ECLI:NL:RBNHO:2025:2348

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 februari 2025
Publicatiedatum
5 maart 2025
Zaaknummer
C/15/360750/KG ZA 25-9
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding inzake bevriezing van crypto-accounts in verband met boilerroomfraude

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 20 februari 2025 uitspraak gedaan in een kort geding. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.A. Hupkes, heeft een vordering ingediend tegen de gedaagde partij, die niet is verschenen. De eiser heeft gesteld dat hij slachtoffer is geworden van boilerroomfraude via de website www.bitoponline.com, waar hij aanzienlijke bedragen in cryptovaluta heeft geïnvesteerd. Na een periode van winst, bleek hij niet in staat om zijn investeringen terug te halen, en de website was offline. De eiser heeft aangifte gedaan bij de politie en een blockchainanalyse laten uitvoeren, waaruit bleek dat de gestolen crypto naar verschillende accounts was overgemaakt die toebehoren aan een crypto-exchange. De eiser vorderde onder andere dat de gedaagde partij de accounts zou bevriezen en gegevens van de gebruikers van deze accounts zou verstrekken. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er voldoende grond is voor de vorderingen van de eiser en heeft deze toegewezen, met inachtneming van een dwangsom voor eventuele overtredingen. De rechter heeft ook bepaald dat de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland

Civiel recht
Zittingsplaats Alkmaar
Zaaknummer: C/15/360750 / KG ZA 25-9
Vonnis in kort geding van 20 februari 2025
in de zaak van
[eiser],
wonend in [plaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
advocaat: mr. M.A. Hupkes,
tegen
[gedaagde]
,
gevestigd te [plaats 2] , [land] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- de producties van [eiser] ,
- de mondelinge behandeling van 13 februari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de verstekverlening tegen de niet verschenen gedaagde.

2.De uitgangspunten

2.1.
In augustus 2024 ontvangt [eiser] via Whatsapp een bericht van een onbekende persoon. [eiser] en de onbekende persoon raken in gesprek. [eiser] wordt uiteindelijk door de onbekende persoon verzocht om een account aan te maken op www.bitoponline.com en via deze site te investeren in crypto.
2.2.
[eiser] maakt een account aan en start met een inleg van $ 100,-. Aanvankelijk maakt [eiser] winst die hij snel kan terughalen. [eiser] investeert vervolgens in de periode van 7 oktober 2024 tot en met 24 oktober 2024 omgerekend € 637.490,- via
www.bitoponline.com.
2.3.
Op 18 oktober 2024 probeert [eiser] zijn winst uit te keren, maar dit lukt niet. [eiser] probeert op een later moment nogmaals in te loggen, maar de website blijkt offline.
2.4.
Op 28 oktober 2024 doet [eiser] aangifte bij de politie en schakelt Dataexpert B.V. in voor een blockchainanalyse. Dataexpert B.V. stelt een rapport op, waaruit blijkt dat de gestolen crypto vanaf het account van [eiser] naar verschillende cryptoaccounts (hierna: de accounts) is gegaan, die allen toebehoren aan crypto-exchange [naam] .
2.5.
[naam] is wereldwijd actief en exploiteert de website www. [naam] .com. Uit de
terms and conditionsop de website van [naam] blijkt dat [gedaagde] de entiteit achter [naam] is.
2.6.
Op 11 december 2024 en 17 december 2024 stuurt [eiser] e-mails naar [naam] ( [e-mail 1] ), waarin [eiser] [naam] verzoekt om de accounts te bevriezen. [naam] reageert niet. Op 30 december 2024 stuurt [eiser] een e-mail naar [e-mail 2] . [eiser] ontvangt een ontvangstbevestiging, maar een inhoudelijke reactie blijft uit.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert – samengevat – op straffe van een dwangsom en onder compensatie van de proceskosten:
I. [gedaagde] te bevelen om de accounts te bevriezen dan wel de toegang van de gebruiker(s) tot de account(s) te beëindigen;
II. [gedaagde] te verbieden om de gebruiker(s) van de accounts vooraf in kennis te stellen van deze ordemaatregel;
III. [gedaagde] te veroordelen de volledige voornamen, achternaam, het adres, de postcode, de woonplaats en het e-mailadres van de gebruikers van de accounts per e-mail aan de advocaat van [eiser] mede te delen;
IV. [gedaagde] te veroordelen om na het geven van uitvoering aan het onder sub I gevorderde, opgave te doen van het aantal en de soort cryptovaluta en/of liquiditeiten die door de maatregel zijn getroffen met meezending van een gedateerde schermafbeelding van de bevroren accounts;
V. [gedaagde] te veroordelen mutatieoverzichten te verstrekken over de periode 7 oktober 2024 tot en tot en met de datum van bekendmaking van het vonnis;
3.2.
[gedaagde] is niet ter zitting verschenen en heeft geen verweer gevoerd.

