Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.Het geschil in het incident
3.De beoordeling in het incident
4.De beslissing
in de hoofdzaak:
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vordert de vervoerder, Qatar Airways, in een incident dat de kantonrechter AirHelp niet-ontvankelijk verklaart in haar vorderingen. AirHelp, een rechtspersoon naar buitenlands recht, stelt dat een passagier zijn vorderingsrecht tot compensatie aan haar heeft overgedragen door middel van cessie. De vervoerder betwist deze overdracht en stelt dat de aard van het vorderingsrecht zich daartegen verzet. Subsidiair betwist de vervoerder dat het door AirHelp overgelegde document geschikt was voor de overdracht van de vordering. De kantonrechter overweegt dat een incident een processuele kwestie is die niet de afwijzing van de hoofdvordering mag bewerkstelligen. De kantonrechter wijst de incidentele vordering van de vervoerder af, omdat het niet-ontvankelijk verklaren van AirHelp zou leiden tot de afwijzing van de hoofdvordering. De vervoerder wordt in het ongelijk gesteld en veroordeeld in de proceskosten van het incident. De zaak wordt verwezen naar de rol voor het nemen van conclusie van antwoord aan de zijde van de vervoerder.