In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Noord-Holland op 19 november 2025 een bevelschrift uitgevaardigd in de zaak tussen Alternatief voor Vakbond (AVV) en Transavia Airlines C.V. (Transavia). AVV had een procedure aangespannen tegen Transavia, maar de zaak werd door de kantonrechter verwezen naar een andere kamer. Transavia verzocht de rechtbank om een bevelschrift uit te vaardigen voor de betaling van proceskosten, omdat AVV te laat was met het intrekken van de zaak. De rechtbank oordeelde dat de eerst dienende dag op 19 maart 2025 was en dat AVV niet meer in staat was om de zaak in te trekken. De rechtbank beschouwde het verzoek van AVV om in te trekken als een afstand van instantie, waardoor AVV verplicht was om de proceskosten van Transavia te vergoeden. De rechtbank begrootte de proceskosten op € 1.470,00, inclusief griffierecht en salaris van de gemachtigde en advocaat. De rechtbank heeft het verzoek van Transavia toegewezen en het meer of anders verzochte afgewezen. Het bevelschrift is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.