Op 17 februari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een zorgmachtiging voor betrokkene, ingediend door de officier van justitie. Het verzoek was gericht op het verlenen van verplichte zorg op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Betrokkene, die lijdt aan een posttraumatische stressstoornis en een ernstige verslaving aan methadon en dexafetamine, heeft verzet aangetekend tegen de zorgmachtiging. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van wilsbekwaam verzet, wat betekent dat betrokkene in staat is om zijn eigen belangen te waarderen en zijn voorkeuren kenbaar te maken. Tijdens de zitting zijn verschillende medische verklaringen besproken, maar de rechtbank oordeelde dat de toelichting van de psychiater onvoldoende was om te concluderen dat betrokkene wilsonbekwaam is. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen ernstig nadeel is dat voortvloeit uit de psychische stoornis van betrokkene, en dat er geen levensgevaar of ernstig nadeel voor anderen is. Daarom heeft de rechtbank het verzoek om zorgmachtiging afgewezen.