ECLI:NL:RBNHO:2025:2143

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 februari 2025
Publicatiedatum
28 februari 2025
Zaaknummer
11489289 BM VERZ 25-126 MVH
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van beschermingsbewindvoerder Bureau Kwaaitaal B.V. wegens gewichtige redenen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, op 26 februari 2025, ambtshalve het ontslag van Bureau Kwaaitaal B.V. als beschermingsbewindvoerder uitgesproken. Dit ontslag vond plaats op basis van gewichtige redenen zoals bedoeld in artikel 1:448 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er ernstige onderbezetting was bij Bureau Kwaaitaal, wat leidde tot een tekort aan gekwalificeerd personeel om de belangen van de onderbewindgestelde adequaat te waarborgen. De kantonrechter heeft eerder al maatregelen genomen, waaronder het ontslag van Kwaaitaal in ongeveer 180 zaken, maar de situatie is niet verbeterd.

Tijdens de zitting op 21 februari 2025 is gebleken dat de bestuurder van Kwaaitaal, [bestuurder], onjuiste informatie heeft verstrekt aan de kantonrechter over de inzet van een ervaren bewindvoerder, [ervaren bewindvoerder]. Deze laatste heeft verklaard dat zij nooit werkzaamheden voor Kwaaitaal heeft verricht, wat de kantonrechter heeft doen besluiten dat het vertrouwen in de bestuurder van Kwaaitaal is geschaad. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de bestuurder niet de verantwoordelijkheid heeft genomen om de onderbezetting op te lossen en dat er sprake is van gewichtige redenen voor ontslag.

Als opvolgend bewindvoerder is C. Hageman-Schram, h.o.d.n. Mijn Bewind, benoemd. De kantonrechter heeft tevens bepaald dat Bureau Kwaaitaal B.V. wordt vrijgesteld van het indienen van een eindrekening en verantwoording, en dat zij geen aanspraak kan maken op beloning voor het opmaken van een eindrekening. Deze beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer: 11489289 BM VERZ 25-126 MVH
Uitspraakdatum: 26 februari 2025
Beschikking van de kantonrechter
in het bewind van:
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: betrokkene,
van wie de bewindvoerder is:
Bureau Kwaaitaal B.V.
gevestigd te Den Helder,
hierna ook te noemen: Kwaaitaal.
procedure
De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • de beschikking van de kantonrechter van 24 januari 2025;
  • de brief van de coördinerend kantonrechter aan Kwaaitaal van 24 januari 2025;
  • de telefonische melding van het Landelijk Kwaliteitsbureau aan de coördinerend kantonrechter van 13 februari 2025;
  • de (oproep)brief aan Kwaaitaal van 17 februari 2025;
  • de e-mail van Kwaaitaal van 20 februari 2025 22.39 uur;
  • het telefoongesprek dat de kantonrechter in het bijzijn van de griffier voerde met
Vervolgens is het door de kantonrechter in de brief van 17 februari 2025 genoemde voorgenomen ontslag in alle zaken ter zitting behandeld op 21 februari 2025. Ter zitting zijn verschenen en gehoord:
- [bestuurder] , bestuurder van Bureau Kwaaitaal B.V.;
- [bewindvoerder] , bewindvoerder;
- [medewerker] , medewerker.
De griffier heeft hiervan aantekeningen gemaakt.

