ECLI:NL:RBNHO:2025:196

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 januari 2025
Publicatiedatum
13 januari 2025
Zaaknummer
C/15/360859 / JU RK 25-41
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening voorlopige ondertoezichtstelling en spoedmachtiging uithuisplaatsing van een minderjarige

Op 10 januari 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voorlopige ondertoezichtstelling en spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van een 14-jarig meisje, hierna te noemen [de minderjarige]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft het verzoek ingediend, omdat [de minderjarige] al meer dan 24 uur spoorloos was en er zorgen waren over haar seksuele ontwikkeling en vriendenkring. De moeder van [de minderjarige] heeft het ouderlijk gezag, maar er zijn ernstige conflicten in de thuissituatie, die soms leiden tot geweld en politie-inzet. Sinds eind december 2024 verblijft [de minderjarige] in een gezinshuis, maar is ze recentelijk weggelopen en niet bereikbaar geweest.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat er dringend behoefte is aan een voorlopige ondertoezichtstelling en een machtiging tot uithuisplaatsing om de veiligheid en begeleiding van [de minderjarige] te waarborgen. De kinderrechter heeft de Raad gehoord en op basis van de acute zorgen besloten om [de minderjarige] voorlopig onder toezicht te stellen voor drie maanden en een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing te verlenen voor vier weken. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze direct van kracht is, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.

De kinderrechter heeft de Raad, de moeder en [de minderjarige] opgeroepen voor een zitting op een later tijdstip om verdere beslissingen te nemen. De beschikking is mondeling gegeven door mr. W.P. van der Haak en schriftelijk vastgelegd op 13 januari 2025. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoeker en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Haarlem
Zaaknummer: C/15/360859 / JU RK 25-41
Datum uitspraak: 10 januari 2025
Beschikking van de kinderrechter over een voorlopige ondertoezichtstelling en een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing
in de zaak van
de Raad voor de Kinderbeschermingte Haarlem,
hierna te noemen de Raad,
over
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] in [plaats] ,
hierna te noemen [de minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[de moeder],
hierna te noemen de moeder,
wonende in [plaats] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt mee in de beoordeling:
  • het mondelinge verzoek van de Raad op 10 januari 2025 rond 17.40 uur;
  • de schriftelijke bevestiging van het verzoek van de Raad met bijlagen, ontvangen op 13 januari 2025.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [de minderjarige] .
2.2.
[de minderjarige] is op [datum] erkend door haar vader [de vader] . De vader heeft geen gezag en is volgens de informatie in het Raadsrapport al 4 jaar buiten beeld.
2.3.
[de minderjarige] woonde bij haar moeder. Sinds eind december 2024 verblijft zij, na een verblijf in de crisisopvang van [crisisopvang] , in een gezinshuis van [gezinshuis] te [plaats] .

3.Het verzoek

3.1.
De Raad verzoekt [de minderjarige] voorlopig onder toezicht te stellen voor de duur van drie maanden. Ook verzoekt de Raad een machtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder 24-uurs te verlenen voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling. De Raad heeft mondeling verzocht voorafgaand aan de zitting al een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing te verlenen vanwege de acute zorgen over [de minderjarige] . De Raad heeft verzocht de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

4.De beoordeling

4.1.
De kinderrechter heeft telefonisch van de Raad de volgende informatie ontvangen.
4.2.
[de minderjarige] groeit op bij haar gezaghebbende moeder. In de thuissituatie zijn er geregeld conflicten, die zodanig escaleren dat ze ontaarden in verbaal en/of fysiek geweld. De conflicten zijn soms zo hevig, dat de politie erbij betrokken raakt. [de minderjarige] woont daarom sinds 31 december 2024 in een vrijwillig kader bij [gezinshuis] te [plaats] . Ze is daar de laatste tijd af en toe weggelopen, maar was dan wel bereikbaar en had haar locatiebepaling geactiveerd. Nu is ze vanaf donderdag 9 januari 2025 om 11.30 uur spoorloos, heeft ze haar locatiebepaling uitgezet en is er geen contact met haar te krijgen. Er zijn, mede gelet op haar sociale media-accounts, zorgen over de seksuele ontwikkeling en de vriendenkring van [de minderjarige] . Het lukt de moeder niet om zicht te hebben op [de minderjarige] en haar sturing te geven.
4.3.
Een voorlopige ondertoezichtstelling en een machtiging uithuisplaatsing zijn naar het oordeel van de kinderrechter op dit moment dringend noodzakelijk om zicht te krijgen op wat er speelt bij [de minderjarige] en om haar de veiligheid en begeleiding te bieden die zij nodig heeft. De kinderrechter is ook van oordeel dat een zitting niet kan worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor [de minderjarige] . Daarom stelt de kinderrechter [de minderjarige] voorlopig onder toezicht voor de duur van drie maanden en verleent de kinderrechter een spoedmachtiging om [de minderjarige] uit huis te plaatsen voor de duur van vier weken.
4.4.
De kinderrechter verklaart de beslissing om de machtiging tot uithuisplaatsing af te geven uitvoerbaar bij voorraad, zoals is verzocht. Dat wil zeggen dat de beslissing direct geldt, ook als iemand in hoger beroep gaat.
4.5.
De Raad, [de minderjarige] en de belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld hun mening te geven. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.De beslissing

De kinderrechter:
5.1.
stelt
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] in [plaats] voorlopig onder toezicht van Stichting De Jeugd- & Gezinsbeschermers te Haarlem met ingang van 10 januari 2025 voor de duur van 3 maanden;
5.2.
verleent een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van [de minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder 24-uurs met ingang van 10 januari 2025 voor de duur van 4 weken;
5.3.
verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
houdt de beslissing op het verzoek voor het overige aan;
5.5.
roept de Raad, de GI, de moeder en [de minderjarige] op voor de zitting op [datum] om [tijdstip] in het gerechtsgebouw van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, Simon de Vrieshof 1.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. W.P. van der Haak, kinderrechter, op 10 januari 2025 en schriftelijk vastgelegd en ondertekend door mr. W.P. van der Haak, kinderrechter, op 13 januari 2025 in tegenwoordigheid van L. Moeijes als griffier.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan, voor zover deze ziet op de machtiging tot uithuisplaatsing, worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Amsterdam.