Uitspraak
Rechtbank noord-holland
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 maart 2025 op het verzet van
[opposant] , wonende te [woonplaats] , opposant
Procesverloop
mr. [naam] .
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de opposant een opvolgend beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de Dienst Toeslagen op zijn bezwaar tegen een besluit van 1 maart 2023. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak op 17 oktober 2024 het beroep gegrond verklaard en de Dienst Toeslagen opgedragen om binnen twaalf weken na 2 september 2024 alsnog een beslissing te nemen. Tevens is er een dwangsom van € 50 per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000. De opposant heeft verzet ingesteld tegen de hoogte van deze dwangsom, waarbij hij aanvoert dat de rechtbank onterecht van het landelijke beleid is afgeweken en dat de dwangsom onvoldoende prikkelend is om tijdig te beslissen.
Tijdens de zitting op 4 februari 2025 heeft de opposant zijn bezwaren verder toegelicht. Hij stelt dat de rechtbanken inconsistent oordelen en dat dit leidt tot onduidelijkheid voor advocaten en betrokkenen. De opposant is van mening dat de dwangsom van € 50 per dag niet voldoende is om de Dienst Toeslagen te motiveren om tijdig te beslissen. De verweerder, vertegenwoordigd door een gemachtigde, heeft aangegeven dat er geen weigerachtigheid is, maar dat de hoge toestroom van zaken het moeilijk maakt om tijdig te beslissen. De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat het mogelijk is om af te wijken van het landelijke beleid in specifieke gevallen, en dat de opposant niet kan worden gevolgd in zijn argumenten.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzet ongegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak van 17 oktober 2024 in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter S.K.A. Efstratiades, in aanwezigheid van griffier S. Spaan, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.