ECLI:NL:RBNHO:2025:2789

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 maart 2025
Publicatiedatum
17 maart 2025
Zaaknummer
C/362319/HA RK-25-28
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van de kinderrechter na eindbeschikking in de hoofdzaak

Op 20 februari 2025 heeft verzoeker schriftelijk een verzoek tot wraking ingediend tegen de kinderrechter, mr. J.C.M. Swinkels, in een lopende zaak bij de Rechtbank Noord-Holland. De wrakingskamer heeft op 24 februari 2025 aan verzoeker meegedeeld dat er in de hoofdzaak, met zaaknummer C/15/360344 / JU RK 24-1922, reeds een (eind)beschikking was gegeven op 18 februari 2025. Verzoeker werd gevraagd of hij zijn wrakingsverzoek desondanks handhaafde, maar hij heeft hierop niet gereageerd binnen de gestelde termijn. Hierdoor heeft de wrakingskamer besloten om het verzoek niet ter zitting te behandelen, omdat het kennelijk niet-ontvankelijk is volgens artikel 5, tweede lid, aanhef en onder d, van het Wrakingsprotocol van de rechtbank Noord-Holland.

De wrakingskamer heeft in haar beoordeling vastgesteld dat op grond van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering alleen een rechter kan worden gewraakt die een zaak behandelt. Aangezien de kinderrechter haar (eind)beschikking in de hoofdzaak al had gegeven, was zij niet langer betrokken bij de behandeling van de zaak. Verzoeker heeft zijn verzoek tot wraking ingediend na de eindbeslissing, waardoor de wrakingskamer niet in staat was om het verzoek te behandelen. De rechtbank heeft daarom het verzoek tot wraking van de kinderrechter niet-ontvankelijk verklaard. Verzoeker kan eventuele partijdigheid van de kinderrechter aan de orde stellen in hoger beroep tegen de beschikking in de hoofdzaak.

De beslissing is openbaar uitgesproken op 13 maart 2025 door de wrakingskamer, bestaande uit voorzitter mr. R.H.M. Bruin en leden mr. C.A.M. van der Heijden en mr. H.A. Pott Hofstede, in aanwezigheid van griffier B.R. van Tongeren. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

[jw.sys.1.zaaknr] / [jw.sys.1.rolnummer_rekestnr][datum_beslissing]
Wrakingskamer
zaaknummer / rekestnummer: C/15/362319 HA RK 25-28
Beslissing van 13 maart 2025
Op het verzoek tot wraking ingediend door:
[verzoeker]
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker,
Het verzoek is gericht tegen:
mr. J.C.M. Swinkels,
hierna te noemen: de kinderrechter.

1.Procesverloop

1.1
Verzoeker heeft op 20 februari 2025 schriftelijk de wraking verzocht van de kinderrechter in de bij deze rechtbank, team F&J Haarlem, locatie Haarlem, aanhangige zaak met als zaaknummer C/15/360344 / JU RK 24-1922, hierna te noemen: de hoofdzaak.
1.2
De wrakingskamer heeft verzoeker bij brief van 24 februari 2025 voorgehouden dat in de hoofdzaak (eind)beschikking is gegeven en gevraagd of hij het verzoek desondanks handhaaft. Binnen de daarvoor gestelde termijn heeft verzoeker daarop niet gereageerd.
1.3
De wrakingskamer heeft afgezien van behandeling van het verzoek ter zitting omdat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is (artikel 5, tweede lid, aanhef en onder d, van het Wrakingsprotocol rechtbank Noord-Holland).

2.Beoordeling

2.1
Op grond van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan alleen een rechter gewraakt worden die een zaak behandelt.
2.2
De kinderrechter heeft haar (eind)beschikking in de hoofdzaak op 18 februari 2025 gegeven. Zij behandelt de hoofdzaak dus niet meer.
2.3
Verzoeker heeft zijn verzoek tot wraking op 20 februari 2025 en dus daarna ingediend.
2.4
De wrakingskamer kan daarom het verzoek niet meer behandelen. Het verzoek moet niet-ontvankelijk worden verklaard. Indien verzoeker meent dat de kinderrechter partijdig is geweest in de hoofdzaak, kan hij dat in hoger beroep tegen de beschikking aan de orde stellen.

3.Beslissing

De rechtbank
3.1
verklaart het verzoek tot wraking van de kinderrechter niet-ontvankelijk,
3.2
beveelt de griffier onverwijld aan verzoeker, de kinderrechter en de wederpartijen in de hoofdzaak een voor eensluidende gewaarmerkt afschrift van deze beslissing toe te zenden.
Deze beslissing is gegeven door mr. R.H.M. Bruin, voorzitter, mr. C.A.M. van der Heijden en mr. H.A. Pott Hofstede, leden van de wrakingskamer, in tegenwoordigheid van B.R. van Tongeren, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 13 maart 2025.[concipiënt_initialen]
griffier voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.