Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1]
eiseres in het incident
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van civiel recht en verbintenissenrecht, hebben de passagiers een vervoersovereenkomst gesloten met de vervoerder Royal Air Maroc. De passagiers dienden op 14 juli 2022 vervoerd te worden van Amsterdam-Schiphol naar Boukhalef Airport in Tanger, Marokko. Echter, door een schemawijziging van de vervoerder arriveerden de passagiers met meer dan drie uur vertraging op hun eindbestemming. De vervoerder heeft de passagiers niet gecompenseerd voor deze vertraging, wat leidde tot een vordering van de passagiers tegen de vervoerder.
In het incident heeft de vervoerder de kantonrechter verzocht zich onbevoegd te verklaren, met als argument dat de plaats van uitvoering van de verbintenis door de schemawijziging naar Rotterdam was verplaatst. De kantonrechter heeft de rechtsmacht van de Nederlandse rechter beoordeeld aan de hand van het Nederlandse procesrecht. De vervoerder is gevestigd in Marokko en heeft geen woonplaats in Nederland, wat de vraag oproept of de Nederlandse rechter bevoegd is om van het geschil kennis te nemen.
De kantonrechter oordeelt dat de plaats van uitvoering van de vervoersovereenkomst in Rotterdam ligt, aangezien de passagiers de schemawijziging hebben aanvaard. Hierdoor is de kantonrechter onbevoegd om van de vordering kennis te nemen en verwijst de zaak naar de rechtbank Rotterdam, sector kanton. De passagiers worden als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van het incident, die zijn vastgesteld op € 135,00. Het vonnis is uitgesproken door kantonrechter M.W. Koenis op 12 februari 2025.