ECLI:NL:RBNHO:2025:13673

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 november 2025
Publicatiedatum
25 november 2025
Zaaknummer
370212
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis in kort geding over overlast door inwonende zoon van huurder

In deze zaak vordert de woningcorporatie Velison van de huurder, de vader, en zijn inwonende zoon een straatverbod en een gedragsaanwijzing vanwege ernstige overlast die de zoon veroorzaakt. De voorzieningenrechter oordeelt dat, hoewel er voldoende bewijs is van overlast, de gevorderde maatregelen op dit moment te verstrekkend zijn. De voorzieningenrechter houdt de zaak pro forma aan voor drie maanden, zodat de zoon de kans krijgt om zijn gedrag aan te passen. De vader heeft toegezegd om namens zijn zoon excuses aan de buren aan te bieden en te bevestigen dat de zoon zijn overlastgevende activiteiten zal staken. De zaak wordt aangehouden om de ontwikkelingen in de situatie te volgen en om te beoordelen of de zoon in staat is om zijn gedrag te verbeteren.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland

Civiel recht
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: C/15/370212 / KG ZA 25-629
Vonnis in kort geding van 27 november 2025
in de zaak van
STICHTING VELISON WONEN,
te IJmuiden, gemeente Velsen,
eisende partij,
hierna te noemen: Velison,
advocaat: mr. N. Reinalda,
tegen

1.[gedaagde 1],

te [plaats 1], gemeente [gemeente],
hierna te noemen: de vader,
2.
[gedaagde 2],
te [plaats 1], gemeente [gemeente],
hierna te noemen: de zoon,
3.
BIS DIENSTEN B.V., in hoedanigheid van bewindvoerder van [gedaagde 2],
te Haarlem,
hierna te noemen: de bewindvoerder,
gedaagde partijen,
advocaat: mr. R.P. Groot,
De vader, de zoon en de bewindvoerder hierna samen te noemen: [gedaagden]

1.De zaak in het kort

1.1.
De vader huurt een woning van Velison. De zoon is 34 en woont bij de vader in. Velison vordert om aan de zoon een straatverbod op te leggen, omdat hij overlast veroorzaakt bij omwonenden, waaronder huurders van Velison. Daarnaast vordert Velison om aan vader een gedragsaanwijzing op te leggen, omdat de overlast ondanks diverse waarschuwingen niet is afgenomen. [gedaagden] voeren verweer.
1.2.
Op grond van het overlastdossier is aannemelijk dat de directe buren ernstige overlast van de zoon (hebben) ervaren, maar de voorzieningenrechter acht, de belangen tegen elkaar afwegend, het gevorderde straatverbod en de gevorderde gedragsaanwijzing op dit moment te verstrekkend. Het belang van de zoon om in de woning van vader te verblijven en het belang van vader om zijn zoon een dak boven het hoofd te bieden en ondersteuning tijdens zijn ziekte te krijgen, weegt zwaarder dan het belang van omwonenden op een leefomgeving met zo min mogelijk overlast. De zoon krijgt de komende maanden de kans om te laten zien dat hij in staat is om zijn gedrag aan te passen en geen overlast meer voor omwonenden te veroorzaken. De vader heeft toegezegd om mede namens de zoon een excuus brief te schrijven aan de buurtbewoners van wie hij aanneemt dat zij overlast hebben ondervonden en hebben geklaagd, zoals in dit vonnis nader toegelicht. De zaak wordt pro forma drie maanden aangehouden. De partij die om voortzetting vraagt dient een resumé te geven van de actuele stand van zaken.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met productie overzicht en veertien producties
- nagekomen producties 15 en 16 van de kant van Velison
- de conclusie van antwoord met één productie
- de mondelinge behandeling van 20 november 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de spreeknotities van Velison.

3.De feiten

3.1.
Velison is een woningbouwcorporatie in de gemeente Velsen en omstreken. Zij verhuurt voornamelijk woningen in de sociale sector.
