ECLI:NL:RBNHO:2025:2793

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 februari 2025
Publicatiedatum
17 maart 2025
Zaaknummer
C/15/358435 / JU RK 24-1610
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met positieve ontwikkeling

Op 27 februari 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak betreffende de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren op een onbekende datum in een onbekende plaats. De kinderrechter heeft geconstateerd dat de minderjarige een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt binnen de gesloten accommodatie voor jeugdhulp, waar hij sinds 11 september 2024 verblijft. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om verlenging van de machtiging tot gesloten jeugdhulp, omdat er nog geen passende vervolgplek beschikbaar is. De kinderrechter heeft de machtiging verlengd tot 5 juni 2025, met de mogelijkheid voor de minderjarige om eerder over te stappen naar een open groep indien er een geschikte plek beschikbaar komt. De kinderrechter heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de gesloten plaatsing noodzakelijk is om de ontwikkeling van de minderjarige te waarborgen en om te voorkomen dat hij zich onttrekt aan de benodigde jeugdhulp. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. S.B. Kuvel, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Alkmaar
Zaaknummer: C/15/358435 / JU RK 24-1610
Datum uitspraak: 27 februari 2025
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
de Raad voor de Kinderbescherming,gevestigd te Haarlem,
hierna te noemen de Raad,
over
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] in [plaats] ,
hierna te noemen [de minderjarige] ,
advocaat: mr. J.J.C. Engels te Heerhugowaard.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen de moeder,
wonende in [plaats] ,
[de vader],
hierna te noemen de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres.
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, gevestigd te Amsterdam,
hierna te noemen de GI.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
  • het verzoekschrift van de Raad met bijlagen, ontvangen op 30 oktober 2024;
  • de beschikking van de kinderrechter van 5 december 2024;
  • het briefrapport van de Raad van 13 februari 2025;
  • de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 19 februari 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 27 februari 2025 bij [gesloten accommodatie voor jeugdhulp] , locatie [locatie] , te [plaats] (hierna te noemen: [gesloten accommodatie voor jeugdhulp] ). Daarbij waren aanwezig:
- [de minderjarige] met zijn advocaat mr. M.D. Balesar, die waarneemt voor mr. J.J.C. Engels;
  • de moeder, die via een tweezijdige beeld- en geluidsverbinding aanwezig was;
  • de vader, die via een tweezijdige beeld- en geluidsverbinding aanwezig was;
- [vertegenwoordiger van de raad] namens de Raad;
  • [vertegenwoordiger van de GI] en [vertegenwoordiger van de GI] namens de GI;
  • [gedragswetenschapper] , gedragswetenschapper bij [gesloten accommodatie voor jeugdhulp] .
1.3.
[de minderjarige] heeft voorafgaand aan de zitting, in het bijzijn van zijn advocaat, ook apart een gesprek gevoerd met de kinderrechter.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [de minderjarige] .
2.2.
Bij beschikking van 5 december 2024 is [de minderjarige] (na een voorlopige ondertoezichtstelling) onder toezicht gesteld van de GI tot 5 december 2025.
2.3.
Bij beschikking van 11 september 2024 heeft de kinderrechter een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van vier weken. De kinderrechter heeft vervolgens bij beschikking van 19 september 2024 een machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling. Vervolgens is bij beschikking van 5 december 2024 de machtiging gesloten jeugdhulp verlengd tot 5 maart 2025 en het restant van het verzoek aangehouden tot de pro forma datum van 19 februari 2025.
2.4.
Op basis van voornoemde machtiging verblijft [de minderjarige] sinds 11 september 2024 bij [gesloten accommodatie voor jeugdhulp] .

