ECLI:NL:RBNHO:2025:1449

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 februari 2025
Publicatiedatum
13 februari 2025
Zaaknummer
15.086304.22
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte in de EncroChat/SKY ECC zaak voor drugshandel en wapenbezit

Op 13 februari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij de handel in cocaïne via EncroChat en SKY ECC. De verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van het voorbereiden en bevorderen van de verkoop van cocaïne, alsook van verboden wapenbezit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 maart 2020 tot en met 1 juni 2020 samen met anderen handelingen heeft verricht die gericht waren op de verkoop en distributie van cocaïne. Dit werd ondersteund door bewijs uit chatberichten en andere gegevens die aan de verdachte konden worden gekoppeld. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 42 maanden, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn. Daarnaast zijn er verschillende voorwerpen, waaronder drugs en wapens, onttrokken aan het verkeer. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, zittingsplaats Alkmaar
Meervoudige strafkamer
Parketnummers: 15.086304.22 + 15.318204.22 (ttz gev.) (P)
Uitspraakdatum: 13 februari 2025
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 30 januari 2025 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum en -plaats 1] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres 1] .
De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, op 12 december 2022 gevoegd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie
en van hetgeen de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. A.G. van der Plas, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

parketnummer: 15.086304.22:
Aan de verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv), ten laste gelegd dat:
1
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2020 tot en met 1 juni 2020 te [woonplaats] , in ieder geval in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne (telkens) een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst 1, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of een of meer anderen gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstig redenen had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat dat feit,
hebbende verdachte en/of (één of meer van) verdachtes mededader(s)
- één of meer PGP telefoon(s) aangeschaft en/of voorhanden gehad en/of- ontmoetingen gehad met en/of (telefonische) afspraken gemaakt met en/of besprekingen en/of onderhandelingen gevoerd met en/of inlichtingen en/of aanwijzingen en/of opdrachten (door)gegeven aan zijn mededader(s) en/of één of meer anderen, om verdovende middelen
te kopen en/of verkopen en/of in ontvangst te nemen en/of omtrent de wijze waarop die verdovende middelen zou(den) worden gekocht en/of geleverd en/of afgenomen en/of vervoerd en/of
- zijn mededader(s), althans een of meer anderen, geïnstrueerd en/of laten instrueren om verdovende middelen en/of geldbedragen (met een taxi) op te halen en/of te vervoeren en/of
- een of meerdere geldbedrag(en) verstrekt en/of afgeleverd en/of ontvangen en/of betaling(en) gedaan en/of laten doen ten behoeve van de aanschaf en/of verkoop van verdovende middelen en/of
- foto’s van voornoemde verdovende middelen gemaakt en/of laten maken en/of (vervolgens) doorgestuurd aan de tussenpersoon en/of (ver)kopende partij en/of
- met een of meer personen contact gehad en/of afspraken gemaakt en/of mogelijkheden onderzocht over de (wijze van) uitvoer van cocaïne (naar Groot-Brittannië) (te weten via bergplaatsen in vrachtwagens);
2
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2020 tot en met 1juni 2020 te [woonplaats] , in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, telkens opzettelijk heeft geteeld en/of bewerkt en/of verwerkt en/of
verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of opzettelijk aanwezig heeft gehad,
- ( op of omstreeks 1 april 2020) 1 kilo cocaïne, althans een hoeveelheid cocaïne en/of
- ( op of omstreeks 2 april 2020) 2 kilo cocaïne, althans een hoeveelheid cocaïne en/of
- ( op/of omstreeks 4 april 2020) 3 kilo cocaïne, althans een hoeveelheid cocaïne en/of
- ( op/of omstreeks 8 april 2020) 1 kilo cocaïne, althans een hoeveelheid cocaïne en/of
- ( op/of omstreeks 28april2020) 5 kilo cocaïne, althans een hoeveelheid cocaïne en/of
- ( op of omstreeks 5 mei 2020) 2 kilo cocaïne, althans een hoeveelheid cocaïne,
zijnde cocaïne telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
parketnummer: 15.318204.22
hij op of omstreeks 15 juni 2022 te [woonplaats] , in ieder geval in Nederland,
- een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een
(vuist)vuurwapen, van het merk CZ, type Mod 83, kaliber 7,65 x 17mm zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool en/of
- munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 9, scherpe kogelpatronen van het kaliber 7,65 x 17mm en/of
- munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 5, patronen van het kaliber 7,65 x 17mm en/of
- munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 8, kogelpatronen van het
kaliber 9 x 19mm en/of
voorhanden heeft gehad.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Verzoek om aanhouding