1.Feiten

Bij beschikking van de kantonrechter van 21 juli 2005 is een bewind ingesteld
over de (toekomstige) goederen van betrokkene wegens zijn geestelijke of lichamelijke toestand. Op dit moment is Kwaaitaal bewindvoerder.
Op basis van artikel 1:448 lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW) kan een bewindvoerder worden ontslagen hetzij op eigen verzoek, hetzij wegens gewichtige redenen of omdat hij niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden, zulks op verzoek van de medebewindvoerder of degene die gerechtigd is onderbewindstelling te verzoeken als bedoeld in artikel 432, eerste en tweede lid BW, dan wel ambtshalve.
Een bewindvoerder heeft maatschappelijk gezien een belangrijke taak, aangezien een bewindvoerder de belangen van een kwetsbare groep in de maatschappij moet waarborgen. Vanuit die optiek worden hoge eisen aan een bewindvoerder gesteld.
[onderneming 1] heeft per 1 juli 2023 de aandelen overgenomen van Bureau Kwaaitaal B.V. Kwaaitaal was op dat moment bewindvoerder voor ongeveer 300 personen. Per 8 februari 2024 is [onderneming 1] ook eigenaar van [onderneming 2] , een ander bewindvoerderskantoor.
[bestuurder] is feitelijk bestuurder van Kwaaitaal en [onderneming 2]
De kantonrechter heeft [bestuurder] bij brief van 17 februari 2025 opgeroepen om gehoord te worden over het daarin vermelde voorgenomen ambtshalve ontslag in alle zaken.

2.Wat vooraf ging

Op 17 januari 2025 heeft de kantonrechter [bestuurder] ook al gehoord over een voorgenomen ontslag in alle zaken. Belangrijke aanleiding daarvoor was toen de reeds enige tijd bestaande ernstige onderbezetting bij Kwaaitaal. De kantonrechter heeft Kwaaitaal bij beschikking van 24 januari 2025 ontslagen in ongeveer 180 zaken.
In de beschikking van 24 januari 2025, de daaraan voorafgaande gesprekken en de mondelinge behandeling is [bestuurder] er indringend op gewezen dat hij zorg dient te dragen voor een structurele, toereikende en kwalitatieve bezetting aan medewerkers om de vereiste kwaliteit in de aan Kwaaitaal toevertrouwde dossiers van een kwetsbare doelgroep te verrichten.
In de beschikking van 24 januari 2025 is onder meer overwogen dat niet was gebleken dat [bestuurder] zich niet had ingespannen om de onderbezetting op te lossen. Omdat [bestuurder] kort voor de zitting in januari bovendien nieuwe medewerkers had aangenomen die kort daarna zouden starten, heeft de kantonrechter Kwaaitaal niet in alle zaken ontslagen maar in ongeveer 180 van de ruim 300 dossiers. Daarbij is wel overwogen dat het grotendeels ging om medewerkers zonder ervaring in de branche. Bij de beslissing is meegewogen dat [bestuurder] een plan van aanpak had overgelegd waarin stond beschreven dat deze onervaren medewerkers zouden worden ingewerkt door een (zeer) ervaren bewindvoerder – [ervaren bewindvoerder] - die ongeveer 24 uur per week tijdelijk ondersteuning zou bieden. [ervaren bewindvoerder] zou volgens dat plan al starten op 21 januari 2025.
In de brief van 24 januari 2025 heeft de kantonrechter [bestuurder] medegedeeld dat zij verwacht dat hij de kantonrechter per omgaande informeert over wijzigingen in het personeelsbestand en andere belangrijke ontwikkelingen.
Onder verwijzing naar deze brief en de beschikking van 24 januari 2025 in die zaak, overweegt de kantonrechter in de onderhavige zaak als volgt.

3.Nieuwe ontwikkelingen / melding [ervaren bewindvoerder]

