Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 11 september 2024
- een bericht van [gedaagde] waarmee hij zijn productie 19 overlegt
- een bericht van [eiser] waarmee hij zijn productie 8 overlegt
- de mondelinge behandeling van 29 november 2024, waarbij namens [eiser] en [gedaagde] spreekaantekeningen zijn overgelegd en voor het overige door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De feiten
- De heer [gedaagde] koop de sloep terug van cliënt voor een bedrag van 26.000,00 euro.
- Het terugnemen van de sloep tegen de prijs van 26.000,00 euro geschiedt onder het voorbehoud dat er (naast de reeds aangegeven beschadiging op het kussen) verder geen noemenswaardige beschadigingen worden aangetroffen tijdens een globale inspectie. Normale gebruikssporen worden niet aangemerkt als beschadiging en vallen dus niet onder voornoemd voorbehoud.
- De aan- of afwezigheid van osmose is voor bovengenoemde afspraak niet relevant.
- Na die globale inspectie op beschadigingen, gaat de heer [gedaagde] de terugname van de sloep en betaling van de 26.000,00 euro aan cliënt. Daarna verlenen partijen elkaar over en weer finale kwijting van al hetgeen zij in het kader van dit geschil gevorderd hebben en al hetgeen zij mogelijk te vorderen hebben in het kader van de rechtsbetrekking die tussen hen heeft bestaan.
- Haperende boegschroef (zoals eerder gecommuniceerd)
- Haperende toerenteller en gashendel (zoals eerder gecommuniceerd)
- De boot heeft i.v.m. het hele gebeuren geen recente onderhoudsbeurt gehad en de motor heeft niet gelopen dit kalenderjaar
- Het beschadigde kussen
- Normale gebruikssporen
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
Cliënt kan instemmen met het voorbehoud van inspectie, zoals u heeft verwoord.In de e-mail van 6 juli 2023 heeft de gemachtigde van [eiser] bevestigd dat het terugnemen geschiedt onder het voorbehoud dat er verder geen noemenswaardige beschadigingen worden aangetroffen bij een globale inspectie, waarbij normale gebruikssporen niet onder het voorbehoud vallen. Bij gebrek aan omstandigheden die in een andere richting wijzen, moet een en ander zo worden uitgelegd dat [eiser] niet redelijkerwijs mocht verwachten dat [gedaagde] zich wilde verbinden de sloep terug te nemen als die meer schade zou hebben dan alleen normale gebruikssporen. [gedaagde] is deze verplichting aangegaan onder het voorbehoud dat er niet meer schade zou zijn dan normale gebruikssporen.
€ 178,00 (plus de verhoging zoals in de beslissing)