3.1
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht de behandeling van de strafzaak aan te houden om de verdediging alsnog kennis te laten nemen van de verzochte historische verkeersgegevens van het account [accountnaam 1] (EncroChat) en het account [accountnaam 3] (SKY ECC), alsmede van de persoonlijke mobiele telefoon van de verdachte over de ten laste gelegde periode. De verdediging zegt deze gegevens nodig te hebben om aan te kunnen tonen dat de verdachte niet de gebruiker is van de accounts.
3.2
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich verzet tegen het verzoek om aanhouding. Het verzoek is onvoldoende gemotiveerd, en overigens zijn de verzochte gegevens niet meer opvraagbaar.
3.3
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank wijst het aanhoudingsverzoek af. De rechtbank begrijpt in het algemeen het belang van de verdediging bij een vergelijkend onderzoek van de verkeersgegevens van de iPhone van de verdachte en die van de cryptotelefoons. De rechtbank ziet echter in het proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina’s 206 tot en met 219) diverse door de politie geconstateerde koppelingen in tijd en plaats tussen de iPhone van de verdachte enerzijds en de Encrochat- en Sky-accounts anderzijds. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat van de verdediging een concretere onderbouwing van het verzoek mag worden verlangd. Een dergelijke concretere onderbouwing heeft de verdediging echter niet gegeven, zodat het verzoek moet worden afgewezen, los van de vraag of de gegevens nog beschikbaar zijn.

