In deze zaak hebben passagiers compensatie aangevraagd van de vervoerder, Easyjet Europe Airline GmbH, vanwege een vlucht die meer dan drie uur vertraagd was. De vlucht, EZY7921, zou op 29 september 2022 van Amsterdam-Schiphol naar Kopenhagen vliegen, maar arriveerde met een aanzienlijke vertraging. De vervoerder voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk een staking bij de Franse luchtverkeersleiding, en dat zij alle redelijke maatregelen hadden getroffen om de vertraging te voorkomen. De kantonrechter oordeelde echter dat de vervoerder zijn verweer onvoldoende had onderbouwd. De rechter stelde vast dat de passagiers met meer dan drie uur vertraging op hun eindbestemming waren aangekomen, wat in beginsel recht geeft op compensatie volgens de Verordening (EG) nr. 261/2004. De vervoerder kon niet aantonen dat de vertraging het gevolg was van omstandigheden die buiten zijn invloed lagen. De kantonrechter wees het verzoek van de passagiers toe en veroordeelde de vervoerder tot betaling van € 1.250,00, vermeerderd met wettelijke rente, en de proceskosten. De kantonrechter wees ook de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten af, omdat deze niet voldoende waren onderbouwd. De beslissing werd genomen door kantonrechter S.N. Schipper en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.