Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Artikel 2 – Functie en werktijden(…)2.4 De werktijden van werknemer zijn in beginsel van 09.30 uur tot 18.00 uur (met lunchpauze) en de arbeidsduur van werknemer bedraagt 40 uren per week. Eventuele overuren worden geacht te zijn inbegrepen bij de werkzaamheden.2.5 Partijen stellen vast en accepteren dat met een goede uitoefening van de functie een langere gemiddelde werktijd gemoeid zal kunnen zijn. De vergoeding voor het verrichten van overwerk wordt geacht in het salaris te zijn begrepen.Artikel 4 – Onkostenvergoedingen en emolumenten4.1 Eventuele door werknemer in redelijkheid te maken kosten worden, eerst na voorafgaande toestemming van werkgever, vergoed op declaratiebasis en tegen overlegging van betalingsbewijzen.
3.De vordering
A. € 2.119,04 bruto aan overuren;
B. € 1.900,78 bruto aan vakantietoeslag;
C. € 495,77 netto aan onkosten;
D. de wettelijke verhoging over A en B en de wettelijke rente over A, B en C;
E. de kosten van het geding, het salaris van gemachtigde eiser en het griffierecht daaronder begrepen;
F. de (buitengerechtelijke) proceskosten, te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het in deze zaak te wijzen vonnis en, voor het geval voldoening niet binnen 14 dagen na dagtekening van dit vonnis plaats zal vinden, te vermeerderen met de wettelijke rente, alsmede te veroordelen in de nakosten en de eventuele verdere executiekosten.
4.Het verweer
5.De beoordeling
Proceskosten en incassokosten
6.De beslissing
vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;