3.2. (
De rechtsvoorganger van) Velison verhuurt sinds 6 december 1995 de woning gelegen aan de [adres 1] in [plaats 1] (hierna: de woning) aan [gedaagde 1].
3.3.
[gedaagden] woont vanaf het begin samen met zijn inmiddels ex-partner en hun zoon [gedaagde 2], nu 34 jaar, in de woning.
3.4.
De zoon heeft middels een zgn. kanscontract vanaf 11 februari 2021 in een andere woning van Velison gewoond. Hij heeft die huurovereenkomst opgezegd nadat de politie op 26 april 2022 een hennepkwekerij bij de zoon aantrof. De zoon woont sinds zijn vrijlating weer bij vader in de woning.
3.5.
In oktober 2023 heeft de advocaat van de buurvrouw van [adres 2] telefonisch contact opgenomen met Velison in verband met verkoop en om informatie gevraagd over overlast die de buurvrouw al jaren van de bewoner van [adres 1] (de woning) ervaart.
3.6.
Velison heeft van de nieuwe eigenaresse van [adres 2], mevrouw [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1]), en van een enkele andere omwonende, regelmatig overlastmeldingen ontvangen. Velison heeft de meldingen vastgelegd in een overlastdossier.
3.7.
Het overlastdossier bevat vanaf december 2024 een paar keer per week en soms meerdere keren per dag berichten van [betrokkene 1]. Zij klaagt over geluidsoverlast waaronder schreeuwen, het slaan met deuren en gooien van spullen, het draaien van harde muziek en het verzamelen van onder meer oud ijzer, zowel overdag als ’s nachts. Zij en haar man kunnen al maanden niet normaal slapen. Ook klaagt zij over verbaal geweld van de zoon tegen hen en over stankoverlast doordat hij joints rookt in de voor- en achtertuin. Zij zegt meerdere keren de politie te hebben ingeschakeld. Zij maakt zich zorgen dat op enig moment de moeder van de zoon zal vertrekken en de overlast dan nog erger wordt. Eind februari 2025 oppert zij of het niet mogelijk is om met financiële hulp tijdelijk elders een woning te huren, omdat zij de stress niet meer aan kan met een baby op komst.
3.8.
Velison heeft naar aanleiding van overlastmeldingen de vader (en zoon) bij brief van 16 januari 2025 uitgenodigd voor een gesprek op het kantoor van Velison. In het gesprek dat op 27 januari 2025 plaatsvond, heeft Velison de vader verzocht de overlast die de zoon veroorzaakt te doen stoppen. Er zijn geen afspraken op papier gezet.
3.9.
De buurvrouw van [adres 3] (hierna: [betrokkene 2]) heeft op 19 februari 2025 per e-mail haar zorgen aan Velison geuit. Zij schrijft onder meer:
Ik wilde naar u toekomen samen met de buurvrouw maar helaas ben ik niet lekker dus gaat dat niet lukken.
Toch wil ik dan via deze weg laten weten dat wij ons erge zorgen maken over de aankomende situatie bij de buren op [adres 1]. Zoals u wel bekend zorgt de inwonende zoon [gedaagde 2] voor veel overlast en is erg agressief vooral naar de buren op [adres 2].
Hij is verbaal dagelijks heel grof en dreigend naar hun, de hele bezig met het strippen van bedrading en ontmantelen van ketels om het koper eruit te halen.
Dit doet hij overdag maar is ook snachts weg actief wat last geeft plus de rommelen wat overal slingert. Plus dat hij overduidelijk weer middelen gebruikt en verhandelt wat hij in het verleden ook heeft gedaan.
Nu is het, zoals u weet, dat de moeder van [gedaagde 2] ([betrokkene 3]) een ander huis heeft gekregen en binnen een maand verhuist is. Dat betekent dat [gedaagde 2] vanaf dat moment het rijk alleen heeft aangezien vader [gedaagde 1] al om 5u smorgens naar zijn werk gaat in [plaats 2]. En dat baart ons heel erge zorgen!