3.Het verzoek

3.1.
De Raad heeft per brief van 13 februari 2025 het resterende deel van het verzoek (nog drie maanden, tot 5 juni 2025) om [de minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven gehandhaafd.
3.2.
Ter onderbouwing van het verzoek heeft de Raad het volgende naar voren gebracht. Gebleken is dat [de minderjarige] het goed doet binnen de structuur van [gesloten accommodatie voor jeugdhulp] . Hij zit daar nu op zijn plek en gaat naar school, maar krijgt voor de langere termijn niet de zorg die hij uiteindelijk nodig heeft. De Raad is van mening dat, ondanks dat het bij [gesloten accommodatie voor jeugdhulp] goed gaat, [de minderjarige] niet langer dan noodzakelijk binnen de gesloten jeugdhulp moet verblijven. Schrijnend is dat er nog steeds, ondanks de inspanningen van de GI, geen passende vervolgplek beschikbaar is voor [de minderjarige] . De Raad is van mening dat [de minderjarige] op zeer korte termijn duidelijkheid moet krijgen over zijn perspectief.
3.3.
Ter zitting heeft de Raad hieraan toegevoegd dat er inmiddels perspectief is op een doorstroomplek. De Raad blijft bij het verzoek, omdat dit de beste oplossing is voor [de minderjarige] en het belangrijk is om de stappen voorzichtig te nemen. De vervolgplek moet niet te lang op zich laten wachten. Het verzoek is voor een termijn van drie maanden, maar als [de minderjarige] eerder over kan, dan hoeft hij niet langer gesloten te blijven.
4. De standpunten
4.1.
[de minderjarige] heeft tijdens het gesprek met de kinderrechter verteld dat hij de afgelopen tijd volwassener en rustiger is geworden. Hij denkt beter na over zijn keuzes. [de minderjarige] krijgt bij [gesloten accommodatie voor jeugdhulp] de vrijheid om zelfstandig naar school te gaan. Als hij dan weer terugkomt op de groep, moet hij wennen aan de overgang. Hij is eraan toe om zijn vrijheden uit te breiden. [de minderjarige] is het ermee eens om nog een korte periode bij [gesloten accommodatie voor jeugdhulp] te blijven, totdat zijn vervolgplek geregeld is. Hij heeft volgende week een intake bij een open groep. [de minderjarige] hoopt dat hij na de open groep kan doorstromen naar begeleid wonen. Hij gaat ervan uit dat hij niet meer bij één van zijn ouders zal gaan wonen.
4.2.
Mr. Balesar heeft namens [de minderjarige] naar voren gebracht dat het verzoek kan worden toegewezen. [de minderjarige] heeft stappen in de goede richting gezet. Hopelijk is er snel een plek op een open groep geregeld. In de tussentijd moet er gekeken worden naar de uitbreiding van de vrijheden van [de minderjarige] .
4.3.
De moeder heeft naar voren gebracht dat [de minderjarige] een grote verandering heeft doorgemaakt. Zij is erg blij om steeds meer de oude [de minderjarige] terug te zien. De moeder staat achter het verzoek en de koers richting de open groep.
4.4.
De vader heeft naar voren gebracht dat [de minderjarige] vooruit is gegaan. De vader heeft er vertrouwen in dat de volgende stap de goede kant op zal zijn.
4.5.
De GI heeft naar voren gebracht dat er volgende week een intake gepland staat bij een open groep van [vervolgplek] in [plaats] . Na de intake zal het definitief worden besloten of zij de zorg kunnen bieden die [de minderjarige] nodig heeft. Daarnaast loopt er bij een andere zorgaanbieder nog een screening. Het intelligentieonderzoek van De Waag is afgerond. De GI is nog met [de minderjarige] , de ouders en de gedragswetenschapper in gesprek over een eventueel aanvullend onderzoek naar het sociaal-emotionele en adaptieve niveau van [de minderjarige] . Hieruit zouden tools naar voren kunnen komen, waarmee [de minderjarige] – ook op de open groep – nog beter begeleid zou kunnen worden.
4.6.
De gedragswetenschapper van [gesloten accommodatie voor jeugdhulp] heeft naar voren gebracht dat [de minderjarige] iets heel moois heeft gepresteerd tijdens zijn tijd bij [gesloten accommodatie voor jeugdhulp] . Hij durft dingen aan te gaan, houdt zich aan alle afspraken en gaat zelfstandig naar een school buiten het terrein. Naar een uitbreiding van zijn vrijheden kan gekeken worden. Wanneer [de minderjarige] over gaat naar een open groep, is er vanuit [gesloten accommodatie voor jeugdhulp] nog een periode ambulante begeleiding mogelijk. Hierin kan [de minderjarige] zelf zijn behoeftes aangeven.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter is van oordeel dat gesloten jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [de minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren. Deze problemen maken dat het verblijf in een gesloten accommodatie noodzakelijk en geschikt is om te voorkomen dat [de minderjarige] zich onttrekt aan de jeugdhulp die hij nodig heeft of daaraan door anderen wordt onttrokken. Het is niet gebleken dat er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen. [1]
5.2.
De kinderrechter overweegt hiertoe als volgt. In september 2024 is [de minderjarige] gesloten geplaatst bij [gesloten accommodatie voor jeugdhulp] . Er waren ernstige zorgen over het gedrag en de veiligheid van [de minderjarige] . Binnen [gesloten accommodatie voor jeugdhulp] heeft hij in relatief korte tijd een positieve ontwikkeling doorgemaakt. De Waag heeft een onderzoek bij [de minderjarige] afgenomen, waaruit een aantal handelingsadviezen zijn gekomen. In de begeleiding en behandeling van [de minderjarige] kan nu beter rekening gehouden worden met zijn vaardigheden en leerstijl. [de minderjarige] heeft veel geleerd bij [gesloten accommodatie voor jeugdhulp] . Zo is hij rustiger geworden, durft hij zich kwetsbaar op te stellen en denkt hij beter na over zijn keuzes.
[de minderjarige] is toe aan een overstap naar een open groep, maar moet omdat hij niet bij een ouder kan wonen de tijd overbruggen in [gesloten accommodatie voor jeugdhulp] tot er een vervolgplek voor hem beschikbaar is. Hij is aangemeld bij een open groep van [vervolgplek] . Gelet op de positieve ontwikkeling die [de minderjarige] heeft doorgemaakt, acht de kinderrechter het van belang om vanuit de stabiliteit van de geslotenheid en met toenemende vrijheden toe te werken naar een passende vervolgplek. Gelet op het voorgaande is de kinderrechter, net als de Raad, de GI en de gedragswetenschapper, van oordeel dat een gesloten plaatsing nog even noodzakelijk is.
5.3.
Gelet op het voorgaande zal de kinderrechter de machtiging tot plaatsing van [de minderjarige] in een gesloten accommodatie verlengen voor de duur van drie maanden. Zoals ook op de zitting is besproken, kan [de minderjarige] uiteraard eerder een overstap maken indien er voor afloop van deze termijn een geschikte vervolgplek beschikbaar is.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verlengt de machtiging om
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] in [plaats] , uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 5 juni 2025.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 27 februari 2025 door mr. W.P. van der Haak, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. S.B. Kuvel als griffier, en op schrift gesteld op 7 maart 2025.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Amsterdam.

Voetnoten

1.Artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet (Jw).