Op 13 februari 2025 heeft het Landelijk Kwaliteitsbureau telefonisch contact gehad met [ervaren bewindvoerder] omdat zij verzocht haar vermelding als bewindvoerder bij Kwaaitaal in Toezicht te verwijderen. Zij heeft meegedeeld dat zij door [bestuurder] niet in staat is gesteld werkzaamheden als bewindvoerder te verrichten voor Kwaaitaal. [bestuurder] heeft haar ondanks diverse verzoeken van haar kant niet aangegeven wat van haar werd verwacht. Dit ondanks het feit dat zij zelf in de beschikking van 24 januari 2025 had gelezen over het grote belang van haar rol. Zij heeft om die reden besloten niet meer voor Kwaaitaal te willen werken. [bestuurder] heeft niet gereageerd op haar bericht per e-mail van 12 februari 2025 dat zij niet meer bereid is werkzaamheden voor Kwaaitaal te verrichten. Dit alles volgens [ervaren bewindvoerder] . In het telefoongesprek met de coördinerend kantonrechter op 21 februari 2025 heeft [ervaren bewindvoerder] haar verhaal nog eens expliciet bevestigd en aangegeven dat zij op geen enkel moment werkzaamheden voor Kwaaitaal heeft verricht. Ook gaf zij aan niet op de hoogte te zijn geweest van de in het plan van aanpak genoemde data in januari waarop zij zou starten met werkzaamheden voor Kwaaitaal.
Omdat [bestuurder] niet aan de kantonrechter heeft gemeld dat [ervaren bewindvoerder] niet aan het werk was voor Kwaaitaal en daarmee de instructie van de kantonrechter uit de brief van 24 januari 2025 niet is nagekomen, heeft de kantonrechter hem opgeroepen voor de zitting van 21 februari 2025.

4.Standpunt [bestuurder]

heeft op de zitting erkend dat [ervaren bewindvoerder] niet is ingeschakeld. Hij gaf als verklaring dat daarvoor de hectiek te groot was. Hij heeft dat niet zelf aan de kantonrechter gemeld omdat hij vanwege ziekte van zijn moeder in het buitenland was.

5.Beoordeling

De kantonrechter constateert dat [bestuurder] aan de kantonrechter onjuiste informatie verstrekt en heeft verstrekt. Hij heeft daarmee het vertrouwen van de kantonrechter geschaad.
Voor de zitting van 17 januari 2025 is door [bestuurder] een plan van aanpak ingediend waarin specifieke taken voor [ervaren bewindvoerder] waren opgenomen in het kader van het inwerken van de nieuwe collega’s en werk als bewindvoerder voor Kwaaitaal, te starten op 21 januari 2025. [ervaren bewindvoerder] heeft desgevraagd aan de kantonrechter verklaard dat deze data niet met haar waren afgestemd. De kantonrechter heeft geen enkele aanleiding te twijfelen aan de verklaring van [ervaren bewindvoerder] . [bestuurder] heeft daarmee de kantonrechter aantoonbaar onjuist voorgelicht. In hetzelfde stuk staat ook:
[ervaren bewindvoerder] heeft de afgelopen tijd voornamelijk werkzaamheden verricht binnen [onderneming 2] en staat ons nu bij in Kwaaitaal.Dat blijkt niet waar, [ervaren bewindvoerder] heeft verklaard op geen enkel moment werkzaamheden voor Kwaaitaal te hebben verricht.
In de registratie van [ervaren bewindvoerder] als bewindvoerder bij Kwaaitaal in het systeem Toezicht staat dat zij al sinds 1 december 2024 werkzaam is voor Kwaaitaal. Ook dat blijkt onjuist en in strijd met de waarheid.
Hieruit blijkt tenslotte dat [bestuurder] al veel eerder had kunnen en moeten melden dat [ervaren bewindvoerder] niet – zoals vermeld in het plan van aanpak - aan het werk was voor Kwaaitaal, zodat het bezoek aan zijn moeder - na het bericht van 12 februari 2025 van [ervaren bewindvoerder] - in dat kader niet relevant is. Hij had immers in de beschikking van 24 januari 2025 kunnen lezen dat de kantonrechter in de beslissing heeft meegewogen dat de nieuwe medewerkers door deze ervaren bewindvoerder zouden worden ingewerkt.
Niet alleen heeft de kantonrechter door de hele gang van zaken bij Kwaaitaal gerede twijfel of Kwaaitaal haar werkzaamheden wel op de juiste wijze uitvoert, maar door het uiten van dergelijke onwaarheden en het niet melden van belangrijke wijzigingen, frustreert [bestuurder] het toezicht door de kantonrechter. Het is immers niet de taak van de kantonrechter om dagelijks in de gaten te houden of een bewindvoerder nog (voldoende) personeel heeft om de vereiste kwaliteit te kunnen leveren. En of het personeel dat in Toezicht staat geregistreerd als medewerker, daadwerkelijk aan het werk is voor een bewindvoerder. De bewindvoerder moet zelf een proactieve rol vervullen en dient bij problemen op eigen initiatief contact op te nemen met de toezichthoudend kantonrechter.
Ondanks het feit dat [bestuurder] erkent dat hij moet zorgen voor voldoende personeel, laat [bestuurder] niet zien dat hij die verantwoordelijkheid neemt.
Gezien het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat sprake is van gewichtige redenen die moeten leiden tot een ontslag van Kwaaitaal in alle zaken.
De kantonrechter zal meteen overgaan tot benoeming van de opvolgend bewindvoerder. Hiertoe heeft zich bereid verklaard C. Hageman-Schram, h.o.d.n. Mijn Bewind die naar het oordeel van de kantonrechter als professioneel bewindvoerder in staat moet worden geacht deze taak op zich te nemen.

