ECLI:NL:RBNHO:2025:2504

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie

Zittingsplaats Haarlem

zaaknummer / rekestnummer: C/15/359818 / KG RK 24-798

Beschikking van de voorzieningenrechter van 7 februari 2025

in de zaak van

de naamloze vennootschap

ABN AMRO N.V.,

hierna te noemen: de bank
gevestigd te Amsterdam,

verzoekster,

advocaat mr. P.K.J. van der Wal te Rosmalen.

1.
[belanghebbende 1]

de hypotheekgever

2.
[belanghebbende 2], tevens handelend onder de naam [bedrijf 1],

3. -
[belanghebbende 3], tevens handelend onder de naam [belanghebbende 3],

4.
[belanghebbende 4],

5.
[belanghebbende 5], tevens handelend onder de naam [bedrijf 2],

6.
[belanghebbende 6], tevens handelend onder de naam [bedrijf 3],

7.
[belanghebbende 7], tevens handelend onder de naam [bedrijf 4],

8.
[belanghebbende 8],

9. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[belanghebbende 9] B.V.,

10. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[belanghebbende 10] B.V.,

11. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[belanghebbende 11] B.V.,

12. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[belanghebbende 12] B.V.,

13. de besloten vennootschap
[belanghebbende 13] B.V.,

14.
[belanghebbende 14],kantoorhoudende te Haarlem, curator in het faillissement van de besloten vennootschap [bedrijf 5] B.V.,

15. één of meer andere al dan niet zakelijke (onder)huurders, van wie de namen niet kunnen worden achterhaald,
de huurders

16. eenieder, voor zover geen huurder als bedoeld in artikel 3:264 lid 4 en 8 BW, die zich bevindt,
de bewoners,

wonende, gevestigd dan wel verblijvende op het adres [adres] ([postcode]) [plaats],
de belanghebbenden.

1.De verzoeken

1.1.

Het verzoekschrift strekt tot het verkrijgen van verlof om een beroep te doen op het huurbeding als bedoeld in artikel 3:264 leden 5 en 6 BW, alsmede tot ontruiming door de huurders en bewoners van het hierna omschreven registergoed binnen drie dagen dan wel een door de voorzieningenrechter aan te geven termijn.

1.2.

Verder heeft de bank verzocht om een machtiging te verlenen om het registergoed in beheer en onder zich te nemen c.q. te ontruimen, zo nodig met behulp van een deurwaarder en de sterke arm. Tot slot heeft de bank verzocht om ook de hypotheekgever te veroordelen tot ontruiming.

1.3.

Onder het registergoed wordt verstaan:

het recht van ondererfpacht op het recht van erfpacht op een perceel grond, met het zich daarop bevindende woonhuis en alle verdere aan- en toebehoren aan de [adres] te [plaats]. kadastraal bekend gemeente [gemeente 1] en [gemeente 2], [kadasternummer].

2.De beoordeling

Geen van de belanghebbenden hebben, hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, verweer gevoerd tegen de verzoeken. Aan de wettelijke vereisten voor toewijzing van de verzoeken is voldaan. De voorzieningenrechter zal de verzoeken als volgt toewijzen.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter

3.1.

verleent verlof aan de bank om het huurbeding in te roepen tegen de huurders,

3.2.

machtigt de bank om het registergoed in beheer te nemen en onder zich te nemen,

3.3.

veroordeelt de hypotheekgever, de huurders en /of de bewoners om het registergoed omschreven onder 1.3 te ontruimen met al de hunnen en al het hunne en om dat registergoed met afgifte van de sleutels aan de bank ter vrije beschikking te stellen,

3.4.

machtigt de bank om deze beschikking desnoods met behulp van de sterke arm van politie en justitie ten uitvoer te doen leggen,

3.5.

bepaalt dat gedurende een termijn van zeven dagen na de betekening van de beschikking aan de hypotheekgever, de huurders en/of de bewoners niet ontruimd mag worden,

3.6.

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,

3.7.

wijst het meer of anders verzochte af.

Deze beschikking is gegeven door mr. W.S.J. Thijs en in het openbaar uitgesproken op 7 februari 2025.