ECLI:NL:RBNHO:2025:1325

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 februari 2025
Publicatiedatum
11 februari 2025
Zaaknummer
10592982
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor geannuleerde vlucht en proceskostenveroordeling

In deze zaak hebben twee passagiers, hierna gezamenlijk aangeduid als de passagiers, compensatie gevorderd van de vervoerder British Airways Plc voor een geannuleerde vlucht van Amsterdam-Schiphol naar Londen City op 15 juli 2022. De passagiers hebben een vervoersovereenkomst gesloten voor vlucht BA8458, maar de vervoerder heeft deze vlucht geannuleerd. De passagiers hebben vervolgens compensatie van € 500,00 per passagier gevorderd, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De vervoerder heeft echter geen verweer gevoerd tegen de hoofdsom van de vordering, maar betwistte wel de proceskosten, stellende dat de passagiers rauwelijks zijn gedagvaard.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen. Aangezien de vervoerder geen verweer heeft gevoerd tegen de hoofdsom, werd deze toegewezen. De kantonrechter oordeelde echter dat de passagiers verantwoordelijk zijn voor de proceskosten, omdat zij de vervoerder rauwelijks hebben gedagvaard. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten afgewezen en de passagiers veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de vervoerder, vastgesteld op € 270,00, en nakosten van € 67,50, vermeerderd met wettelijke rente.

Daarnaast werd het verzoek van de passagiers om een certificaat ex artikel 53 van de EEX-Verordening afgewezen, omdat de vervoerder niet in een lidstaat is gevestigd. Het vonnis is uitgesproken door kantonrechter S.N. Schipper op 5 februari 2025, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10592982 \ CV EXPL 23-4174
Uitspraakdatum: 5 februari 2025
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1],

2. [eiser 2],
beiden wonende te [plaats]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde: B.W. Floris (Yource B.V.)
tegen
de vennootschap naar buitenlands recht
British Airways Plc,
gevestigd te Cardiff (Verenigd Koninkrijk)
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. J.J.O. Zandt (Ploum)
De zaak in het kort
De passagiers hebben van de vervoerder (onder meer) compensatie gevraagd voor een geannuleerde vlucht. De vervoerder heeft geen verweer gevoerd tegen de door de passagiers gevorderde hoofdsom. De kantonrechter ziet echter aanleiding om de passagiers te veroordelen in de proceskosten, omdat sprake is van rauwelijks dagvaarden. De vordering van de passagiers wordt daarom (gedeeltelijk) toegewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder hen op 15 juli 2022 moest vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Londen City Airport (Verenigd Koninkrijk), met vlucht BA8458 (hierna: de vlucht).
2.2.
De vervoerder heeft de vlucht geannuleerd.
2.3.
De passagiers hebben daarom compensatie van de vervoerder gevorderd.
2.4.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
De passagiers vorderen dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 500,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van het incident tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 90,75, althans een in redelijke justitie door de rechtbank te bepalen bedrag, aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten.
3.2.
De passagiers baseren hun vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder hen vanwege de annulering van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 250,00 per passagier. [1]
3.3.
Ook verzoeken de passagiers de kantonrechter om een certificaat af te geven zoals bedoeld in artikel 53 van de herziene EEX-Verordening 1215/2012 (hierna: de Brussel I bis-Verordening.
3.4.
De vervoerder betwist de vordering. Op zijn verweer wordt ingegaan bij de beoordeling.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
De vervoerder heeft geen verweer gevoerd tegen de door de passagiers gevorderde hoofdsom, zodat deze zal worden toegewezen. De over de hoofdsom gevorderde wettelijke rente is als onvoldoende gemotiveerd weersproken eveneens toewijsbaar.
4.3.
De vervoerder stelt dat hij in het geheel niet is aangemaand en dat hij rauwelijks is gedagvaard. De gevorderde proceskosten moeten daarom voor rekening van de passagiers blijven, aldus de vervoerder. Dit betoog slaagt. Hiertoe wordt als volgt overwogen.
4.4.
De gemachtigde van de passagiers heeft op 18 juli 2022 een aanmaning namens de passagiers verstuurd naar een e-mailadres van de vervoerder. De vervoerder heeft betwist dat deze aanmaning hem heeft bereikt. Hij stelt dat het gebruikte e-mailadres alleen wordt gebruikt voor uitgaand verkeer en dat inkomende e-mails niet worden gemonitord. Daarom ontving de gemachtigde van de passagiers direct na het versturen van zijn e-mail het volgende automatische bericht:
‘’Thank you for taking the time to contact us, however this email address is only used for outbound messages and isn’t monitored by our teams. For the latest information on how to contact us for queries (…) please visit us online at ba.com: http://www.britishairways.com/information/help-and-contacts/’’.
4.5.
Gelet op het hiervoor aangehaalde antwoord van de vervoerder, kon de verzender van de e-mail van 18 juli 2022 er niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat hij deze e-mail had ontvangen. De stelling van de passagiers dat de vervoerder het bericht heeft ontvangen omdat hij een incidentnummer heeft toegevoegd aan zijn automatische antwoord, kan de kantonrechter daarom niet volgen. De stelling van de passagiers dat er geen alternatief e-mailadres werd aangeboden, kan evenmin worden gevolgd. Gesteld noch gebleken is dat de juiste informatie niet gemakkelijk was te achterhalen via de link die in het bericht van de vervoerder staat vermeld. Dat de aanmaning door de vervoerder niet is ontvangen, komt daarom voor rekening en risico van de passagiers. De vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten zal daarom worden afgewezen en de kantonrechter ziet aanleiding om niet de vervoerder maar de passagiers conform het liquidatietarief te veroordelen in de proceskosten, nu zij deze kosten nodeloos hebben veroorzaakt. Ook de nakosten worden toegewezen, voor zover deze daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt. De gevorderde rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.
4.6.
De gevorderde afgifte van het certificaat ex artikel 53 EEX-Vo 1215/2012 wordt bij gebrek aan belang afgewezen. Een dergelijk certificaat is bedoeld voor de tenuitvoerlegging van beslissingen in een lidstaat en de vervoerder is niet in een lidstaat gevestigd.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt de vervoerder tot betaling aan de passagiers van € 500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 juli 2022 tot aan de dag van voldoening van dit bedrag;
5.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 270,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder;
en veroordeelt de passagiers tot betaling van € 67,50 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt
,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 7 van de Verordening.