ECLI:NL:RBNHO:2025:2280

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 februari 2025
Publicatiedatum
4 maart 2025
Zaaknummer
C/15/361952 / FA RK 25-729
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel op grond van de Wvggz

Op 17 februari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 13 februari 2025 verzocht om de voortzetting van de crisismaatregel die eerder door de burgemeester van Haarlemmermeer was opgelegd aan de betrokkene. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat mr. L. Scheffer, en een arts aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van ernstig nadeel in de zin van de wet, ondanks het verweer van de betrokkene dat hij genoeg tot rust was gekomen en in staat was om zijn problemen zelf op te lossen. De rechtbank oordeelde dat de situatie zo ernstig was dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht. De rechtbank heeft vervolgens een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend voor de duur van drie weken, met specifieke vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid van de betrokkene. De beschikking is openbaar uitgesproken op 17 februari 2025 en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 3 maart 2025.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Haarlem
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
zaak-/rekestnr.: C/15/361952 / FA RK 25-729
beschikking van de enkelvoudige kamer van 17 februari 2025,
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz), voor:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ( [land] ),
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in [locatie] ,
hierna: betrokkene,
advocaat: mr. L. Scheffer, kantoorhoudende te Amsterdam.

1.Procedure

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 13 februari 2025, heeft de officier van justitie voortzetting verzocht van de door de burgemeester van de gemeente Haarlemmermeer op 13 februari 2025 aan betrokkene opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel;
  • de medische verklaring van 13 februari 2025;
- een overzicht van eerder voor betrokkene verleende machtigingen op grond van de Wvggz van 13 februari 2025;
- het episodejournaal van 12 februari 2025.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 17 februari 2025, in voornoemde accommodatie.
1.3.
Ter zitting zijn de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- [arts] , arts.
Ook was [psychiater] , psychiater, ter zitting aanwezig.
1.4.
Tevens is ten behoeve van betrokkene bijstand verleend door een tolk in de Engelse taal.
1.5.
De officier van justitie heeft aangegeven niet ter zitting te zullen verschijnen.

2.Beoordeling

2.1.
Namens betrokkene is verzocht het verzoek af te wijzen omdat er – naar de rechtbank begrijpt – geen sprake meer is van ernstig nadeel in de zin van de wet, voor betrokkene zelf en evenmin voor zijn omgeving. Betrokkene is genoeg tot rust gekomen en is er klaar voor om naar huis te gaan. Hij is in staat om in de thuissituatie zijn problemen zelf op te lossen met medicatie en door goed te slapen. Daarnaast krijgt betrokkene hulp van zijn ouders, aldus nog steeds de advocaat.
De arts heeft ter zitting naar voren gebracht dat er sprake is van vooruitgang in het toestandsbeeld van betrokkene, maar dat betrokkene nog wel psychotisch is en verdere behandeling behoeft.
De rechtbank is gelet op de stukken in het dossier en hetgeen de arts in aanvulling daarop ter zitting naar voren heeft gebracht, van oordeel dat er sprake is van ernstig nadeel in de zin van de wet, dan wel dat er in ieder geval sprake is van een aanzienlijk risico op dit nadeel voor of van betrokkene of een ander door voornoemde stoornis in de vorm van:
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • ernstige psychische schade;
  • ernstige verwaarlozing;
  • maatschappelijke teloorgang;
  • de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van een ander oproept.
2.2.
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychotische stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.3.
De rechtbank is van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
  • het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het beperken van bewegingsvrijheid;
  • het insluiten van betrokkene;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • opnemen in een accommodatie.
2.4.
Betrokkene verzet zich tegen voornoemde vormen van verplichte zorg.
2.5.
Gelet op het voorgaande wordt aan de wettelijke voorwaarden voor afgifte van de machtiging met de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg voldaan. Daarom zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ( [land] ), met de vormen van verplichte zorg zoals hierboven onder 2.3. zijn genoemd;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
10 maart 2025.
Deze beschikking is gegeven door mr. S. Ok, rechter, in tegenwoordigheid van E.C.A. Schinck als griffier en in het openbaar uitgesproken op 17 februari 2025.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 3 maart 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.