4.De beoordeling

Verstek
4.1.
Omdat [gedaagde] tijdens de mondelinge behandeling niet is verschenen, is verstek verleend. De voorzieningenrechter legt uit waarom.
4.2.
Ondanks nog niet is gebleken dat de betekeningsvoorschriften in acht zijn genomen, kan de voorzieningenrechter in spoedeisende gevallen in kort geding verstek verlenen tegen een in het buitenland gevestigde gedaagde. Hierbij is van belang dat zoveel mogelijk is gewaarborgd dat de dagvaarding degene voor wie die is bestemd daadwerkelijk heeft bereikt en wel zo tijdig dat hij nog de mogelijkheid heeft gehad verweer te voeren.
4.3.
[eiser] heeft de dagvaarding (en een Engelse vertaling), de dagbepaling en de producties per aangetekende e-mail van 9 januari 2025 aan [gedaagde] gezonden. [eiser] heeft een zogenoemd statusbiljet in het geding gebracht, waaruit kan worden afgeleid dat de e-mail aan [gedaagde] is bezorgd. Bovendien heeft [eiser] aan de hand van een eerdere (automatische) e-mail van [gedaagde] van 30 december 2024 aangetoond dat sprake is van een geldig e-mailadres (
[e-mail 2]). Hieruit volgt genoegzaam dat [gedaagde] kennis heeft genomen, althans heeft kunnen nemen, van de inhoud van de dagvaarding, en wel zo tijdig dat zij nog verweer hadden kunnen voeren op de mondelinge behandeling van dit kort geding op 13 februari 2025.
Bevoegdheid
4.4.
Op grond van artikel 6 sub e Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering (Rv) heeft de voorzieningenrechter rechtsmacht en acht hij zich bevoegd om van de vorderingen van [eiser] kennis te nemen. De vorderingen zijn gestoeld op een (beweerde) onrechtmatige daad en het schadebrengende feit heeft zich in Nederland voorgedaan, in die zin dat de schade in Nederland (waar [eiser] woont) is ingetreden. Weliswaar is de gestelde oplichting niet gepleegd door [gedaagde] , maar het zou onrechtmatig van [gedaagde] ten opzichte van [eiser] zijn indien zij niet zou voldoen aan dat wat [eiser] van haar vraagt c.q. vordert.
Toepasselijk recht
4.5.
Op grond van artikel 10:159 Burgerlijk Wetboek is Nederlands recht van toepassing.
Toewijzing vorderingen
4.6.
Waar het betreft de vordering onder I. heeft [eiser] toegelicht dat deze betrekking heeft op de “
receiving addresses” en/of de “
transactie ID’s” opgesomd op pagina 15 onder “
Below is a view of the BTC sequences of the transactions until the endpoints”van het rapport van de Dataexpert d.d. 2 december 2024.
Dat zijn deze gegevens:
4.7.
Over de vordering onder V. heeft [eiser] toegelicht dat deze vordering betrekking heeft op de in randnummer 34 van de dagvaarding bedoelde transactieoverzichten van de cryptoaccounts van de nog onbekende gebruikers. Dat zijn de cryptoaccounts hiervoor bedoeld onder 4.6. De voorzieningenrechter zal de vordering aldus toewijzen.
4.8.
De vorderingen komen niet onrechtmatig of ongegrond voor en zullen worden toegewezen als hierna te melden. Wel zal de rechtbank bepalen dat een dwangsom pas zal worden verbeurd na betekening van het vonnis en – behalve betreffende het verbod
onder II – pas nadat [gedaagde] gedurende enige dagen na de betekening van het vonnis de tijd heeft gekregen alsnog aan het vonnis te voldoen. De dwangsom zal, gelet op het geldelijk belang van [eiser] , iets meer worden gematigd dan gevorderd.
