Uitspraak
de burgemeester van de gemeente Purmerend, de burgemeester
Inleiding
1.7. Omdat de voorzieningenrechter na afloop van de zitting tot de conclusie is gekomen dat nader onderzoek niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak beslist zij ook op het beroep van verzoekster daartegen. Artikel 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk en dat is ter zitting ook met partijen besproken.
Totstandkoming van het besluit
Het oordeel van de voorzieningenrechter
“Echter, ook als uit bestuursrechtelijk oogpunt vaststaat dat de burgemeestersluiting rechtmatig is, laat dat onverlet dat geoordeeld kan worden dat ontbinding en ontruiming niet proportioneel zijn.(…) Op basis van de hiervoor genoemde omstandigheden en overwegingen is er in het kader van dit kort geding onvoldoende grond om aan te nemen dat ook als blijkt dat de woning bestuursrechtelijk terecht is gesloten, een buitengerechtelijke ontbinding gerechtvaardigd is.”Het is daarom niet aannemelijk dat een ontbinding van de huurovereenkomst van verzoekster, als zij daartegen opkomt, gerechtvaardigd zal worden geacht. Daarbij heeft de burgemeester er tijdens de zitting op gewezen dat de besluitvorming zo is opgesteld dat daar duidelijk uit blijkt dat niet verzoekster de feitelijke overtreder is, maar haar zoon. Dit kan verzoekster aan Intermaris laten zien.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
Rechtsmiddel
- de bekendheid van het pand als drugspand in het drugscircuit te doorbreken en te verhinderen dat het pand (weer) wordt gebruikt voor het drugscircuit en de georganiseerde drugshandel;
- een duidelijk en zichtbaar signaal af te geven dat de handel in en productie van drugs niet wordt getolereerd en dat daartegen wordt opgetreden;
- het woon- en/of leefklimaat in en rondom het pand te beschermen en gevaar voor (nieuwe) bewoners, ondernemers en omwonenden te voorkomen;