaand aan de vermeende wijziging van werkzaamheden herhaaldelijk heeft aangesproken op het niet-uitvoeren van de opzet van een nieuwe NKT-entiteit, terwijl dit door Atlas is bestempeld als één van de belangrijkste taken van [eiser] en dit ook als centrale taak is opgenomen in de in 3.5 van dit vonnis opgenomen omschrijving van de te verrichten diensten. Enig (schriftelijk) bewijs van de stelling van Atlas dat [eiser] de wijziging in werkzaamheden
wegens zijn disfunctionerenheeft geaccepteerd ontbreekt bovendien ook. De kantonrechter zal er daarom vanuit gaan dat de opdracht wegens de door [eiser] genoemde omstandigheden in samenspraak verschoof naar de ‘uitvoer’.
5.6.
Atlas heeft haar beroep op het disfunctioneren van [eiser] in deze aangepaste werkzaamheden nog nader geconcretiseerd. Zij voert (onder andere) aan dat [eiser] fouten heeft gemaakt in het doorvoeren van de salarisadministratie, hij potentiële kandidaten voor NKT verkeerd heeft geïnformeerd over een openstaande vacature, onjuiste informatie heeft verspreid tijdens de TU Delftse bedrijvendagen, wijzigingen heeft aangebracht in het personeelshandboek en een functioneringsgesprek heeft ingepland terwijl hij daartoe niet gerechtigd was en zich, tot slot, opdrong bij werknemers van NKT. [eiser] heeft deze verwijten puntsgewijs gemotiveerd betwist.
5.7.
De kantonrechter stelt vast dat er ook wat betreft deze werkzaamheden geen spoor van bewijs is dat er sprake is geweest van disfunctioneren van [eiser]. Atlas voert aan dat [eiser] voorafgaand aan de opzegging op 4 januari 2024 wederom meermaals mondeling op het vermeende disfunctioneren zou zijn aangesproken door (onder andere) zijn leidinggevende bij NKT, maar dit wordt door [eiser] betwist en enig schriftelijk stuk wat ter onderbouwing van deze stelling zou kunnen dienen ontbreekt. De schaarse e-mailcorrespondentie tussen partijen die in deze procedure is ingebracht, ziet slechts op de urenregistratie voor de door [eiser] verrichtte werkzaamheden. Het ontbreken van enige vastlegging van disfunctioneren of (objectief) bewijs van gemaakte fouten laat zich moeilijk rijmen met de aard van de verwijten die [eiser] in het kader van deze procedure worden gemaakt. Zo had het, zoals [eiser] terecht stelt, in ieder geval voor wat betreft de aanpassingen in het personeelshandboek en de gestelde fouten in het doorvoeren van de salarisadministratie – waardoor er dubbel salaris zou zijn uitbetaald – gemakkelijk schriftelijk aantoonbaar moeten zijn dat van de gestelde fouten sprake was. Dit geldt temeer nu Atlas de stelling van [eiser] dat vrijwel alle communicatie tussen [eiser] en Atlas via de e-mail verliep niet heeft betwist.
5.8.
De kantonrechter wil wel aannemen dat er strubbelingen hebben plaatsgevonden tussen partijen, maar nergens blijkt uit dat deze wezenlijk anders waren dan de gebruikelijke strubbelingen die zich op een werkvloer van tijd tot tijd kunnen voordoen. Voor een beroep op het onderhavige artikel moet er (veel) meer aan de hand zijn; een samenwerking die wellicht wat moeilijk van de grond komt, valt daar naar het oordeel van de kantonrechter in ieder geval niet onder. Daarbij speelt mee dat [eiser] enige (inwerk)tijd mocht worden gegund om bekend te raken met de organisatie. Daarvan is in het geheel niet gebleken.
5.9.
In het licht van het voorgaande kan de stelling van Atlas dat de situatie tussen partijen rondom 28 december 2023 dusdanig onhoudbaar was geworden dat de opdracht per 4 januari 2024 per direct beëindigd kon worden dus geen standhouden, nog daargelaten dat überhaupt niet kan worden vastgesteld wat partijen tijdens dit gesprek hebben besproken. Voor zover Atlas de vermeende weigering van [eiser] om alternatieve werkzaamheden bij een andere opdrachtgever te accepteren ook ten grondslag beoogt te leggen aan haar beroep op de onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst wegens disfunctioneren, faalt haar betoog ook. Atlas heeft immers niet betwist dat het niet om een functie ging waarin [eiser] zou kunnen ‘doorschuiven’ naar een nieuwe opdrachtgever, maar dat het een vacature betrof waarvoor [eiser] niet over de vereiste kwalificatie beschikte en waarvoor bovendien een reguliere sollicitatieprocedure doorlopen zou moeten worden.