4.Beoordeling van het bewijs

4.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder parketnummers 15.086304.22 en 15.318204.22 ten laste gelegde feiten.
4.2
Standpunt van de verdediging
parketnummer: 15.086304.22
Met betrekking tot feiten 1 en 2 heeft de raadsvrouw aangevoerd dat de verdachte niet gekoppeld kan worden aan het EncroChat-account [accountnaam 1] en aan het SkyECC-account [accountnaam 3]. Verder heeft de raadsvrouw aangevoerd dat [accountnaam 1] niets te maken heeft met de voorbereiding van uitvoer van cocaïne naar Groot-Brittannië. Daarvoor ontbreekt volgens haar iedere feitelijke basis voor bewijs in het dossier.
Met betrekking tot feit 2 heeft de raadsvrouw aanvullend aangevoerd dat uit de chats van [accountnaam 1] niet meer concreet bewijs gedestilleerd kan worden dan voor het aanwezig hebben dan wel verhandelen van een hoeveelheid van ten hoogste 6 kilo cocaïne.
parketnummer 15.318204.22
Ten aanzien van het wapenbezit is de raadsvrouw van mening dat dit feit bewezen kan worden verklaard. De verdachte heeft dit feit ook nooit ontkend. Hij voelde zich bedreigd en had daarom een wapen.
4.3
Oordeel van de rechtbank
4.3.1
Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder parketnummers 15.086304.22 en 15.318204.22 ten laste gelegde feiten op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn vervat.
4.3.2
Bewijsmotivering
parketnummer15.086304.22 feiten 1 en 2:
Naar aanleiding van de overdracht van de datasets van het EncroChat-account [accountnaam 1] @encrochat.com en van het SKY ECC-account [accountnaam 3] (bijnaam [bijnaam] ) is de politie een onderzoek begonnen onder de naam Apollo. In dit onderzoek rees het vermoeden dat de gebruiker van deze accounts zich bezig hield met de handel in cocaïne.
Identificatie EncroChat-account:
De verdachte betwist de gebruiker te zijn van het EncroChat-account “ [accountnaam 1] ”.
Naar aanleiding van deze betwisting het volgende:
Binnen het onderzoek 26Lemont zijn enkele gebruikers van EncroChat geïdentificeerd, die voor komen in het onderzoek 26Kirtland. Het onderzoek 26Kirtland betreft een onderzoek naar transporten van verdovende middelen. Binnen het onderzoek 26Kirtland is de gebruiker van het account [accountnaam 2] @encrochat.com geïdentificeerd als [naam 1] , geboren op [geboortedatum en -plaats 2] .
Één van de contacten van het account [accountnaam 2] @encrochat.com betreft het account [accountnaam 1] @encrochat.com.
Naar de verkregen data van de EncroChat gebruiker [accountnaam 1] is onderzoek gedaan. In deze data zijn 7 contacten aangetroffen. Deze contacten hebben het account van [accountnaam 1] opgeslagen onder [accountnaam 1] , lands, [accountnaam 1] [woonplaats] , jorda, afroo, [accountnaam 1] jorda en [accountnaam 1] afroo. De verdachte woont in [woonplaats] en is geboren in [geboorteland] .
Op 5 mei 2020 heeft [accountnaam 2] een bericht doorgestuurd aan [accountnaam 1] dat hij van “griek” had ontvangen, met daarin de vraag of [voornaam] hem kan helpen met 6 kilo tusi of 2cb in London. In dat bericht noemt “griek” een persoon genaamd [voornaam] ”. De voornaam van de verdachte is [voornaam] .
Op 2 april 2020 heeft [accountnaam 1] een bericht naar het contact Toxitooth gestuurd, waarin hij vraagt naar de voetbalclub bij het hek te komen. Toxitooth heeft [accountnaam 1] vervolgens het bericht gestuurd dat hij bij het hek staat tegenover de skatebaan. Op het parkeerterrein voor voetbalclub [naam voetbalclub] in [woonplaats] staat een skatebaan. De verdachte is [bestuurslid] van voetbalclub [naam voetbalclub] (geweest).
