ECLI:NL:RBNHO:2025:1553
Rechtbank Noord-Holland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging ontruimingstermijn op basis van artikel 7:230a lid 4 BW in een huurovereenkomst
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 18 februari 2025 uitspraak gedaan in een verzoek van Rasputin B.V. om de ontruimingstermijn van een gehuurd pand te verlengen. Rasputin, gevestigd te Amsterdam, had een huurovereenkomst voor een bedrijfsruimte in Haarlem, die door de verhuurder, Meester Lottelaan 301 B.V., per 31 juli 2024 was opgezegd. De verwerende partij, het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA), had het pand gekocht met de intentie om asielzoekers te huisvesten. Rasputin verzocht om verlenging van de ontruimingstermijn tot 1 augustus 2025, stellende dat haar belangen bij ontruiming ernstiger geschaad zouden worden dan die van COA bij voortzetting van de huurovereenkomst.
De kantonrechter oordeelde dat het verzoek tot verlenging tijdig was ingediend en dat de belangen van Rasputin zwaarder wogen. De rechter constateerde dat COA nog onvoldoende stappen had gezet om het pand geschikt te maken voor opvang, en dat de noodzaak voor COA om het pand te ontruimen niet opwoog tegen de belangen van Rasputin. De rechter wees het verzoek van Rasputin toe en verlengde de ontruimingstermijn tot 1 augustus 2025. Tevens werd COA veroordeeld in de proceskosten van € 677,00. De beslissing benadrukt de afweging van belangen in huurzaken en de bescherming van huurders onder de wetgeving.