ECLI:NL:RBNHO:2025:2539

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 maart 2025
Publicatiedatum
10 maart 2025
Zaaknummer
10697013 \ CV EXPL 23-5914
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling van onbetaalde facturen en ontbinding van overeenkomst in civiele procedure tussen Vertify en Humako

In deze civiele procedure vordert de stichting Vertify betaling van onbetaalde facturen door Humako Holding B.V. voor een onderzoek naar de effecten van voedingswaarden op de gewaskwaliteit van bouvardia planten. Vertify heeft in opdracht van Humako werkzaamheden uitgevoerd, maar Humako heeft de facturen niet betaald. De kantonrechter oordeelt dat Humako de facturen moet betalen, inclusief rente en kosten. De procedure begon met een dagvaarding op 5 september 2023, gevolgd door een conclusie van antwoord op 8 november 2023 en een mondelinge behandeling op 17 februari 2025. Humako betwist de vordering en stelt dat Vertify tekort is geschoten in haar verplichtingen, maar de kantonrechter oordeelt dat Humako onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar verweer. De rechter concludeert dat de overeenkomst niet buitengerechtelijk kon worden ontbonden en dat Humako gehouden is de facturen te betalen. Daarnaast moet Humako de buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten vergoeden. De kantonrechter wijst het meer of anders gevorderde af en verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 10697013 \ CV EXPL 23-5914
Vonnis van 12 maart 2025
in de zaak van
de stichting
STICHTING VERTIFY,
te Zwaagdijk,
eisende partij,
hierna te noemen: Vertify,
gemachtigde: mr. J.N.C. de Kluijver,
tegen
HUMAKO HOLDING B.V.,
te Rijsenhout,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Humako,
verschenen bij: A. van der Hulst.
De zaak in het kort
Vertify heeft in opdracht van Humako een onderzoek uitgevoerd naar het effect van te hoge voedingswaarden op gewaskwaliteit van bouvardia planten. De facturen die Vertify daarvoor heeft gestuurd zijn door Humako niet betaald. Partijen twisten over de vraag of Humako deze facturen moet betalen. De kantonrechter oordeelt dat Humako de facturen van Vertify (alsnog) volledig moet betalen, en daarbij ook rente en kosten moet vergoeden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- dagvaarding van 5 september 2023, met producties;
- conclusie van antwoord van 8 november 2023, met producties;
- het tussenvonnis van 13 maart 2024, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de mondelinge behandeling van 17 februari 2025, waarbij aanwezig waren [betrokkene] namens Vertify en haar gemachtigde mr. J.N.C. de Kluijver. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat Vertify naar voren heeft gebracht.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Humako, een kweker van de bouvardia plant, heeft op advies van het bedrijf Delphy een bepaalde EC- waarde in de voeding van deze plant toegediend. Daarna is er veel bladverbranding opgetreden.
2.2.
Vertify heeft op verzoek van Humako op 19 oktober 2021 een offerte gestuurd voor een onderzoek naar het effect van te hoge voedingswaarden op gewaskwaliteit van bouvardia.
2.3.
In deze offerte is opgenomen:
“(…) Proefopzet: B21HU01- Het effect van te hoge voedingswaarden op gewaskwaliteit in de teelt van pot bouvardia i.o.v. Humako Holding BV (…)
Totale kosten: € 11.950,00 excl. BTW en excl. electrakosten (…)
Betaalcondities: 25% bij aanvang proef
50 % halverwege proef
25% na opleveren rapport.”
2.4.
Humako heeft in een e-mail van 11 november 2021 aan Vertify meegedeeld akkoord te gaan met de offerte.
2.5.
Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van Vertify van toepassing verklaard. Daarin is opgenomen:
“(…) 6.6. De opdrachtgever is verplicht tot betaling van de rekeningen in Nederlands wettig betaalmiddel binnen 21 dagen na de factuurdatum. Na deze periode heeft de instelling aanspraak op vertragingsrente, gelijk aan de wettelijke rente, en wordt de opdrachtgever aansprakelijk voor de kosten van invordering van de factuur, vast te stellen op 15% van de totaal openstaande hoofdsom ter zake van de tussen partijen gesloten overeenkomst, met een minimum van € 1.500,-- voor iedere gedeeltelijk of volledig onbetaald gelaten factuur. (…)”
2.6.
Vertify heeft tussen oktober 2021 en mei 2022 de werkzaamheden uitgevoerd. De eerste 25% van het overeengekomen bedrag, ad. € 3.614,88 inclusief btw, heeft zij bij factuur van 2 december 2021 in rekening gebracht. De tweede factuur voor 50% van het bedrag, ad
€ 7.229,75 inclusief btw, heeft ze op 15 december 2021 in rekening gebracht. De slottermijn van 25%, ad. € 3.614,88 inclusief btw, heeft Vertify op 4 mei 2022 in rekening gebracht.
2.7.
Humako heeft deze facturen, ondanks sommaties, onbetaald gelaten.