Op 9 april 2020 heeft [accountnaam 1] [accountnaam 2] een bericht gestuurd waarin hij zegt dat een derde het dorp in moet rijden langs de [naam 2] pomp. Indien er via de Rijksweg A8 of afrit S118 van de Rijksweg A10 het dorp [woonplaats] ingereden wordt, passeert men een [naam 2] tankstation. Op dezelfde dag heeft [accountnaam 2] [accountnaam 1] het bericht gestuurd dat hij in [woonplaats] is en naar [accountnaam 1] loopt. De verdachte woont, zoals hiervoor al is overwogen, in [woonplaats] .
Uit registercontroles door de politie in 2020 en 2021 bij hotel [hotelnaam] in [woonplaats] volgt dat de verdachte regelmatig meerdere kamers in het hotel huurt. Uit verschillende berichten van [accountnaam 1] volgt dat [accountnaam 1] regelmatig in een [hotelnaam] hotel is.
In de maand juli 2020 is bij TCI Amsterdam de navolgende informatie binnen gekomen:
“ [verdachte] is in de afgelopen maanden zeer regelmatig aanwezig geweest in het [hotelnaam] hotel in [woonplaats] . [voornaam] heeft in de lounge van het hotel diverse criminele ontmoetingen, waarbij er openlijk grote sommen geld worden overhandigd. [voornaam] wordt gereden in een Audi A8 door zijn chauffeur [naam 3] ”.
Uit berichtenconversaties tussen [accountnaam 1] en [accountnaam 2] volgt dat zij gebruik maken van een “taxi” die moet rijden en dingen moet ophalen en brengen. De taxichauffeur is geïdentificeerd als [naam 3] . Dit komt overeen met de hiervoor genoemde TCI informatie waarin staat dat [naam 3] de chauffeur is van de verdachte.
Op 15 juni 2022 is de verdachte aangehouden bij een doorzoeking van de hotelkamers 516 en 527 van hotel [hotelnaam] in [woonplaats] . Deze hotelkamers bleken te zijn gehuurd door de verdachte. Op kamer 527 zijn naast verdovende middelen ook een iPhone van de verdachte aangetroffen. Op deze iPhone stonden veel contacten opgeslagen, waaronder een contact genaamd [naam 4] met telefoonnummer [telefoonnummer] . Dit telefoonnummer blijkt te zijn gekoppeld aan [naam 4] , een medeverdachte in de strafzaak tegen [naam 1] .
Op 21 april 2020 heeft er via WhatsApp een conversatie plaatsgevonden tussen de verdachte en [naam 4] . Uit de conversatie volgt dat de verdachte tegen [naam 4] zegt dat ‘taxi’ ergens 1,5 uur heeft staan wachten, waarop [naam 4] aangeeft over een half uur op de [straatnaam 1] te zijn. Hierop reageert de verdachte dat ‘taxi’ op dezelfde plek stond als de vorige keer, ter hoogte van nummer 20. Op dezelfde dag heeft [accountnaam 2] [accountnaam 1] een bericht gestuurd waarin hij vraagt taxi een blok te laten brengen naar de [straatnaam 1] 20.
Op 6 april 2020 heeft [accountnaam 2] [accountnaam 1] een bericht gestuurd waarin hij vraagt of taxi de volgende dag naar de [adres 2] kan komen. Op 7 april 2020 heeft de verdachte met zijn iPhone een SMS-bericht gestuurd aan Lindenbergh met daarin het adres [adres 2] .
Op 11 april 2020 heeft [accountnaam 1] een bericht aan [accountnaam 2] gestuurd waarin hij vraagt om 250 in de brievenbus bij zijn huis te leggen. [accountnaam 2] vraagt daarop aan [accountnaam 1] of de hond het niet op eet waarop [accountnaam 1] zegt dat [accountnaam 2] het in de witte brievenbus aan het hek moet gooien. Middels zijn iPhone heeft de verdachte via WhatsApp zijn adres [adres 3] doorgegeven. Op het adres [adres 3] te [woonplaats] hangt een witte brievenbus aan het hek voor de woning. Het adres [adres 3] te [woonplaats] betreft het woonadres van de verdachte.