5.10.
Het beroep van Atlas op schending door [eiser] van de zorgplicht van artikel 7:401 BW en het handelen in strijd met artikel 2.6 van de overeenkomst en artikel 7:403 lid 1 BW zal, met inachtneming van het bovenstaande, tot slot eveneens worden gepasseerd.
Atlas heeft de overeenkomst in strijd met artikel 3 lid 2 van de overeenkomst opgezegd
5.11.
Uit het voorgaande volgt dat er geen grond was voor een onmiddellijke opzegging als bedoeld in artikel 3 lid 2 van de overeenkomst. Atlas heeft de overeenkomst aldus onregelmatig opgezegd. Zij had daarom rekening moeten houden met de standaard opzegtermijn van één maand zoals opgenomen in artikel 3 lid 1 van de overeenkomst.
de door [eiser] gevorderde schadevergoeding
5.12.
[eiser] vordert een vergoeding over de periode dat hij beschikbaar was voor de werkzaamheden, dan wel voor de duur van de tussen partijen overeengekomen opzegtermijn. [eiser] stelt dat zijn schade bestaat uit het plots wegvallen van een aantal van 128 werkbare en declarabele uren voor een bedrag van € 85,00 per uur in de periode die binnen de opzegtermijn van een maand valt.
5.13.
Het verweer van Atlas dat er geen grondslag voor deze vordering zou bestaan omdat er rechtsgeldig is opgezegd, wordt gelet op dat wat hiervoor is overwogen gepasseerd. Atlas heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd tegen de hoogte van het gevorderde bedrag. Bovendien heeft zij de op de mondelinge behandeling ingenomen stelling van [eiser] dat partijen buiten de schriftelijke overeenkomst om mondeling hebben afgesproken dat [eiser] tot 17 mei 2024
minimaal32 uur per week zou werken niet weersproken. Niet weersproken is dat [eiser] zich ook beschikbaar heeft gehouden om de werkzaamheden in januari 2024 te blijven verrichten. Dat [eiser] dat uiteindelijk niet heeft kunnen doen, is uitsluitend te wijten aan de onregelmatige opzegging door Atlas. Dit betekent dat Atlas jegens [eiser] toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst door geen opzegtermijn van één maand in acht te nemen. Atlas verkeert daardoor in verzuim. De kantonrechter zal de vordering tot het betalen van schadevergoeding dan ook toewijzen en zal het toe te wijzen bedragen begroten op het door [eiser] gevorderde bedrag van € 10.880,00.
de kosten
5.14.
[eiser] maakt aanspraak op een vergoeding van € 883,00 wegens buitengerechtelijke incassokosten. [eiser] heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat er buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Atlas heeft onvoldoende inhoudelijk verweer gevoerd tegen (de hoogte van) deze vergoeding. De hoogte van de gevorderde vergoeding komt overeen met het tarief dat is opgenomen in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De vordering zal dan ook worden toegewezen.
5.15.
Atlas heeft niet weersproken dat zij tot het moment van het uitbrengen van de dagvaarding in deze procedure een bedrag van € 527,65 aan wettelijke handelsrente is verschuldigd. Ook dit bedrag zal daarom worden toegewezen.
5.16.
Atlas is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
115,22
- griffierecht
248,00
- salaris gemachtigde
1.218,00
(3 punten × € 406,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.716,22
in reconventie
de door Atlas gevorderde schadevergoeding
5.17.
In conventie is vastgesteld dat er geen sprake is geweest van disfunctioneren van [eiser]. De door Atlas gevorderde schadevergoeding ligt, nu deze vordering is gegrond op de vermeende tekortkomingen van [eiser], daarom voor afwijzing gereed. Ten overvloede overweegt de kantonrechter in dit verband dat Atlas deze vordering ook niet (voldoende) heeft onderbouwd. Atlas heeft weliswaar een overzicht overgelegd met daarop urenregistraties van verschillende werknemers van Atlas/NKT, maar onduidelijk blijft welke werkzaamheden zijn verricht en welke vermeende fouten van [eiser] daarmee zouden zijn hersteld.
de door Atlas gevorderde terugbetaling van uitbetaalde uren
5.18.
In artikel 6:203 BW is bepaald dat degene die een ander
zonder rechtsgrondeen goed heeft gegeven, gerechtigd is dit van de ontvanger als onverschuldigd betaald terug te vorderen. Indien de onverschuldigde betaling een geldsom betreft, strekt de vordering tot teruggave van een gelijk bedrag. Een dergelijke terugvordering kan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn (artikel 6:248 BW).