Proceskosten
4.9.
Omdat [gedaagde] als neutrale derde heeft te gelden, heeft [eiser] verzocht de proceskosten te compenseren. Dat zal de voorzieningenrechter doen in die zin dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
beveelt [gedaagde] om de accounts van de gebruiker(s) die zij kan vinden via de “
receiving addresses” en/of de “
transactie ID’s” opgesomd op pagina 15 onder “
Below is a view of the BTC sequences of the transactions until the endpoints”van het rapport van de Dataexpert d.d. 2 december 2024 te bevriezen dan wel de toegang van de gebruiker(s) tot hun account(s) te beëindigen, dit binnen vier dagen nadat [eiser] dit vonnis, alsmede de Engelse vertaling daarvan, alsmede het bedoelde rapport ter kennis van [gedaagde] heeft gebracht door toezending aan het e-mailadres [e-mail 2] , onder de voorwaarde dat [eiser] binnen vier maanden na bekendmaking van de onder 5.3 bedoelde informatie een procedure entameert tegen de bedoelde gebruiker(s) waarin mede een voorziening wordt gevorderd die de rechtspositie van [gedaagde] betreffende de afdracht van hetzij de bevroren activa dan wel de tegenwaarde daarvan en/of de status van de bevriezing van het account duidelijk maakt;
5.2.
verbiedt [gedaagde] om de hiervoor bedoelde gebruiker(s) vooraf in kennis te stellen van deze ordemaatregel;
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om binnen vier werkdagen na kennisgeving van dit vonnis en de Engelse vertaling daarvan aan het e-mailadres
[e-mail 2], per e-mail aan de advocaat van [eiser] mede te delen de volledige voornamen, achternaam, het adres, de postcode en de woonplaats en het e-mailadres van de gebruiker(s) die zij kan identificeren door middel van de gegevens opgesomd in het rapport van Dataexpert d.d. 2 december 2024;
5.4.
veroordeelt [gedaagde] om binnen vier werkdagen na het geven van uitvoering aan het onder 5.1 bedoelde bevel opgave te doen van het aantal en de soort cryptovaluta en/of liquiditeiten die door de maatregel zijn getroffen met meezending van een gedateerde schermafbeelding van het/de bevroren account(s);
5.5.
veroordeelt [gedaagde] om binnen vier werkdagen na toezending van dit vonnis aan het e-mailadres [e-mail 2] mutatieoverzichten te verstrekken inzake de accounts bedoeld onder 5.1 over de periode 7 oktober 2024 tot en met de datum van afgifte van dit vonnis;
5.6.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van een dwangsom van € 50.000,00 voor iedere overtreding van het onder 5.2 gegeven verbod vanaf de dag van betekening van dit vonnis en van de onder 5.1, 5.3, 5.4 en 5.5 genoemde bevelen en veroordelingen, vanaf de vijfde dag na de betekening van dit vonnis, te vermeerderen met een dwangsom van € 50.000,00 voor iedere dag dat de overtreding voortduurt, een en ander met een maximum van € 650.000,00;
5.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.8.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij zijn eigen kosten draagt;
5.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Gisolf en in het openbaar uitgesproken op 20 februari 2025.
MKI/JG