Uit verschillende berichten op de iPhone van de verdachte volgt dat hij op 27 maart 2020 ziek zou zijn. Op 27 maart 2020 heeft [accountnaam 2] een bericht gestuurd aan [accountnaam 1] waarin hij vraagt of [accountnaam 1] nog ziek is.
Op 8 april 2020 heeft de verdachte met zijn iPhone een bericht gestuurd naar een contact genaamd [naam 5] waarin staat dat de verdachte de dag erop om 12:30 uur een afspraak heeft bij [naam 6] . Op 8 april 2020 heeft een contact van [accountnaam 1] een bericht aan [accountnaam 1] gestuurd waarin hij zegt “Half 1 bij [naam 6] he”, hetgeen [accountnaam 1] bevestigt.
Tussenconclusie:
Op grond van al deze feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat de verdachte de gebruiker is van het EncroChat-account [accountnaam 1] .
IdentificatieSKY ECC-account [accountnaam 3]:
Ook ten aanzien van dit account stelt de verdachte zich op het standpunt niet de gebruiker te zijn. Gelet hierop het volgende:
In het kader van een strafrechtelijk onderzoek genaamd WERL is informatie gedeeld met het onderzoek ARGUS, een onderzoek dat zich richt op criminele samenwerkingsverbanden van gebruikers van SKY ECC.
In het kader van dat onderzoek is ook nader onderzoek verricht naar de gebruiker van het account [accountnaam 3] (bijnaam [bijnaam] ). In de berichten van dat account zijn vier identificerende berichten aangetroffen.
Op 1 augustus 2020 heeft [accountnaam 3] aan A9AAAD berichten gestuurd waarin hij schrijft dat hij in [plaatsnaam] zit in de schoonheidssalon van zijn vriendin. De schoonheidssalon van de vriendin van de verdachte is gevestigd in [plaatsnaam] .
Op 18 april 2020 heeft [accountnaam 3] aan 338ECF een bericht gestuurd waarin hij schrijft dat de auto aan de [straatnaam 2] , het adres van zijn zoon, staat. De zoon van de verdachte woont op de [straatnaam 2] .
Op 5 en 8 april 2020 heeft [accountnaam 3] berichten aan 338ECF gestuurd over [naam 3] en taxi.
Verder volgt uit verschillende berichten van [accountnaam 3] dat [accountnaam 3] afspreekt bij een [hotelnaam] .
Tussenconclusie:
Op grond van deze feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat de verdachte de gebruiker is van het SKY ECC-account [accountnaam 3].
Handel in cocaïne
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen vast dat het berichtenverkeer gaat over de handel in cocaïne (wat op zichzelf door de verdediging niet is bestreden) en overweegt daartoe het volgende.
In de berichten gaat het over blokken die moeten worden vervoerd, verkocht, afgeleverd of ergens liggen. De rechtbank acht het een feit van algemene bekendheid dat cocaïne bij internationaal transport vaak wordt verpakt in blokken van 1 kilogram. Uit de berichten volgt verder dat deze blokken moeten worden verkocht voor bedragen tussen de € 25.000,- en
€ 30.000,-. Als feit van algemene bekendheid geldt dat deze bedragen overeenkomen met een gebruikelijke kiloprijs voor cocaïne. Er wordt in de berichten ook gesproken over “colo” en “boli”, waarmee kennelijk wordt bedoeld cocaïne afkomstig uit respectievelijk Colombia of Bolivia. Er wordt ook gesproken over stempels, testen, uitkoken en goed- of afkeuren op smaak. Ten slotte worden foto’s verstuurd van blokken cocaïne, al dan niet met ingeperste stempels. Uit de bewijsmiddelen volgt naar het oordeel van de rechtbank ook dat de verdachte contact heeft gehad over de uitvoer van cocaïne naar Groot-Brittannië. Dat de verdachte hierover slechts berichten zou hebben ontvangen maar daarop niet zou hebben gereageerd, maakt dit niet anders.