Gezien het verleden kan ik nu al invullen dat deze situatie voor [gedaagde 2] niet te handelen is en zeer zeker gaat ontsporen. maar waar wij ons nog veel meer zorgen om maken is dat hij de buurvrouw op [adres 2] echt iets aandoet. En dan is het dus te laat...
3.10.
De moeder van de zoon en ex partner van vader is in februari 2025 verhuisd.
3.11.
[betrokkene 1] stuurt in maart en april 2025 bijna dagelijks klachten naar Velison over overlast die zij en haar man ondervinden van de zoon.
3.12.
Op 4 april 2025 schrijft [betrokkene 2] per e-mail aan Velison dat de zoon steeds onrustiger wordt qua gedrag. Zij schrijft:
Begint al vanaf smorgens vroeg in de voortuin met hakken en het slopen van dingen om oud ijzer en dergelijke te verzamelen. En gaat daarna verder in de achtertuin.
Wij zitten hier de hele dag ( als hij thuis is) In de stink wietlucht.
3.13.
In reactie op een e-mail van [betrokkene 1] over overlast en waarin zij aangeeft zich onveilig te voelen in haar huis en dat het geen nut heeft om met de zoon in gesprek te gaan of afspraken te maken, heeft [betrokkene 2] op 27 april 2025 onder meer aan Velison geschreven:
Ik maak aldoor al meldingen bij politie over de overlast dus ik kan dat beamen.
Helaas heeft alles wat wij al maanden ( jaren) doen echt 0 effect. Het is zelfs slechter geworden qua toekomst voorspelling en vooruitzicht wat ons betreft.
(...) Hij komt dus overal mee weg en de buurt zit maar met de overlast en dan met name [betrokkene 4] aangezien die ook nog eens aldoor geïntimideerd wordt door hem.
Politie bellen heeft ook echt 0 zin, aangezien ze zelf al aan de deur staan bij [adres 1] met de woorden "ja we moesten alweer hierheen, we weten ook niet waarom" . Bellen naar de politie doe ik dus niet eens meer maar ik maak wel zoveel mogelijk melding.
Misschien willen jullie van woonruimte ruilen, vooral met [betrokkene 4]? Dan ervaar je zelf hoe fijn het wonen is hier.
3.14.
In mei tot en met juli 2025 blijft [betrokkene 1] regelmatig klachten melden bij Velison.
3.15.
Op 22 juni 2025 schrijft een omwonende van [adres 4] ([betrokkene 5]) per e-mail het volgende aan Velison:
Klagen over de geluidsoverlast kan ik niet aangezien er 2 huizen tussen zitten en de buren van [adres 3] en [adres 2] er direct naast wonen en meer dan genoeg meldingen hebben gedaan. Mocht ik wel overlast ervaren zal ik zeker een melding maken.
Er moet mij toch echt iets van het hart.
Kan er uitgelegd worden hoe het mogelijk is dat dit echt al jaren aan de gang is, de vorige buurvrouw op [adres 2] haar huis verkocht heeft door deze overlast en de huidige buurvrouw zich absoluut niet veilig voelt in haar eigen huis? Zoals mw. [betrokkene 2] al schreef, er is enkele maanden geleden iemand anders uit zijn woning gezet door overlast en intimidatie en deze mensen op [adres 1] blijven er gewoon wonen. De buurvrouw wordt bedreigd, uitgescholden en er zijn een overvloed aan beelden doorgestuurd en nog wordt er niets ondernomen.
Wordt er gewacht totdat er daadwerkelijk iets gebeurd of kan er nu eerder iets aan gedaan worden? Ook wil ik toevoegen dat niet iedereen zo veel lef en doorzettingsvermogen heeft als de buurvrouw van nr. [adres 2]. Mensen zijn ook bang om te klagen wat er in resulteert dat er maar 1 of 2 buren contact opnemen met woningbouw en politie.
