Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
Volgens dat bericht: 1. Werk is niet af. 2. Ruimte tussen plint en vloer is te groot delen in. Te kort afgesneden. 3. Delen vloer zitten los. 4. WC is met een totaal andere kleur afgekort dan de vloer of de muur. 5. Kitvoeg is te breed, komt door te kort afsnijden. 6. Vloerverwarming is lek gemaakt. 7. Vloerverwarming is beschadigd door vlinder apparaat op kale slangen te gooien. 8. Verkeerd inmeten. 9 niet doorgeven visgraatverband wat je wel is vertel. Klant bevestigt dit.
Worden deze punten niet voor 12-04-24 opgelost (..) dan wordt het werk afgemaakt door een extern bedrijf, de kosten gaan naar sbr,
- Omdat eerst de plinten zijn geplaatst en daarna de vloer, sluit de vloer niet mooi aan. De ruimte tussen plint en vloer moet nog voorzien worden van een kitrand.
- Aantal strookjes PVC zijn niet mooi pasgesneden tegen muur, plint of kozijn. Deze strookjes zouden vervangen moeten worden.
- In de meterkast is het PVC nog niet pasgesneden waardoor de stroken hier hangen in een loze ruimte met als gevolg dat de stroken zich lostrekken van de lijm.
- Door de ruimte verspreid zie je stroken die niet aansluiten aan elkaar. Een stroken PVC is nooit 100% naadloos te leggen. De Grootste kiertjes die ontstaan tijdens het leggen zijn op te vullen met speciaal voegmiddel voor PVC. Ik zou adviseren dit zeker te doen in het keukengedeelte.
Al met al kan ik melden dat er een mooie visgraat vloer is geplaatst en kost het slechts een paar uur om de puntjes op de “i” te krijgen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
11 december 2023 vanwege de schade die medewerkers van S.B.R. vloeren aan die verwarming hebben veroorzaakt door het vallen van een cementpot. S.B.R. Vloeren heeft erkend dat zij aansprakelijk is voor die schade. De hiervoor in rekening gebrachte bedragen heeft S.B.R. Vloeren niet gemotiveerd betwist. Deze posten, werkzaamheden € 275,00, koppelingen € 12,50 en transport € 3,11, worden toegewezen.
“opname klacht werk niet af en niet goed afgewerkt”,weekendtarief € 300,00 en € 40,74 transport. Die post heeft [gedaagde] onvoldoende toegelicht en niet is onderbouwd dat die post uitsluitend verband houdt met de werkzaamheden van S.B.R. Vloeren. Deze post wordt daarom afgewezen.
afkitten vloer langs plinten gehele woning begane grond inclusief transport voor € 715,00. Vast staat dat het kitten van de vloer door S.B.R. Vloeren niet is uitgevoerd, terwijl het wel deel uitmaakte van de opdracht en daarvoor ook betaling wordt verlangd. S.B.R. Vloeren heeft hiervoor immers geen bedrag gecrediteerd. [gedaagde] heeft nog toegelicht dat de oorspronkelijke afspraak was dat de plinten na het leggen van de vloer zouden worden aangebracht. Kort voor de aanvang van het werk heeft S.B.R. Vloeren die afspraak veranderd, de plinten moesten eerst worden aangebracht en ook geschilderd. Omdat dat laatste niet was gedaan, is het kitten niet uitgevoerd. S.B.R. Vloeren weigerde vervolgens om nogmaals te komen en het kitten uit te voeren, hoewel dat bij deze gang van zaken wel op haar weg had gelegen. Die toelichting is door S.B.R. Vloeren niet weersproken. Het verweer van S.B.R. Vloeren dat [gedaagde] te veel uren in rekening brengt, omdat het kitten maar een paar uurtjes werk zou zijn, is niet onderbouwd. De post afkitten van € 750,00 op 19 september 2024 wordt daarom toegewezen. Omdat die post is vermeld inclusief transport, worden de daarbij gefactureerde transportkosten voor 19 september 2024 niet toegewezen.
16 augustus 2024, 25 augustus 2024, 30 augustus 2024 en 7 september 2024.
Gefactureerd zijn herstelkosten, transport en materiaal. Hoeveel uren er op deze dagen gewerkt is, is niet vermeld, wel wordt melding gemaakt van een zondag- of weekend-tarief. Voor deze werkzaamheden wordt in totaal € 2.315,00 berekend. Daarbij komen viermaal een post transportkosten en eenmaal een post egaline pvc lijm.
schadevergoeding door klant aan mij berekend per ontneming wooncomfort, € 250,00 per maand,totaal € 1.750,00 in zijn factuur opgenomen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] toegelicht dat dit bedrag niet door [naam 3] is gevorderd maar dat [naam 3] en [gedaagde] vinden dat [naam 3] , vanwege de vertraging in het werk en het daardoor veroorzaakte ongemak, recht op een dergelijke vergoeding heeft. De vordering ziet dus op een vergoeding van immateriële schade voor [naam 3] . [naam 3] is echter geen partij in deze zaak. Daarnaast is niet gesteld of gebleken dat [gedaagde] reeds een bedrag ter zake aan [naam 3] heeft betaald. Los daarvan geldt dat voor een vergoeding van immateriële schade pas plaats is indien de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Daarvoor is wettelijk gezien meer vereist dan het ongenoegen dat in dit geval is gesteld. [4] Niet gebleken is dat psychische schade is ontstaan door het gebrek aan wooncomfort gedurende zeven maanden, zoals - zonder verdere onderbouwing - is gesteld. Gelet op al het vorenstaande wordt dit deel van de vordering afgewezen.
€ 41,37 + € 41,37 + € 35,00). De kantonrechter zal daaraan niet de door [gedaagde] gevraagde betaaltermijn van vijf dagen na de datum van dit vonnis verbinden, daarvoor is geen wettelijke grondslag.