3.Het geschil

3.1.
Vertify vordert veroordeling van Humako tot betaling van € 17.404,62, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over € 14.459,51 en de proceskosten.
3.2.
Vertify legt aan haar vordering ten grondslag dat zij in opdracht van Humako werkzaamheden voor haar heeft uitgevoerd. De daarvoor verzonden facturen heeft Humako ondanks sommaties ten onrechte onbetaald gelaten.
3.3.
Humako betwist de vordering en voert daartoe aan dat Vertify tekort is geschoten in haar verplichtingen. Hierbij licht zij toe dat:
i. i) Vertify de planten niet correct heeft afgedekt met plastic, waardoor stekken verloren zijn gegaan;
ii) de stekken die het wel hebben overleefd, hebben hierdoor bij de opkweek een terugval gehad;
iii) Vertify bij het water geven ten onrechte geen gebruik heeft gemaakt van een hydrofoor;
iv) de kwaliteit van de planten achteruit gingen omdat zij langere tijd in het water stonden;
v) de planten niet op een afschot stonden;
vi) Vertify de proef niet goed heeft uitgevoerd;
vii) Vertify geen opleverrapport heeft afgegeven waardoor de laatste factuur niet verschuldigd is.
Humako beroept zich op ontbinding, nakoming, dwaling en opschorting. Daarnaast doet zij een beroep op de beperkende werking van redelijkheid en billijkheid.

