Uitspraak
DÜRÜM COMPANY NL B.V.,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
.De proceskosten van [eiseres] worden begroot op:
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vordert een zieke werknemer, [eiseres], dat haar werkgever, Dürüm Company, wordt veroordeeld tot uitbetaling van de door haar opgenomen verlofuren in de periode dat de loondoorbetalingsverplichting was geëindigd. De kantonrechter oordeelt dat de werknemer recht heeft op uitbetaling van die uren. De procedure begon met een dagvaarding op 14 juni 2024, gevolgd door een conclusie van antwoord, een tussenvonnis op 26 september 2024 en een mondelinge behandeling op 27 januari 2025. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiseres] vanaf 26 juni 2017 in dienst is bij Dürüm Company als Office Manager en dat zij vanaf 6 november 2020 arbeidsongeschikt is. De loondoorbetalingsverplichting is per 17 maart 2024 gestopt, waarna [eiseres] een WIA-uitkering ontving. Op 26 april 2024 heeft zij aangegeven haar opgebouwde verlofuren te willen opnemen, maar Dürüm Company heeft hier niet op gereageerd.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat [eiseres] recht heeft op uitbetaling van 68,34 verlofdagen, ondanks het feit dat de loondoorbetalingsverplichting was geëindigd. Dürüm Company heeft niet tijdig gereageerd op het verzoek van [eiseres] om verlof op te nemen, waardoor het verlof is vastgesteld conform haar wens. De kantonrechter heeft Dürüm Company veroordeeld tot betaling van € 8.749,34 bruto, vermeerderd met wettelijke rente en de maximale wettelijke verhoging. Ook is Dürüm Company veroordeeld in de proceskosten van € 900,00. Het vonnis is uitgesproken op 20 februari 2025.