3.16.
Op 30 juni 2025 vraagt [betrokkene 1] aandacht voor de ernstige en structurele overlast vanuit de woning en verzoekt Velison om in te grijpen en maatregelen te nemen.
3.17.
[betrokkene 2] schrijft op 3 juli 2025 per e-mail aan Velison onder meer:
Vanochtend weer een intimiderende situatie op [adres 2] [plaats 1].
[betrokkene 4] heeft de politie gebeld hierdoor, deze zijn gekomen maar omdat [gedaagde 2] niet
opdeed ook weer omgekeerd zonder verder iets te doen.
Wij als buurt vragen ons toch steeds vaker af hoe lang dit nog zo door kan gaan en
wordt toegelaten door politie, woningbouw en gemeente.
Zoveel overlast van de rotzooi (HVC zal bijna failliet gaan aangezien groot deel van
hun handel “verzameld” wordt door [gedaagde 2] en in de voortuin/op de stoep/in zijn
schuurtje gestript wordt van alles wat geld opbrengt), het lawaai en de regelmatig
harde muziek en geschreeuw plus het roken van wiet de gehele dag en avond. (vaak
gepaard met mede “vrienden-rokers”). (…)
Maar dat het gedrag zoals dat van [gedaagde 2] al jaren lang wordt getolereerd met medeweten van alle instanties??? Want zoals bekend is dit niet alleen nu bij [betrokkene 4] zo maar ook al bij de vorige bewoner en die weer daarvoor. Het lijkt ons dat de tijd van praten, bemiddelen en het sussen van actie en reactie nu wel eens voorbij is? Wanneer wordt er nu echt eens ingegrepen en actie ondernomen? Wij zijn namelijk heel bang dat dit pas gaat gebeuren als er echt iets heel ernstigs gaat gebeuren en de dingen echt uit de hand lopen, en dus te laat…(…).
3.18.
De advocaat van [betrokkene 1] heeft Velison bij brief van 7 juli 2025 namens [betrokkene 1] aansprakelijk gesteld voor de overlast.
3.19.
[betrokkene 1] is eind juli 2025 tijdelijk uit haar woning vertrokken.
3.20.
Velison heeft bij brief van haar advocaat van 29 juli 2025 [gedaagden] verzocht, en voor zover nodig sommeert, om uiterlijk op 5 augustus 2025 te bevestigen dat hij [gedaagde 2] de toegang tot de woning binnen vier weken zal ontzeggen, hem daar niet meer te ontvangen /laten verblijven en/of het er toe te leiden dat dat geen overlast meer vanuit de woning plaatsvindt en/of zal plaatsvinden.
3.21.
[betrokkene 2] heeft in augustus en september 2025 overlast gemeld bij Velison. Zij heeft bericht dat [gedaagde 2] ’s nachts erg actief is en de poortdeur gebruikt waardoor zij ‘s nachts niet kunnen slapen. Daarnaast schrijft [betrokkene 2] op 4 september 2025:
Afgelopen nacht hebben we veel last gehad van Buurman [gedaagde 2]. Vanaf 23.30u aldoor heen en weer met zijn scooter, spullen ( snoeren/grofvuil) uit tassen in- en uitladen.
Vanochtend rond half 5 liep hij te schreeuwen in het schuurtje en hoorde we glas kapot vallen, daarna was hij tot zeker 7u erg onrustig. Daarna lag de stoep vol troep.
Rond half 8 heeft mijn man hem aangesproken dat we hier echt niet blij mee zijn en werken dus op tijd uit bed moeten en onze nacht rust nodig hebben.
Hij reageerde hierop door te zeggen dat hij er rekening mee zal houden. Daarna begon hij met opvegen van de rommel.
Ik wilde dit toch melden om aan te geven dat zijn leefpatroon niet veel veranderd is. Waarschijnlijk had hij ook een soort van vakantie (en vakantiesluiting van oud ijzer inneem punt).
3.22.