Gelet op het vorenstaande komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten onder parketnummer 15.086304.22.
Ten aanzien van de tenlastegelegde periodes gaat de rechtbank voor feit 1 uit van de periode van 26 maart 2020 tot en met 6 mei 2020 (de periode waarin het EncroChat account [accountnaam 1] is onderzocht). Voor feit 2 gaat de rechtbank uit van de periode 1 april 2020 tot en met 5 mei 2020.
4.4
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder parketnummers 15.086304.22 en 15.318204.22 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
onder parketnummer: 15.086304.22:
1
hij in de periode van 26 maart 2020 tot en met 6 mei 2020 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van hoeveelheden van een materiaal bevattende cocaïne, voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en
- zich en/of een of meer anderen gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen en
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden voorhanden heeft gehad waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
hebbende verdachte en/of (één of meer van) verdachtes mededader(s)
- PGP telefoons aangeschaft en voorhanden gehad en
- ontmoetingen gehad met en/of (telefonische) afspraken gemaakt met en/of besprekingen en/of onderhandelingen gevoerd met en/of inlichtingen en/of aanwijzingen en/of opdrachten (door)gegeven aan zijn mededader(s) en/of één of meer anderen, om verdovende middelen
te kopen en/of verkopen en/of in ontvangst te nemen en/of omtrent de wijze waarop die verdovende middelen zou(den) worden gekocht en/of geleverd en/of afgenomen en/of vervoerd en
- zijn mededaders, geïnstrueerd om verdovende middelen en/of geldbedragen met een taxi op te halen en/of te vervoeren en
- meerdere geldbedragen verstrekt en/of afgeleverd en/of ontvangen en/of betaling(en) gedaan en/of laten doen ten behoeve van de aanschaf en/of verkoop van verdovende middelen en
- foto’s van voornoemde verdovende middelen gemaakt en/of laten maken en/of doorgestuurd aan de tussenpersoon en/of (ver)kopende partij en
- met een of meer personen contact gehad en/of afspraken gemaakt en/of mogelijkheden onderzocht over de (wijze van) uitvoer van cocaïne (naar Groot-Brittannië) (te weten via bergplaatsen in vrachtwagens);
2
hij in de periode van 1 april 2020 tot en met 5 mei 2020 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid cocaïne.
onder parketnummer: 15.318204.22:
hij op 15 juni 2022 te [woonplaats] ,
- een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een
vuistvuurwapen, van het merk CZ, type Mod 83, kaliber 7,65 x 17mm zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool en
- munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 9 scherpe kogelpatronen van het kaliber 7,65 x 17mm en
- munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 5 patronen van het kaliber 7,65 x 17mm en
- munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 8 kogelpatronen van het
kaliber 9 x 19mm
voorhanden heeft gehad.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

