ECLI:NL:RBNHO:2025:1548

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 februari 2025
Publicatiedatum
14 februari 2025
Zaaknummer
11326687 EJ VERZ 24-26
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ontruimingstermijn in huurzaak tussen Oscala B.V. en COA

In deze zaak heeft Oscala B.V. (hierna: Oscala) een verzoek ingediend bij de Kantonrechter in Haarlem om de ontruimingstermijn van het gehuurde pand te verlengen. Oscala, gevestigd aan Dreef 48 te Haarlem, heeft sinds 2017 het pand gehuurd van Meester Lottelaan 301 B.V. De verhuurder heeft de huur per 31 juli 2024 opgezegd, waarna het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) het pand heeft aangekocht met de intentie om asielzoekers te huisvesten. Oscala heeft een beroep gedaan op de wettelijke ontruimingsbescherming van twee maanden, maar heeft geen bevestiging gegeven dat zij het pand na deze periode zal verlaten, omdat zij nog op zoek is naar een nieuwe locatie. Oscala verzoekt de kantonrechter om de ontruimingstermijn te verlengen tot één jaar na het eindigen van de huurovereenkomst, stellende dat haar belangen bij ontruiming ernstiger worden geschaad dan die van COA bij voortzetting van de huurovereenkomst. COA daarentegen stelt dat zij het pand nodig heeft voor de opvang van asielzoekers en dat de druk op hun locaties groot is. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de belangen van Oscala zwaarder wegen, omdat COA nog onvoldoende stappen heeft gezet om het pand geschikt te maken voor opvang. De kantonrechter heeft het verzoek van Oscala toegewezen en de ontruimingstermijn verlengd tot 1 augustus 2025, terwijl COA in de proceskosten is veroordeeld.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer / rekestnummer: 11326687 \ EJ VERZ 24-36
Beschikking van 18 februari 2025
in de zaak van
OSCALA B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
verzoekende partij,
hierna te noemen: Oscala,
gemachtigde: mr. L.I. Velthuijsen,
tegen
CENTRAAL ORGAAN OPVANG ASIELZOEKERS,
gevestigd te 's-Gravenhage,
verwerende partij,
hierna te noemen: COA,
gemachtigde: mr. N.A.G. Lelieveld

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift
- het verweerschrift
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 22 november 2024
- akte overleggen producties zijdens Oscala
- de mondelinge behandeling van 21 januari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitaantekeningen van Oscala
- de pleitaantekeningen van COA.