6.Hoe verder

Omdat de kantonrechter Kwaaitaal ontslaat als bewindvoerder is het noodzakelijk direct een andere bewindvoerder aan te wijzen. Betrokkene heeft hierdoor niet de mogelijkheid gehad zelf een opvolgend bewindvoerder voor te dragen. De kantonrechter overweegt daarover het volgende.
Door deze beslissing en die van 24 januari 2025 zijn in de regio opgeteld ruim 300 zaken herverdeeld. De kantonrechter heeft bij de keuze voor opvolgend bewindvoerders rekening gehouden met de vraag of de opvolger voldoende medewerkers heeft in verhouding tot het aantal dossiers. Op dit moment bestaat er daarom geen mogelijkheid om betrokkene de keuze te geven zelf op zoek te gaan naar een andere bewindvoerder. Een eventueel verzoek daartoe kan betrokkene daarom in beginsel niet eerder doen dan na 4 juni 2025. Op dat moment heeft de door de kantonrechter benoemde bewindvoerder de tijd gehad om de samenwerking met betrokkene vorm te geven. Betrokkene zal bij een dergelijk verzoek gemotiveerd moeten aangeven waarom het nodig is een andere bewindvoerder te benoemen. Betrokkene moet er ook rekening mee houden dat met een extra overstap nogmaals aanvangskosten en bovendien ook eindkosten in rekening zullen worden gebracht door de bewindvoerders. Een dergelijk verzoek zal tenslotte in het algemeen op een zitting behandeld worden, tenzij beide bewindvoerders akkoord zijn.
De kantonrechter zal Kwaaitaal ontheffen van de taak om eindrekening en verantwoording op te stellen. De kantonrechter kent daarom geen eindvergoeding toe aan Kwaaitaal.

7.beslissing

De kantonrechter:
- ontslaat, ambtshalve, met ingang van heden als bewindvoerder: Bureau Kwaaitaal B.V., Kvkno. 41239818, correspondentieadres: postbus 6025, 1780 KA Den Helder;
- benoemt, met ingang van heden, tot bewindvoerder: C. Hageman-Schram, h.o.d.n. Mijn Bewind, Kvkno. 88283275, correspondentieadres: Oostwal 2, 1747 EZ Tuitjenhorn;
- stelt de jaarbeloning van de bewindvoerder vast overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
- stelt de beloning van de bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vast op een bedrag van € 660,00 (exclusief btw);
- bepaalt dat Bureau Kwaaitaal B.V. wordt vrijgesteld van het indienen van een eindrekening en verantwoording;
- bepaalt dat Bureau Kwaaitaal B.V. geen aanspraak kan maken op de beloning voor het opmaken van een eindrekening en verantwoording;
- gelast Bureau Kwaaitaal B.V. om het papieren en/of digitale dossier van betrokkene, alle elektronische en/of digitale gegevensdragers waarop zich gegevens van betrokkene bevinden en alle inlogcodes en wachtwoorden die toegang bieden tot gegevens van betrokkene over te dragen aan de opvolgend bewindvoerder.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.E. Merkus, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak (dit dient te geschieden door een advocaat).