5.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten:

parketnummer: 15.086304.22
Met de raadsvrouw van de verdachte is de rechtbank van oordeel dat met betrekking tot feiten 1 en 2 sprake is van eendaadse samenloop.
Het bewezenverklaarde levert op:
met betrekking tot feiten 1 en 2:
de eendaadse samenloop van
medeplegen van, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, zich en/of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en/of stoffen of gelden voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, meermalen gepleegd
en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
parketnummer 15.318204.22:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is daarom strafbaar.

6.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dan ook strafbaar.
7. Motivering van de sanctie
7.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden, met aftrek van de periode van het voorarrest van de verdachte.
7.2
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van de verdachte heeft de rechtbank in overweging gegeven aan de verdachte een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen als stok achter de deur en om eventueel het resterend onvoorwaardelijke deel om te zetten in een taakstraf. Met betrekking tot het wapenbezit merkt de raadsvrouw op dat de munitie apart van het wapen is aangetroffen en het wapen niet gebruiksklaar was, hetgeen grond is voor strafvermindering.
7.3
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan de verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van het feit
De verdachte heeft samen met zijn mededader(s) voorbereidingshandelingen gepleegd voor het verhandelen van cocaïne en aanzienlijke hoeveelheden cocaïne aanwezig gehad. Gedurende de tenlastegelegde periode is hij met zijn mededader(s) zeer actief hiermee bezig geweest. De verdachte had daarbij een organiserende en aansturende rol binnen de feitelijke handel. Hij maakte afspraken over de aan- en verkoop, bepaalde de prijs van de cocaïne, regelde het vervoer en onderhield contacten met afnemers.
De substantiële hoeveelheden cocaïne moeten bestemd zijn geweest voor verdere verspreiding en handel. Cocaïne is een voor de gebruikers ervan zeer schadelijke stof, die levens kan ontwrichten. De handel leidt vaak, direct en indirect, tot andere vormen van criminaliteit, waaronder (ernstige) geweldscriminaliteit, levensdelicten en misdrijven die een bedreiging zijn voor de integriteit van het financiële en economische verkeer. De verdachte heeft met zijn gedrag bijgedragen aan deze keten van criminele activiteiten. Dat van geweld in het dossier niet is gebleken, pleit de verdachte geenszins vrij. Daarnaast heeft drugscriminaliteit een grote en groeiende ondermijnende werking in de samenleving. De verdachte heeft zich desondanks toch ingelaten met drugshandel, kennelijk alleen voor eigen financieel gewin.
Verder heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een categorie III-vuurwapen, te weten een pistool met daarbij behorende munitie. Het staat buiten kijf dat het ongeoorloofde bezit van vuurwapens onaanvaardbare risico’s voor de veiligheid van personen met zich brengt vanwege de kans op het gebruik daarvan, met alle mogelijke onomkeerbare gevolgen van dien. Verder kan het bezit van een vuurwapen sterk bijdragen aan gevoelens van onveiligheid in de samenleving.
Persoon van de verdachte
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 26 juli 2024 (strafblad), waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder voor opiumwetdelicten of wapenbezit is veroordeeld.
Verder heeft de rechtbank kennisgenomen van het reclasseringsrapport van 8 april 2024, opgemaakt door mevrouw [naam 7] , als reclasseringswerker werkzaam bij Reclassering Nederland. In het rapport deelt zij mede dat het risico op recidive als laag wordt ingeschat. Geadviseerd wordt een straf op te leggen zonder bijzondere voorwaarden, omdat de reclassering geen mogelijkheden of noodzaak ziet met interventies risico’s te beperken of gedrag te veranderen.
Op te leggen straf
Gelet op de ernst van het bewezenverklaarde en op de straffen die in soortgelijke zaken van deze omvang plegen te worden opgelegd komt alleen een gevangenisstraf van aanzienlijke duur als passende reactie in aanmerking.
De rechtbank overweegt ten aanzien van de hoogte van de gevangenisstraf dat de inhoud van de chatberichten een constante stroom van inkoop- en verkooptransacties van blokken cocaïne laten zien. De exacte hoeveelheid hiervan in de tenlastegelegde periode kan op basis van de berichten niet vastgesteld worden. Gelet op de bewijsmiddelen gaat de rechtbank ervan uit dat het tenminste gaat om een hoeveelheid van 6 kilo. De raadsvrouw is deze mening indien de rechtbank tot een bewezenverklaring komt ook toegedaan en deze hoeveelheid past ook binnen de eis van de officier van justitie.
In de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) wordt voor het als organisatie overtreden van artikel 2 onder B en D van de Opiumwet bij deze hoeveelheid als uitgangspunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 40 tot 42 maanden genoemd.
Voor het voorhanden hebben van een vuurwapen en bijbehorende munitie gaat het LOVS in haar oriëntatiepunten uit van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 44 maanden moet worden opgelegd, met aftrek van het voorarrest.
Redelijke termijn:
Bij het opleggen van een straf wordt ook bekeken of de zaak van een verdachte binnen een redelijke termijn wordt afgedaan. Als uitgangspunt geldt dat binnen twee jaar na aanvang van de op zijn redelijkheid te toetsen termijn door de rechtbank moet zijn beslist, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden. De redelijke termijn in deze zaak is aangevangen op het moment dat de verdachte in verzekering werd gesteld. Dat was op 15 juni 2022. Dit betekent dat de zaak in principe op 15 juni 2024 afgerond had moeten zijn. Van bijzondere omstandigheden om hiervan af te wijken is geen sprake. Daarmee is sprake van een overschrijding van ruim acht maanden. Gelet op de mate van overschrijding van de behandeling van de zaak zal de rechtbank een strafkorting van 2 maanden toepassen op de aan de verdachte op te leggen gevangenisstraf.
Dit betekent dat de rechtbank aan de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal opleggen voor de duur van 42 maanden. Deze straf acht de rechtbank passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.