2.De feiten

2.1.
Oscala is sinds 2017 gevestigd aan het adres Dreef 48 (verder ook: het pand), kamer 2.03 te Haarlem (verder: het gehuurde). Verhuurder was Meester Lottelaan 301 B.V. (verder: Meester Lottelaan).
2.2.
Het pand betreft een bedrijfsverzamelgebouw en beschikt over twintig verhuurbare kamers, vier spreekkamers en drie vergaderzalen. Het gehuurde betreft een zogenaamde 230a-bedrijfsruimte.
2.3.
De huur is door Meester Lottelaan per 31 juli 2024 opgezegd.
2.4.
COA heeft na de opzegging het pand en het gebouw aan de Meester Lottelaan 301 gekocht. De twee gebouwen zijn via een trappenhuis met elkaar verbonden. COA heeft beide gebouwen aangekocht om asielzoekers te kunnen huisvesten. Het gebouw aan de Meester Lottelaan 301 wordt thans gebruikt voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen.
2.5.
Op 19 juli 2024 heeft Oscala een beroep gedaan op de wettelijke ontruimingsbescherming van twee maanden ex artikel 7:230a Burgerlijk Wetboek (BW). COA heeft te kennen gegeven akkoord te gaan met het verlenen van de ontruimingsbescherming van twee maanden en heeft verzocht te bevestigen dat Oscala daarna het gehuurde zal verlaten. Oscala heeft geen bevestiging gegeven omdat zij nog op zoek is naar een nieuwe locatie.
2.6.
Op 12 september 2024 heeft COA Oscala verzocht om een datum te bepalen voor oplevering van het gehuurde.
2.7.
Op 16 september 2024 heeft Oscala aangegeven voornemens te zijn bij de kantonrechter een beroep op ontruimingsbescherming te doen.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
Oscala verzoekt te bevestigen dat COA, als opvolgend eigenaar van het gehuurde, de plichten uit de huurovereenkomst gedurende de periode van ontruimingsbescherming dient na te leven. Tevens verzoekt Oscala de termijn waarbinnen ontruimd moet worden te verlengen tot één jaar na het eindigen van de huurovereenkomst en COA te veroordelen in de proceskosten.
3.2.
Aan het verzoek heeft Oscala ten grondslag gelegd dat haar belangen bij ontruiming ernstiger worden geschaad dan de belangen van COA bij voortzetting van de huurovereenkomst. Oscala is nauw verbonden met (de omgeving van) het gehuurde en met de andere huurders en kan nog geen geschikt alternatief vinden, terwijl voorzienbaar is dat het nog geruime tijd zal duren voordat COA in staat zal zijn het gehuurde geschikt te maken voor de opvang van asielzoekers.
3.3.
COA voert aan dat het belang van COA om tot ontruiming over te kunnen gaan zwaarder weegt dan het belang van Oscala om in het gehuurde te blijven. COA heeft het pand nodig voor het realiseren van opvang van 300 asielzoekers en de druk op de locaties van COA is groot. Voordat gestart kan worden met de verbouwing dient duidelijkheid te zijn over de ontruimingstermijn van de aanwezige huurders. COA concludeert tot ontruiming per 1 maart 2025.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna verder ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Vast staat dat het verzoek tot verlenging van de ontruimingstermijn binnen twee maanden na het tijdstip waartegen de ontruiming is aangezegd, en dus tijdig, is ingediend.
4.2.
Voorop staat dat de huurovereenkomst is opgezegd en dat Oscala het gehuurde zal moeten verlaten. Oscala kan met onderhavige procedure de ontruimingstermijn enkel verlengen. Een verlenging kan volgens artikel 7:230a lid 5 BW worden uitgesproken voor een termijn van ten hoogste een jaar na het eindigen van de overeenkomst, in casu tot 1 augustus 2025.
4.3.
Op grond van artikel 7:230a lid 4 BW wordt het verzoek tot verlenging van de ontruimingstermijn slechts toegewezen als de belangen van Oscala door de ontruiming ernstiger worden geschaad dan die van COA bij voortzetting van het gebruik door de huurder. COA heeft geen beroep gedaan op een van de afwijzingsgronden van artikel 7:230a lid 4 BW.
4.4.
De kantonrechter begrijpt dat het belang van Oscala ligt bij de continuïteit van haar onderneming. Oscala hecht begrijpelijkerwijs veel waarde aan de voordelen die het gehuurde haar biedt, maar moet zich wel realiseren dat het gebruik daarvan vroeger of later gaat eindigen. Dat betekent dat zij misschien concessies zal moeten doen bij het zoeken naar een nieuwe locatie. De wens van Oscala een locatie te vinden die precies dezelfde voordelen biedt als het gehuurde legt bij de afweging van de belangen van partijen in ieder geval onvoldoende gewicht in de schaal indien COA voldoende belang heeft bij ontruiming.
4.5.
Het belang van COA is om tot opvang van asielzoekers over te kunnen gaan en dus de beschikking over het pand te hebben. De kantonrechter begrijpt dat COA alle zeilen moet bijzetten om voldoende opvanglocaties te realiseren, maar uit hetgeen partijen naar voren hebben gebracht valt af te leiden dat tot op heden maar beperkt stappen zijn gezet om het pand daadwerkelijk voor opvang geschikt te maken. Zo is het de bedoeling dat het gebouw aan de Meester Lottelaan 301 eerst wordt verbouwd, gepland te beginnen per 1 april 2025, en dat het pand pas daarna wordt verbouwd. Vast staat dat COA nog geen omgevingsvergunning heeft aangevraagd voor het pand. Onduidelijk is gebleven waarom COA eerst duidelijkheid wil hebben over de ontruimingstermijn voordat verder afgestemd wordt met de aannemers en een vergunning wordt aangevraagd. Ook overigens heeft COA onvoldoende zicht gegeven op de planning van de werkzaamheden. De enkele stelling dat verwacht wordt dat de verbouwing een paar maanden zal duren, is niet concreet genoeg. Tot slot speelt mee dat de huurovereenkomst van één huurder nog loopt tot november 2025, en niet weersproken is dat dit een belemmering is voor de aanvang van de werkzaamheden. COA stelt weliswaar dat zij verwacht overeenstemming te zullen bereiken met deze huurder over een eerder vertrek, maar zij heeft niet voldoende toegelicht waarop deze verwachting is gebaseerd en welke stappen zij daarvoor heeft gezet.
4.6.
Alles afwegende komt de kantonrechter tot de conclusie dat de belangen van Oscala door een ontruiming vóór 1 augustus 2025 ernstiger worden geschaad dan die van COA bij voortzetting van het gebruik door Oscala. De verzochte verlenging van ontruimingsbescherming tot 1 augustus 2025 wordt daarom toegewezen.
4.7.
Oscala heeft geen belang bij haar verzoek te bevestigen dat COA de verplichtingen uit de huurovereenkomst gedurende de periode van ontruimingsbescherming dient na te leven omdat deze verplichting reeds volgt uit artikel 7:230a lid 6 BW. Dit verzoek wordt daarom afgewezen.
4.8.
COA is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Oscala worden begroot op:
- salaris gemachtigde
542,00
(2 punten × € 271,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
677,00

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst het verzoek toe;
5.2.
verlengt de in artikel 7:230a lid 1 BW bedoelde ontruimingstermijn betreffende het gehuurde tot 1 augustus 2025;
5.3.
veroordeelt COA in de proceskosten van € 677,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als COA niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en de beschikking daarna wordt betekend;
5.4.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.W. Koenis en in het openbaar uitgesproken op 18 februari 2025.