Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.Feiten
2024 hebben wij meldingen ontvangen van twee collega’s van de afdeling Groepsreizen, elk met betrekking tot jouw gedrag jegens hen.
Handtastelijkheden: Je wreef over haar benen, streek haar haar achter de oren en raakte haar op ongepaste wijze aan. Dit betrof beide collega’s deze avond;
Ongewenste toespelingen/avances: Ondanks dat zij aangaf een vriend te hebben en niet gediend te zijn van je opmerkingen, bleef je ongepaste toespelingen maken en haar aanraken;
Onafhankelijkheid negeren: Toen zij naar huis wilde, drong je erop aan om bij haar te blijven tot haar bus kwam, ondanks haar verzoek om alleen gelaten te worden;
Voortdurende intimidatie: Ze voelde zich zo onveilig dat ze een vriendin belde. Jij bleef haar lastigvallen, zelfs terwijl zij aan de telefoon was, met opmerkingen zoals “fuck je vriend” of woorden van gelijke strekking. Bovendien bleef je haar fysiek aanraken, ondanks dat zij je expliciet vroeg haar met rust te laten. Haar vriendin, die aan de telefoon getuige was, bevestigt dit. Er zijn ook WhatsApp-berichten die deze klacht ondersteunen;
Ongewenste begeleiding naar Schiphol: Je drong erop aan om met haar mee te gaan in de bus naar Schiphol, wat ertoe leidde dat ze haar trein miste en haar reis naar [plaats 2] niet kon voortzetten.
WhatsApp-berichten sturen: je stuurde haar berichten tijdens haar vakantie waarin je aangaf haar te missen. Ook stuurde je in de nacht berichten, waarna je deze weer verwijderde;
Ongepaste opmerkingen: Je hebt opmerkingen gemaakt over hoe zij rook, terwijl je achter haar stond. In een Excel-bestand heb je getypt dat je haar leuk vindt, en je hebt dit weer verwijderd;
Seksueel getinte grappen maken: Je hebt regelmatig ongepaste en seksueel getinte grappen gemaakt, waarop je ook bent aangesproken door haar.
3.Het verzoek
fuck je vriend”. Hij heeft [betrokkene 2] echter niet ongepast aangeraakt of anderszins (seksueel) grensoverschrijdend gedrag vertoond jegens [betrokkene 2] en/of [betrokkene 1]. Daarnaast heeft Corendon geen deugdelijk onderzoek gedaan naar het vermeend grensoverschrijdende gedrag. Zij heeft geen hoor en wederhoor toegepast. Bovendien is het ontslag niet onverwijld gegeven.
4.Het verweer en het tegenverzoek
5.De beoordeling
fuck je vriend’). Dat volgt immers uit zijn eigen verklaringen. Het is echter (gezien de overwegingen hiervoor over de feitenvaststelling) niet voldoende komen vast te staan dat hij [betrokkene 2] en/of [betrokkene 1] die avond ook ongewenst heeft aangeraakt. Ook is niet komen vast te staan dat [verzoeker] zich aan [betrokkene 2] heeft opgedrongen door zonder reden met haar in de bus naar Schiphol te reizen. [verzoeker] heeft toegelicht dat hij altijd via Schiphol naar huis reist, dat dit geen onlogische of langere reisroute is en dat hij die avond op Schiphol nog sigaretten ging kopen. Corendon heeft dit niet weersproken. Ten slotte kunnen ook de in de ontslagbrief genoemde gedragingen van [verzoeker] in de periode voor 4 oktober 2024 in zijn samenwerking met [betrokkene 1] niet worden vastgesteld. [verzoeker] heeft deze beschuldigingen steeds betwist en Corendon heeft haar stellingen op dit punt niet nader onderbouwd.
ernstigverwijtbaar handelen of nalaten van [verzoeker] (maar wel van verwijtbaar handelen of nalaten in de zin van artikel 7:669 lid 3 onderdeel e BW). Dat betekent dat Corendon de transitievergoeding verschuldigd is. [6] De transitievergoeding wordt bepaald aan de hand van het tijdstip waarop de arbeidsovereenkomst zou zijn geëindigd als de werkgever deze regelmatig (met een juiste opzegtermijn en tegen een juiste datum) zou hebben opgezegd, in dit geval 31 december 2024. Corendon wordt daarom veroordeeld tot betaling van
€ 22.088,09 bruto [7] .
ernstigverwijtbaar handelen of nalaten van [verzoeker], zou de arbeidsovereenkomst in dat geval zijn ontbonden met ingang van 1 april 2025 [11] . In dat geval zou [verzoeker] nog tot die datum aanspraak hebben gehad op salaris. Hierop brengt de kantonrechter (wegens een ‘overlap’) de vergoeding wegens onregelmatige opzegging in mindering. De kantonrechter ziet geen aanleiding om de toegekende transitievergoeding in mindering te brengen. [verzoeker] zou immers ook een transitievergoeding hebben ontvangen als de arbeidsovereenkomst zou zijn ontbonden.
6.De beslissing
€ 22.088,09 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 10 november 2024 tot aan de dag van de gehele betaling;