8.Vermogensmaatregel

De rechtbank is van oordeel dat de onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten
parketnummer: 15.086304.22:
- 1 bus pepperspray (Omschrijving: NHNBA21013_724725 2 zakjes)
- 2 stk hashish (Omschrijving: NHNBA21013_724892 2 zakjes Hash)
- 1 stk verdovende middelen (Omschrijving: NHNBA21013_724893Vermoedelijk crystal meth.)
- 1 stk verdovende middelen (Omschrijving: NHNBA21013_724895 Vermoedelijk crystal meth)
- 1 stk verdovende middelen (Omschrijving: NHNBA21013_724896 Vermoedelijk cocaïne.)
- 1 stk verdovende middelen omschrijving: NHNBA21013_724897 Cocaïne met snuifbuisje.)
- 1 stk verdovende middelen (Omschrijving: NHNBA21013_724899 Pil)
- 2 stk verdovende middelen (Omschrijving: NHNBA21013_724900 2 borden cocaïne.)
- 1 stk niet te definiëren goederen (Omschrijving: NHNBA21013_729469
Apparaat met mogelijk restanten van drugs)
- 1 stk administratie (Omschrijving: NHNBA21013_729513 Diverse administratie met gripzakje verdovende middelen.)
- 2 stk verdovende middelen Omschrijving: NHNBA21013_730075 2 gripzakjes met kleine
brokjes(mogelijk verdovend middel.)
- 1 stk verdovende middelen (Omschrijving: NHNBA21013_726091 Schaaltje met mogelijk cocaïne.)
- 1 stk wapen (Omschrijving: NHNBA21013_724919 Air soft wapen 6mm.)

parketnummer: 15.318204.22

- 1 stk. patroonhouder
- 1 stk wapen
- 13 stk patroon
- 9 stk. patroon,
dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de bewezen verklaarde feiten met betrekking tot die voorwerpen zijn begaan en het ongecontroleerde bezit van die voorwerpen is in strijd met de wet of het algemeen belang.

9. Overige beslissingen omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen

De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten
1. euro 1660,05 IBG 15 juni 2022
2. euro 273,70 IBG 15 juni 2022
dienen te worden teruggegeven aan de verdachte.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikel 47, 57 van het Wetboek van Strafrecht.
artikel 2, 10, 10a, 13a van de Opiumwet.
artikel 26 en 55 van de Wet wapens en munitie

11.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat de verdachte de onder ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte onder parketnummers 15.086304.22 en 15.318204.22 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de onder parketnummers 15.086304.22 en 15.318204.22 bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
42 (tweeënveertig) MAANDEN.
Bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Onttrekt aan het verkeer:
- 1 bus pepperspray (Omschrijving: NHNBA21013_724725 2 zakjes)
- 2 stk hashish (Omschrijving: NHNBA21013_724892 2 zakjes Hash)
- 1 stk verdovende middelen (Omschrijving: NHNBA21013_724893Vermoedelijk crystal meth.)
- 1 stk verdovende middelen (Omschrijving: NHNBA21013_724895 Vermoedelijk crystal meth)
- 1 stk verdovende middelen (Omschrijving: NHNBA21013_724896 Vermoedelijk cocaine.)
- 1 stk verdovende middelen omschrijving: NHNBA21013_724897 Cocaine met snuifbuisje.)
- 1 stk verdovende middelen (Omschrijving: NHNBA21013_724899 Pil)
- 2 stk verdovende middelen (Omschrijving: NHNBA21013_724900 2 borden cocaine.)
- 1 stk niet te definiëren goederen (Omschrijving: NHNBA21013_729469
Apparaat met mogelijk restanten van drugs)
- 1 stk administratie (Omschrijving: NHNBA21013_729513 Diverse administratie met gripzakje verdovende middelen.)
- 2 stk verdovende middelen Omschrijving: NHNBA21013_730075 2 gripzakjes met kleine
brokjes(mogelijk verdovend middel.)
- 1 stk Verdovende middelen (Omschrijving: NHNBA21013_726091
Schaaltje met mogelijk cocaine.)
- 1 stk wapen (Omschrijving: NHNBA21013_724919
Air soft wapen 6mm.)
- 1 stk. patroonhouder
- 1 stk wapen
- 13 stk patroon
- 9 stk. patroon.
Gelast de teruggave aan de verdachte van:
1. euro 1660,05 IBG 15 juni 2022
2. euro 273,70 IBG 15 juni 2022
Heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. C.S. Schoorl, voorzitter,
mrs. D.J. Straathof en S. van Excel, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier D.H. Geuze,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 13 februari 2025.
Bijlage
De bewijsmiddelen
(…)