5.19.
De kantonrechter gaat allereerst voorbij aan de stelling van Atlas dat de betalingen zonder rechtsgrond zouden zijn verricht. De rechtsgrond is immers gelegen in de tot en met in ieder geval 4 januari 2024 tussen partijen bestaande overeenkomst van opdracht. De betaling van beide facturen was op deze rechtsverhouding gebaseerd.
5.20.
Atlas stelt, voor zover wordt geoordeeld dat er wel een rechtsgrond aanwezig is, dat het bedrag van € 16.291,44 in elk geval gematigd moet worden. Atlas betwist dat [eiser] gedurende de genoteerde uren werkzaamheden heeft verricht en geeft aan dat deze uren ook niet meer kunnen worden gecontroleerd. Op grond van de diverse omstandigheden die zich tussen partijen hebben voorgedaan in december 2023 en januari 2024, is [eiser] ook simpelweg niet gerechtigd tot een volledige uitbetaling van niet verifieerbare uren, aldus Atlas.
5.21.
De kantonrechter gaat voorbij aan de betwisting van de gewerkte uren omdat zij niet geloofwaardig, en bovendien onvoldoende onderbouwd is. Partijen hebben via de mail uitvoerig contact gehad over de registratie van de door [eiser] gewerkte uren in november 2023. Op instructie van Atlas heeft [eiser] over deze maand een algemene urenregistratie opgesteld, namelijk simpelweg het aantal gewerkte uren vermenigvuldigd met het overeengekomen uurtarief. Kennelijk kon hiermee worden volstaan; de factuur over november 2023 is immers aan de hand van een op dergelijke wijze opgemaakte urenregistratie uitbetaald. Over de maanden december 2023 en januari 2024 heeft [eiser] vervolgens eenzelfde registratie gehanteerd. Tot in zoverre valt [eiser] dus geen verwijt te maken.
5.22.
Wat er vervolgens ook zij van de onder die facturen gezette handtekeningen - over de maand november 2023 ontbreekt overigens ook een handtekening van de leidinggevende van [eiser] - onvoldoende is weersproken dat [eiser] de geregistreerde uren feitelijk heeft gewerkt. Zo heeft [eiser] ter zitting onder meer onbetwist gesteld dat hij in de maand december 2023 ieder geval 9 keer op Rotterdam Centraal is geweest. Tot slot stroken de veelomvattende stellingen van Atlas rondom het vermeende disfunctioneren van [eiser] in vooral de maand december 2023 ook niet met de (kennelijke) betwisting dat [eiser] gedurende deze maand überhaupt enige (!) werkzaamheden voor NKT heeft verricht – verzocht wordt immers om de terugbetaling van ‘niet gewerkte uren’. Feit is dat deze uren zijn uitbetaald, en aangenomen mag worden dat Atlas daaraan voorafgaand enige controle heeft uitgevoerd. Naar het oordeel van de kantonrechter had [eiser] dus ook recht op de betaling van beide facturen.
5.23.
De kantonrechter begrijpt dat het beroep op matiging op grond van de ‘diverse omstandigheden die zich hebben voorgedaan’ een verwijzing inhoudt naar het beweerdelijk disfunctioneren van [eiser]. Omdat in conventie al is geoordeeld dat [eiser] niet heeft gedisfunctioneerd, zal ook het beroep op matiging worden afgewezen. De vordering onder (ii) wordt daarom afgewezen.
5.24.
Doordat de hoofdvorderingen van Atlas in reconventie worden afgewezen, worden de nevenvorderingen tot betaling van de buitengerechtelijke incasso- en proceskosten ook afgewezen.
de kosten in reconventie
5.25.
Atlas is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- salaris gemachtigde
271,50
(1 punt x factor 0,5 × € 543,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
406,50

6.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
6.1.
veroordeelt Atlas om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 12.290,65, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over een bedrag van € 10.880,00 vanaf 11 juni 2024 (de datum van de dagvaarding) tot het moment van volledige betaling,
6.2.
veroordeelt Atlas in de proceskosten van € 1.716,22 te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Atlas niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.3.
verklaart dit vonnis in conventie uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
6.4.
wijst de vorderingen van Atlas af,
6.5.
veroordeelt Atlas in de proceskosten van € 406,50, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Atlas niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.6.
verklaart dit vonnis in reconventie uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.W. Koenis en in het openbaar uitgesproken op 19 maart 2025.
1467