ECLI:NL:RBNHO:2025:1841

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 januari 2025
Publicatiedatum
21 februari 2025
Zaaknummer
11179256 \ CV EXPL 24-4402
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding wegens vluchtvertraging op basis van Europese Verordening

In deze zaak vordert de passagier, die een vervoersovereenkomst had met de vervoerder Austrian Airlines AG, compensatie wegens een vertraagde vlucht. De passagier had op 30 juni 2022 een vlucht van Innsbruck via Wenen naar Amsterdam geboekt, maar de vlucht van Innsbruck naar Wenen (OS902) was vertraagd, waardoor zij haar aansluitende vlucht naar Amsterdam (OS377) miste. De passagier werd omgeboekt naar een latere vlucht (OS375) en arriveerde 21 uur en 58 minuten later dan gepland in Amsterdam. De passagier vorderde een schadevergoeding van € 250,00, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. De vervoerder betwistte de vordering en stelde dat de vertraging was veroorzaakt door buitengewone omstandigheden. De kantonrechter oordeelde dat de passagier niet had aangetoond dat er redelijke alternatieven beschikbaar waren en dat de vervoerder voldoende maatregelen had genomen om de vertraging te beperken. De vordering van de passagier werd afgewezen, en de proceskosten werden op haar verhaald.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11179256 \ CV EXPL 24-4402
Uitspraakdatum: 29 januari 2025
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiseres]
wonende te [plaats]
eiseres
hierna te noemen: de passagier
gemachtigde: mr. R. Bos
rolgemachtigde: mr. A.Y. Lai
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Austrian Airlines AG
gevestigd te Wenen (Oostenrijk)
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. E.C.C.M. Bootsman & mr. J. Nooij

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding:
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De passagier heeft met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder haar op 30 juni 2022 vervoeren van Innsbruck (Oostenrijk) via Wenen (Oostenrijk) naar Amsterdam, met vluchten OS902 en OS377.
2.2.
De vlucht van Innsbruck naar Wenen (OS902, hierna: de vlucht) is vertraagd uitgevoerd. De passagier heeft haar aansluitende vlucht naar Amsterdam (OS377) gemist. Zij is omgeboekt naar vlucht OS375 van 1 juli 2022, waarmee zij 21 uur en 58 minuten later dan oorspronkelijk gepland in Amsterdam is aangekomen.
2.3.
De passagier heeft compensatie van de vervoerder gevorderd.
2.4.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.
3.
Het geschil
3.1.
De passagier vordert dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 250,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de vluchtdatum tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de nakosten.
3.2.
De passagier baseert haar vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagier stelt dat de vervoerder haar vanwege de vertraging van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 250,- (artikel 7 van de Verordening).
3.3.
De vervoerder betwist de vordering. Op zijn verweer wordt bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
De passagier heeft niet betwist dat de vertraging van de vlucht is veroorzaakt door (de doorwerking van) buitengewone omstandigheden, zodat dit als vaststaand zal worden aangenomen.
4.3.
Resteert de vraag of de vervoerder voldoende redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging van de passagier op de eindbestemming te voorkomen of te beperken. De passagier heeft zich in dit verband op het standpunt gesteld dat zij niet is omgeboekt naar een ‘redelijk alternatief’. Volgens de passagier waren er minstens vijf snellere alternatieven beschikbaar.
4.4.
De kantonrechter overweegt als volgt. De passagier is met een vertraging van minder dan 24 uur aangekomen op haar eindbestemming. Onder deze omstandigheden kan niet worden geoordeeld dat de alternatief aangeboden vlucht geen redelijke maatregel vormt. Bovendien heeft de passagier nagelaten om te tonen dat er nog vrije plaatsen beschikbaar waren op de door haar genoemde vluchten OS371, OS379, OS373, KL1900 en KL1902, zodat niet is komen vast te staan dat de passagier sneller naar Amsterdam vervoerd had kunnen worden. Niet valt in te zien welke maatregelen de vervoerder nog meer had kunnen nemen. De passagier heeft in dit verband ook niets gesteld. De vordering van de passagier wordt afgewezen.
4.5.
De proceskosten komen voor rekening van de passagier, omdat zij ongelijk krijgt. Daarbij wordt de passagier ook veroordeeld tot betaling van nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt de passagier tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 164,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder en veroordeelt de passagier tot betaling van € 41,00 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt
,te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
5.3.
verklaart dit vonnis – voor wat de proceskostenveroordeling betreft – uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter