ECLI:NL:RBNHO:2025:2094
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Voornaamswijziging van een minderjarige met genderdysforie
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 27 februari 2025 een beschikking gegeven over de voornaamswijziging van een minderjarige, die lijdt aan genderdysforie. De moeder van de minderjarige, die optreedt als wettelijk vertegenwoordiger, heeft een verzoek ingediend om de voornaam van haar kind te wijzigen in een naam die beter aansluit bij de genderidentiteit van de minderjarige. De minderjarige, geboren als meisje, heeft aangegeven zich te identificeren als jongen en gebruikt al geruime tijd een andere naam die hem gelukkig maakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige onder behandeling is bij een genderpoli, maar nog niet beschikt over een deskundige verklaring voor een geslachtswijziging in de geboorteakte.
De rechtbank heeft de procedure en de ingediende stukken bekeken, waaronder een verklaring van de minderjarige en een instemmingsverklaring van de vader. De rechtbank oordeelt dat de redenen voor de voornaamswijziging voldoende gewicht hebben en dat er geen redenen van openbaar belang zijn die zich verzetten tegen de wijziging. De rechtbank heeft besloten het verzoek toe te wijzen, waarbij de voornaam van de minderjarige zal worden gewijzigd in de door de moeder gevraagde naam. De rechtbank heeft tevens bepaald dat de ambtenaar van de burgerlijke stand de wijziging in de geboorteakte moet verwerken, maar dat dit pas drie maanden na de beschikking kan gebeuren, tenzij er hoger beroep wordt ingesteld.
Deze beschikking is openbaar uitgesproken door rechter A.R.A.R. Sitaldin, met H.M. Zonneveld als griffier. De zaak betreft een belangrijke stap in de identiteitsvorming van de minderjarige, die zijn gevoelens van zelfverzekerdheid wil versterken door de wijziging van zijn voornaam.