In deze zaak vorderen de passagiers, die met de vervoerder Turk Havayollari A.O. een vervoersovereenkomst hebben gesloten, compensatie voor een vertraging van meer dan drie uur bij hun vlucht van Amsterdam naar Istanboel op 31 juli 2022. De passagiers hebben een bedrag van € 800,00 geëist, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De vervoerder heeft de vordering betwist en aangevoerd dat een deel van de vertraging, namelijk 24 minuten, veroorzaakt is door ATFM slotrestricties, wat volgens de vervoerder onder buitengewone omstandigheden valt.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vervoerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de vlucht met drie uur en tweeëntwintig minuten vertraging is uitgevoerd, waarbij 24 minuten te wijten zijn aan buitengewone omstandigheden. De rechter oordeelt dat de totale vertraging van 3 uur en 22 minuten verminderd moet worden met de 24 minuten die aan de buitengewone omstandigheden zijn toe te rekenen. Dit resulteert in een vertraging van minder dan drie uur, waardoor de vordering van de passagiers wordt afgewezen.
De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de passagiers de proceskosten moeten betalen, omdat zij ongelijk hebben gekregen. De kosten zijn vastgesteld op € 270,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder, plus € 67,50 aan nakosten, vermeerderd met wettelijke rente. Het vonnis is uitgesproken door mr. S.N. Schipper op 29 januari 2025.