Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[bedrijf] B.V.
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
[gedaagde 4],
[gedaagde 5],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 t/m 42
- de incidentele conclusie tot tussenkomst van de oud-bestuurders
- de incidentele conclusie van antwoord van de curatoren
- de incidentele conclusie van antwoord van EPAC.
2.De bevoegdheid van de rechter en het toepasselijke recht
3.De beoordeling in het incident
‘dat zij geen van alle onrechtmatig hebben gehandeld in verband met de wijze waarop vanuit [bedrijf] aan EPAC is gefactureerd voor geleverd papier, althans voor zover het de facturen betreft die onderwerp zijn van de hoofdzaak’en met die algemene bewoordingen de gewenste verklaring voor recht onvoldoende specifiek uiteengezet, waardoor het voor EPAC onduidelijk is wat de inhoud en omvang van de te vorderen verklaring voor recht is. Ook kan hierdoor geen afweging gemaakt worden of de oud-bestuurders voldoende belang hebben en of de gewenste vordering voldoende samenhang heeft met de hoofdzaak.
4.De beslissing
16 april 2025voor conclusie van eis tot tussenkomst aan de zijde van de oud-bestuurders,