4.De beoordeling

4.1.
Ter discussie staat of Humako de onderhavige facturen moet betalen. De kantonrechter beantwoordt deze vraag bevestigend. Hiertoe is het volgende redengevend.
Er is geen sprake van dwaling
4.2.
Humako meent dat de overeenkomst tot stand is gekomen onder invloed van dwaling. Voor een geslaagd beroep op dwaling is vereist dat sprake is van een onjuiste voorstelling van zaken op grond waarvan de overeenkomst is aangegaan en dat de overeenkomst bij een juiste voorstelling van zaken niet of niet op dezelfde voorwaarden zou zijn gesloten. Verder is vereist dat zich één van de hierna genoemde gevallen voordoet, te weten i) de wederpartij heeft een onjuiste inlichting gegeven, ii) de wederpartij heeft een mededelingsplicht geschonden, of iii) er is sprake van wederzijdse dwaling. [1]
4.3.
Humako heeft onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld waaruit kan worden afgeleid dat Vertify onjuiste en/of onvolledige mededeling aan Humako heeft gedaan, waardoor Humako bij haar beslissing om met Vertify een overeenkomst aan te gaan, heeft gedwaald. Daar komt bij dat partijen geen specifiek resultaat zijn overeengekomen. Humako mocht en kon niet verwachten dat met de proef het voor haar gewenste resultaat zou uitkomen. Dit verweer slaagt dan ook niet.
Humako kon niet overgaan tot ontbinding van de tussen partijen gesloten overeenkomst
4.4.
Humako beroept zich op ontbinding van de tussen partijen gesloten overeenkomst. Zij stelt daartoe dat Vertify i) tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst en ii) dat nakoming blijvend onmogelijk is.
4.5.
Humako mocht de overeenkomst buitengerechtelijk ontbinden als (i) Vertify toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de verplichtingen op grond van de overeenkomst en (ii) voor zover nakoming niet blijvend of tijdelijk onmogelijk was, als sprake was van verzuim. [2] Humako heeft onvoldoende gesteld en onderbouwd dat Vertify tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. Zij mocht dan ook niet de overeenkomst ontbinden. Daartoe geldt het volgende.
4.6.
Vertify heeft tijdens de mondelinge behandeling een toelichting gegeven hoe de onderhavige overeenkomst tot stand is gekomen. Vertify heeft allereerst voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst (uitdrukkelijk) medegedeeld dat zij niet (geheel) bekend is met de bouvardia plant. Om die reden is Humako – en daarmee heeft zij ook ingestemd - intensief bij de proef betrokken geweest. Humako heeft geholpen met de opbouw van de proef en heeft de proefopstelling – zonder enig protest - ook goed gekeurd. Dat door Humako wordt beweerd dat Vertify de proef niet goed heeft opgesteld dan wel dat zij de planten niet correct heeft afgedekt, is dan ook niet juist. Los daarvan had Vertify het enkel geen probleem gevonden om de proef – als Humako dit tijdig had aangegeven – opnieuw op te bouwen. Verder is het volgens Vertify onjuist dat de planten te droog hebben gestaan. Er is gewerkt met de juiste technieken en systemen. Er is weliswaar geen gebruik gemaakt van een hydrofoor, maar dat was bij deze proef ook niet – gelet op de omvang van de proef - passend. Humako is bovendien regelmatig, te weten wekelijks, langs geweest en toen zijn ook steeds de resultaten besproken. Vertify herkent zich dan ook niet in de door Humako aangevoerde verweren. Humako heeft pas geklaagd toen bleek dat de proef voor haar niet het gewenste dan wel gehoopte resultaat opleverde. Dat kan niet op Vertify worden afgewenteld, aldus Vertify. Hoewel geen opleverrapport is overgelegd, zijn de resultaten wel met Humako (en met Delphy) besproken. Het opleverrapport is niet meer dan een bundeling van de resultaten, aldus nog steeds Vertify.
4.7.
Vast staat dat Humako geen enkel stuk heeft overgelegd waaruit kan worden afgeleid dat zij niet tevreden was over de werkzaamheden van Vertify, zelfs niet na uitvoering van de proef. Mede gelet op de door Vertify gegeven toelichting, die volledig in lijn is met hetgeen zij al in haar dagvaarding naar voren heeft gebracht, is dan ook niet gebleken dat Vertify tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. Ook de mate van verbranding van het blad, zoals Humako in haar conclusie heeft aangevoerd, is op zichzelf geen aanwijzing dat Vertify tekort is geschoten in haar verplichtingen, omdat dat juist het object van het onderzoek was. Dat Vertify geen opleverrapport heeft afgegeven, maakt ook niet dat de overeenkomst buitenrechtelijk mocht worden ontbonden. Vertify heeft immers als onbetwist gesteld dat zij wekelijks met Humako de resultaten heeft besproken en ook het eindresultaat er beschikking heeft gesteld, zodat Humako hier reeds van op de hoogte was.
4.8.
Een beroep op nakoming en opschorting slaagt eveneens niet, omdat Vertify - zoals hiervoor in r.o 4.7 is overwogen - haar verplichtingen is nagekomen.
Geen geslaagd beroep op beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid
4.9.
Humako stelt zich op het standpunt dat de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid in de weg staat aan toewijzing van het door Vertify gevorderde. Vertify heeft dit gemotiveerd betwist.
4.10.
Een tussen partijen als gevolg van een overeenkomst geldende regel is niet van toepassing, als dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Of hiervan sprake is hangt af van de omstandigheden van het geval. De kantonrechter moet bij de toepassing van dit artikel terughoudendheid betrachten. [3]
4.11.
Zonder nadere toelichting, die Humako niet heeft gegeven, valt niet in te zien waarom een beroep op de beperkende werking van redelijkheid en billijkheid zou slagen. Onduidelijk is welke regel van de tussen partijen gesloten overeenkomst niet van toepassing zou zijn en waarom. Evenmin heeft zij toegelicht wat de consequenties daarvan moeten zijn. Dit verweer slaagt daarom niet.
Humako moet de facturen betalen
4.12.
Nu de door Humako aangevoerde verweren niet slagen is zij gehouden om de facturen te betalen (ad. € 14.459,51), óók de laatste factuur. Hoewel deze pas verschuldigd zou zijn na ontvangst van het opleverrapport, heeft Vertify (uitgebreid) toegelicht dat zij alle gegevens aan Humako ter beschikking heeft gesteld en de resultaten met Humako heeft besproken. Dat deze gegevens niet in de vorm van een eindrapport ter beschikking zijn gesteld acht de kantonrechter in de gegeven omstandigheden van verwaarloosbaar belang. Humako is daarom ook de laatste factuur is verschuldigd.
Humako moet de buitengerechtelijke incassokosten betalen
4.13.
Vertify vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten op grond van de toepasselijke algemene voorwaarden. [4] Humako heeft deze vordering onvoldoende gemotiveerd betwist, zodat de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten ad. € 919,60 worden toegewezen.
Wettelijke rente is toewijsbaar vanaf de dag der dagvaarding
4.14.
Vertify heeft wettelijke handelsrente ad. € 2.025,51 gevorderd. Dit bedrag is niet toewijsbaar. Op grond van de algemene voorwaarden mocht Vertify, zoals Humako terecht heeft aangevoerd, slechts wettelijke rente vorderen. [5] De wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf de dag van dagvaarding (5 september 2023).
Conclusie en kosten
4.15.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
14.459,51
- buitengerechtelijke incassokosten
919,60
+
totaal
15.379,11
4.16.
Humako is overwegend in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Vertify worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
109,44
- griffierecht
1.384,00
- salaris gemachtigde
812,00
(2 punten × € 406,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.440,44

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt Humako om aan Vertify te betalen een bedrag van € 15.379,11, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 14.459,51 vanaf 5 september 2023 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Humako in de proceskosten van € 2.440,44, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Humako niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.W. Koenis en in het openbaar uitgesproken op 12 maart 2025.

Voetnoten

1.Artikel 6:228 BW.
2.Artikel 6:265 BW.
3.Artikel 6:248 lid 2 BW.
4.Artikel 6.6 van de Algemene voorwaarden Vertify
5.Artikel 6.6 van de Algemene voorwaarden Vertify