ECLI:NL:RBNHO:2025:13971

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 november 2025
Publicatiedatum
1 december 2025
Zaaknummer
15-218550-20
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de PIJ-maatregel voor een jeugdige in een jeugdinrichting

Op 13 november 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de PIJ-maatregel voor een jeugdige, hierna aangeduid als betrokkene. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, ingediend op 1 oktober 2025, om de termijn van de PIJ-maatregel met negen maanden te verlengen, in behandeling genomen. Betrokkene verblijft in een Rijks Justitiële Jeugdinrichting en heeft in het verleden een voorwaardelijke maatregel opgelegd gekregen voor verschillende misdrijven, waaronder bedreiging en mishandeling. Tijdens de behandeling in raadkamer zijn betrokkene, zijn raadsman, de officier van justitie en een deskundige gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene zich positief ontwikkelt, onder andere door deelname aan therapieën en werkervaring. De deskundige heeft geadviseerd om de PIJ-maatregel te verlengen, omdat het risico op recidive nog steeds aanwezig is en verdere behandeling noodzakelijk is voor de ontwikkeling van betrokkene. De rechtbank heeft geoordeeld dat aan alle wettelijke vereisten voor verlenging is voldaan en dat de veiligheid van anderen en de ontwikkeling van betrokkene het voortduren van de maatregel vereisen. De beslissing is gegrond op artikel 6:6:31 van het Wetboek van Strafvordering.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie & Jeugd
Locatie Alkmaar
Meervoudige raadkamer jeugdstrafzaken
Parketnummer: 15-218550-20
Uitspraakdatum: 13 november 2025
BESLISSING (ex artikel 6:6:31 Sv)van de rechtbank Noord-Holland, meervoudige raadkamer voor de behandeling van jeugdstrafzaken, naar aanleiding van de op 1 oktober 2025 ter griffie van deze rechtbank ingediende vordering van de officier van justitie, welke vordering ertoe strekt dat de rechtbank de termijn van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna: de PIJ-maatregel of de maatregel) van
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [plaats] ( [land] ),
thans verblijvende in Rijks Justitiële Jeugdinrichting [RJJI] ,
[adres] (hierna: [RJJI] ),
hierna te noemen: betrokkene,
zal verlengen met negen maanden.

1.De procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de processtukken waaronder:
  • het vonnis van deze rechtbank van 19 oktober 2021 waarbij aan betrokkene een voorwaardelijke maatregel is opgelegd voor bedreiging, mishandeling en twee vernielingen. Bedreiging is een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen;
  • de beslissing van de meervoudige raadkamer voor jeugdstrafzaken van deze rechtbank van 3 juni 2022, waarbij de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke maatregel is gelast;
  • de beslissing van de meervoudige raadkamer voor jeugdstrafzaken van deze rechtbank van 29 mei 2024, waarbij de maatregel is verlengd met achttien maanden;
  • de vordering van de officier van justitie van 1 oktober 2025;
  • een ingevolge artikel 6:6:31, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering recent opgemaakt, met redenen omkleed advies, gedateerd 22 september 2025 en ondertekend door [gedragswetenschapper] , gedragswetenschapper en [directeur] , directeur, beiden werkzaam bij [RJJI] , met daarbij als bijlage aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene.
Tijdens de behandeling in raadkamer van 13 november 2025 zijn gehoord betrokkene, zijn raadsman mr. M.J. Bouwman, de officier van justitie [officier van justitie] , alsmede de deskundige [gedragswetenschapper] , voornoemd.