[betrokkene 2] heeft in oktober 2025 enkele meldingen gedaan. Zij schrijft op 6 respectievelijk 8 oktober 2025:
[6-10-2025] Langzaam komt er toch weer meer rotzooi en lawaai van de buurman [gedaagde 2] op [adres 1]. Vaak geschreeuw in huis ook weer.
Zie foto, deze scooter staat er al dagen. De zakken staan er ook al vanaf woensdag. Vanochtend was hij vanaf 6.30u in zijn schuurtje aan het hakken en slijpen plus de overlast van het roken van joints. Geen fijne start van de dag.
Ik stuur dit je door omdat niet de indruk moet ontstaan dat in ene alle overlast weg is. Men is het alleen beu en moe van aldoor er iets van zeggen.
Verder verwacht ik nu niets qua actie, het is zoals gezegd alleen de melding.
[8-10-2025] Ter info, foto is van vandaag. Nieuwe lading rotzooi wat er weer staat. De scooter ( die uit elkaar ligt) staat er ook nog steeds ( al weken).
3.23.
[betrokkene 5], de buurvouw van [adres 4], schrijft op 6 oktober 2025:
Het is enige tijd wat rustiger geweest en er was ook geen overmatige rommel op de stoep. Helaas lijkt het weer meer te worden. Scooter staat er al een aantal dagen en de rommel breidt ook weer uit.

4.Het geschil

4.1.
Velison vordert samengevat - om aan de zoon voor twaalf maanden een straatverbod op te leggen en om de vader een gedragsaanwijzing op te leggen dat het hem en degenen die zich namens hem in de woning bevinden waaronder bezoek, verboden is om de zoon in de woning toe te laten. Velison vordert dat aan beide bevelen een dwangsom wordt verbonden. Ook vordert Velison veroordeling van [gedaagden] in de proceskosten met wettelijke rente.
4.2.
Velison legt aan het gevorderde straatverbod het onrechtmatig handelen van de zoon ten grondslag. Volgens Velison is sprake van feiten en omstandigheden die een ingrijpende maatregel als deze rechtvaardigen. Al jaren, maar zeker vanaf december 2024, veroorzaakt de zoon structurele en ernstige overlast. Omwonenden worden uitgescholden en bedreigd als zij de zoon op zijn gedrag aanspreken. Omwonenden zijn ten einde raad en de onrust in de wijk is groot door het gedrag van de zoon. Meerdere verzoeken en sommaties van Velison aan de zoon en de vader om de overlast te stoppen, hebben niet tot ander gedrag geleid. Velison is gehouden haar huurders een rustig en ongestoord woongenot te verschaffen en heeft de wettelijke taak bij te dragen aan de veiligheid en leefbaarheid in wijken waarin zijn woningen verhuurt. Een andere oplossing dan een straatverbod ziet Velison niet. Omdat dit een ingrijpende maatregel is, beperkt zij de vordering tot twaalf maanden en het gebied zoals in productie 14 weergegeven, waar geen winkels of voorzieningen zijn waar de zoon van afhankelijk is. Het belang van Velison bij vertrek van de zoon behoort zwaarder te wegen dan het belang van de zoon om zich in het gebied op te houden, waarbij Velison beseft dat dit tot gevolg kan hebben dat de zoon dakloos wordt, aldus nog steeds Velison.
4.3.
Velison legt aan de gevorderde gedragsaanwijzing ten grondslag dat de vader zich als een goed huurder moet gedragen en geen overlast mag veroorzaken. Daarnaast is de vader ook verantwoordelijk en aansprakelijk voor gedragingen van hen die met zijn goedbevinden het gehuurde gebruiken of zich met zijn goedvinden daarin bevinden. Ondanks diverse waarschuwingen aan de zoon en de vader blijft de zoon overlast veroorzaken. Er bestaat reële dreiging dat de zoon overlast en onrust zal blijven veroorzaken bij aanwezigheid in/bij de woning. Velison is er niet op uit om de vader op straat te zetten voor het gedrag van zijn zoon, zodat zij een gedragsaanwijzing vordert. De gevorderde gedragsaanwijzing moet als een laatste waarschuwing worden gezien, omdat de ernst en het structurele karakter van de overlast ontruiming van de woning rechtvaardigt, aldus Velison.