2. Het standpunt van de inrichting

In genoemd verslag en advies van de kliniek is onder meer - zakelijk weergegeven - het volgende opgenomen:
Verloop behandeling
Betrokkene verblijft nog steeds op de very intensive care (VIC) afdeling binnen [RJJI] .
Hij heeft inmiddels het traject ‘Leren van Delict’ positief afgerond en neemt deel aan schematherapie. Doelen binnen de schematherapie zijn gericht op het vergroten van inzicht in de kern van de problematiek onder meer door het leren herkennen van patronen, het maken van verstandige keuzes, en het weerstaan van middelengebruik. Betrokkene kan de schematherapie als intensief ervaren, vermoedelijk door thema’s en pijnpunten vanuit zijn voorgeschiedenis die worden aangeraakt. Binnen de schematherapie is ruimte om tot verwerking van situaties uit de voorgeschiedenis te komen, mits betrokkene hier zelf klaar voor is. Tot op heden is hier geen sprake van.
Het helpt betrokkene wanneer het duidelijk is wat van hem verwacht wordt. Het lukt dan beter om positief functioneren langer vol te houden. Ook wordt een sociaal wenselijke kant bij hem gezien, omdat hij graag met verlof wil. Inmiddels betrekt betrokkene ook zijn moeder bij zijn traject waardoor zij (in grote lijnen) op de hoogte is van de kern van de problematiek en het behandelbeleid.
Tijdens het begeleide verlof houdt betrokkene zich goed aan de afspraken. Ook reageert hij goed op prikkelvolle omgevingen, onverwachte tegenslagen en wijzigingen. Gezien de houding van betrokkene tegenover zijn behandeling en de stabiliteit op vaardigheidsniveau die betrokkene laat zien tijdens begeleide verloven, is eind 2024 ingezet op het uitbreiden van zijn verlof richting onbegeleide verloven. Het daadwerkelijk vormgeven aan het onbegeleid verlof is vanaf mei 2025 van de grond gekomen.
Er wordt bij betrokkene ook een groei gezien wat betreft zijn sollicitatie-vaardigheden. Betrokkene is in mei 2025 aangenomen bij een afvalophaalbedrijf, waar hij nog steeds werkzaam is. Daarnaast zorgt hij voor een adequate invulling van zijn vrije tijd door wekelijks te sporten buiten de inrichting. Betrokkene is tijdens zijn verloven, op basis van wat het behandelteam kan controleren, betrouwbaar in zijn afspraken. Hij komt dagelijks op tijd terug van werk, belt naar het behandelteam om te kletsen over zijn werkdag en bevindt zich op de locaties conform zijn verlofafspraken.
Gevaar voor herhaling
Gedurende de PIJ-maatregel is het recidiverisico bijgesteld van hoog naar matig, binnen de huidige gestructureerde en hoog beveiligde omgeving waar betrokkene nu verblijft. Betrokkene heeft ontwikkeling laten zien als het gaat om groeiende controle op zijn gedrag. Medicamenteuze behandeling draagt hieraan bij en draagt dus bij aan verlaging van het risico. Voor de komende periode worden nog voldoende mogelijkheden gezien om tot verdere verlaging van risicofactoren te komen.
Conclusie en advies
Voorzetting van de PIJ-maatregel wordt noodzakelijk geacht om behandeling en het resocialisatietraject, als onderdeel van de behandeling, nog verder vorm te kunnen geven. Het risico op recidive zal direct worden verhoogd op het moment dat de kaders van de PIJ-maatregel plots volledig wegvallen, zonder dat eerst is toegewerkt naar afschalen van de kaders en verstevigen van beschermende factoren. Er worden nog voldoende ontwikkelmogelijkheden gezien bij betrokkene, waardoor een voortzetting van verblijf en behandeling ten gunste is van zijn ontwikkeling.
De deskundige heeft bij de behandeling van de vordering dit advies toegelicht en onderschreven en heeft daaraan - zakelijk weergegeven - toegevoegd dat de werkgevers van betrokkene tevreden over hem zijn. Het verlaagde stressniveau van betrokkene heeft een positief effect op zijn recidive niveau.
De kern van de problematiek, zelfoverschatting door betrokkene, staat nog voorop. Daarom wordt hij stapsgewijs voorbereid op een voorwaardelijke beëindiging. Binnen het onbegeleide verlof wordt toegewerkt naar STP. Betrokkene zal zich daarbij richten op school, werk en begeleid wonen. Er worden kleine stapjes gezet. Betrokkene wordt er daarnaast op gewezen dat hij binnen zijn sociale netwerk verstandige keuzes moet maken.

3.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de maatregel met negen maanden.
Betrokkene heeft stappen gezet en ontwikkelt zich goed. Het is positief dat hij eerlijk heeft verteld over zijn recente middelengebruik. Daarnaast is het belangrijk dat betrokkene werkt en aan sport doet. Met het aankomende onbegeleid verlof moet in het bijzonder aandacht zijn voor het bezoek aan zijn moeder en zijn vrienden.

4.Het standpunt van betrokkene en zijn raadsman

Betrokkene is het eens met een verlenging van de PIJ-maatregel met negen maanden. Hij doet zijn best en houdt zich aan de afspraken, zodat hij naar buiten mag. Betrokkene wil zijn leven weer oppakken. Hij werkt als vuilnisman en staat op de wagen. Dit bevalt hem goed. Daarnaast volgt hij therapie en wil hij aan de slag als ervaringsdeskundige. Onlangs heeft betrokkene, na twee jaar onthouding, weer geblowd. Dit was eenmalig en hij heeft daarvoor ook straf gekregen. In januari of februari 2026 zal betrokkene met een MBO-opleiding retail beginnen. Verder wil betrokkene nog werken aan het begeleid wonen. Zijn behandeling zal worden voortgezet door De Waag.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat aan de wettelijke eisen van een verlenging is voldaan. Namens betrokkene refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank.

5.De beoordeling

De rechtbank heeft bij het onderzoek in raadkamer bevonden dat zij bevoegd is om over de vordering te oordelen en dat de officier van justitie daarin ontvankelijk is.
Gebleken is dat betrokkene het eens is met het verzoek. Daarnaast is duidelijk geworden dat betrokkene zich positief ontwikkelt, maar dat nog wel stappen gezet moeten worden. Het onbegeleide verlof zal uitgebreid worden, waarbij aandacht zal zijn voor het sociale netwerk van betrokkene en de keuzes die hij hierin maakt. Ook is nog tijd nodig om de mogelijkheden van begeleid wonen te onderzoeken. De structuur en kaders die vanuit de PIJ-maatregel geboden worden, zijn bij dit alles nog noodzakelijk.
De rechtbank is, mede gelet op het hierboven weergegeven en door de rechtbank overgenomen advies en de toelichting van de deskundige, van oordeel dat aan alle wettelijke vereisten voor verlenging van de plaatsing in een inrichting voor jeugdigen is voldaan. De maatregel is opgelegd ter zake van een misdrijf, dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen. De veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen vereisen nog steeds het voortduren van de maatregel en de maatregel is - gezien in het licht van de overgelegde rapportage en de toelichting daarop - nog steeds in het belang van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van betrokkene.

6.Toepasselijke wetsbepalingen

De te geven beslissing is gegrond op artikel 6:6:31 van het Wetboek van Strafvordering.

7.De beslissing

De rechtbank:
Verlengtde termijn van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] , voor de duur van
negen maanden.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Deze beslissing is gegeven door
mr. C.E. Voskens, voorzitter,
mr. A.K. Mireku en mr. J. Lintjer, allen (kinder)rechter,
in tegenwoordigheid van mr. N.S. van Lede – Terhaar sive Droste
en in het openbaar uitgesproken op 13 november 2025.