4.4.
[gedaagden] voeren verweer. [gedaagden] concluderen tot afwijzing van de vorderingen van Velison.
4.5.
[gedaagden] erkennen dat de zoon nachts overlast veroorzaakt als gevolg van zijn oud-ijzer handel bij de woning van de vader. De zoon is daar echter mee gestopt en is bereid daar bindende afspraken over te maken. [gedaagde 2] betwist dat hij verder geluidsoverlast veroorzaakt, ’s nachts muziek draait of de buren heeft bedreigd. Met de buurvrouw van [adres 2] heeft hij wel woorden gehad, maar met de overige buren staat hij op goede voet. De buren van [adres 3] hebben aangegeven dat het de laatste tijd rustig(er) is en van andere buren zijn geen overlastmeldingen ontvangen, aldus [gedaagden] Het gevorderde straatverbod met dwangsom is buiten proportie en moet, mede gelet op het feit dat de zoon nog geen andere woonruimte heeft gevonden en zijn vader ondersteunt die op dit moment ernstig ziek is, worden afgewezen. Voor de vader geldt dat hij zijn zoon niet uit de woning wil zetten zolang die geen andere woonruimte heeft. Hij betwist dat hij zich niet als een goed huurder gedraagt. De gevorderde gedragsaanwijzing is een inbreuk op de contractuele huurrechten van vader om zijn zoon bij hem in huis te laten wonen en moet daarom worden afgewezen.
4.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

Spoedeisendheid
5.1.
Een procedure bij de voorzieningenrechter is een spoedprocedure. Een voorlopige voorziening kan alleen worden getroffen als er een spoedeisend belang is, waardoor iemand niet kan wachten op een beslissing op een bodemprocedure. Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze procedure geen plaats is voor bewijslevering.
5.2.
Het spoedeisend belang is naar het oordeel van de voorzieningenrechter gegeven door de aard van de zaak, zodat aan inhoudelijke behandeling wordt toegekomen.
Straatverbod
5.3.
Een straatverbod zoals Velison vordert, is een ingrijpende maatregel die inbreuk maakt op het recht op persoonlijke vrijheid, waaronder begrepen het recht dat iedereen heeft om zich vrij te verplaatsen. Een straatverbod kan alleen worden toegewezen als sprake is van ernstig onrechtmatig handelen en van concreet gevaar voor herhaling daarvan. De voorzieningenrechter moet vervolgens alle relevante omstandigheden van het geval in aanmerking nemen en de betrokken belangen van partijen afwegen om te beoordelen of dat verbod, zoals gevorderd, kan worden gerechtvaardigd. Het is daarbij aan Velison om het gevaar voor herhaling aannemelijk te maken.
5.4.
Op de zitting hebben [gedaagden] aangevoerd dat sinds kort duidelijk is dat de vader slokdarmkanker heeft en dat de zoon ook toegang tot de woning moet kunnen houden om zijn vader, die van echt gescheiden is, te verzorgen en te ondersteunen. De zoon heeft verder aangevoerd dat hij met zijn metalenhandel is gestopt nadat zijn advocaat hem duidelijk heeft gemaakt dat die activiteiten niet passen in buurt. De zoon stelt dat hij zich realiseert dat hij in het verleden buurgenoten heeft uitgescholden en anderszins uitlatingen heeft gedaan die niet passend zijn. Hij heeft beloofd zijn uiterste best te doen om dat voortaan te laten, omdat hij alles op alles wil zetten om er voor zijn vader te kunnen zijn.
5.5.
Velison heeft aangegeven weinig vertrouwen te hebben in de toezegging van de zoon om zijn gedrag aan te passen in het licht van het verleden en zijn vermogen om zich conform de toezegging te gedragen. Ook bij omwonenden is weinig vertrouwen dat het gedrag van de zoon zal veranderen, aldus Velison. De overlast duurt al veel langer en dateert van ruim voordat zij vanaf december 2024 de klachten bij zijn gaan houden.
De voorzieningenrechter oordeelt als volgt.
5.6.
Op grond van de hiervoor (3.7 e.v. aangehaalde passages uit het overlastdossier is aannemelijk is dat de directe buren ernstige overlast van de zoon (hebben) ervaren.
In het licht van de hiervoor in 5.3 weergegeven maatstaf is het gevorderde straatverbod echter op dit moment te verstrekkend om toewijsbaar te zijn. Die toewijzing zou immers tot gevolg hebben dat de zoon verstoken raakt van de toegang tot de woning van zijn vader en de vader het daarmee zonder de ondersteuning van zijn zoon moet stellen. Het belang van Velison en haar huurders of andere omwonenden op een leefomgeving met zo min mogelijk overlast weegt op dit moment niet zwaarder dan het belang van de zoon (en de vader) bij behoudt van het verblijf van de zoon in de woning.
Een omstandigheid die bij de belangenafweging meespeelt is dat het bezwaar van de zoon tegen de afwijzing van zijn Wlz (Wet langdurige zorg) aanvraag nog loopt en hij daarvan afhankelijk is voor het verkrijgen van andere woonruimte. Ook wordt meegewogen dat de overlast recentelijk is afgenomen doordat de metalenhandel is gestaakt. Niet uit te sluiten is dat de gezondheidstoestand van vader voor de zoon een krachtige drijfveer is om zijn gedrag aan te passen. De zoon leek op de zitting te begrijpen dat hij zijn gedrag zal moeten aanpassen om de ruimte te krijgen om bij zijn vader te kunnen blijven en leek ook erg gemotiveerd om zich daarvoor in te spannen.
De voorzieningenrechter zal de zaak drie maanden aanhouden met het doel de zoon de gelegenheid te geven te demonstreren dat hij zijn gedrag kan verbeteren zoals hiervoor in 5.4 is weergegeven en dat ook vol kan houden.
5.7.
De voorzieningenrechter heeft van de vader de toezegging gekregen dat deze mede namens de zoon een brief schrijft aan de buurtbewoners van wie hij aanneemt dat zij overlast van de zoon hebben ondervonden en hebben geklaagd. In de brief zal hij:
  • excuses maken voor de in het verleden veroorzaakte overlast,
  • meedelen dat de metalenhandel inmiddels is gestaakt en gestaakt wordt gehouden,
  • de belofte van de zoon overbrengen dat deze zich niet opnieuw met ongepaste uitlatingen tot de buren zal wenden.
De vader zal de buren in de brief vragen om eventuele nieuwe klachten niet alleen aan Velison, maar ook aan hem ter kennis te brengen.
Het staat de vader vrij om deze uitspraak met de brief ter informatie mee te zenden.
5.8.
De voorzieningenrechter heeft zich na de zitting gerealiseerd dat er nog een derde klacht is die in het overlastdossier naar voren komt, maar op de zitting niet met zoveel woorden aan de orde is gesteld: de door de zoon veroorzaakte geuroverlast door het roken van wiet in de voor- en achtertuin. De zoon zal moeten toezeggen en laten zien dat ook dit gedrag niet meer voorkomt.
5.9.
Omdat het straatverbod vooralsnog niet wordt toegewezen, is de beoordeling van de ten aanzien van de vader gevorderde gedragsaanwijzing op dit moment niet aan de orde.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
6.1.
houdt de zaak pro forma aan tot
12 februari 2026,
6.2.
verzoekt de partij die om voortzetting vraagt een resumé te geven van de actuele stand van zaken.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H. Schotman en in het openbaar uitgesproken op 27 november 2025.
1621