ECLI:NL:RBNHO:2025:12713

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 oktober 2025
Publicatiedatum
4 november 2025
Zaaknummer
11355553 \ CV EXPL 24-3408
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake huurprijswijzigingsbeding en proceskosten in huurovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 15 oktober 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Heimstaden Nederland 8A B.V. en de Bewindvoerder Alkmaar E.O. B.V. De zaak betreft een huurovereenkomst waarin een huurprijswijzigingsbeding is opgenomen dat door de kantonrechter als oneerlijk is beoordeeld. In een eerder tussenvonnis van 25 juni 2025 is vastgesteld dat het huurprijswijzigingsbeding niet rechtsgeldig is. Heimstaden heeft vervolgens een herberekening van de huurachterstand overgelegd, waaruit bleek dat er geen huurachterstand meer was, maar een voorstand van € 1.160,80. De bewindvoerder heeft deze berekening niet betwist, wat leidde tot de afwijzing van de vordering van Heimstaden.

Heimstaden heeft echter aanspraak gemaakt op vergoeding van de proceskosten, wat door de bewindvoerder werd betwist. De kantonrechter oordeelde dat de proceskosten terecht door Heimstaden zijn gemaakt, aangezien de huurachterstand op het moment van dagvaarding € 1.531,72 bedroeg. De kantonrechter heeft de proceskosten begroot op een totaal van € 1.051,72, inclusief kosten van de dagvaarding, griffierecht en salaris van de gemachtigde. De kantonrechter heeft de vorderingen van Heimstaden afgewezen, maar de bewindvoerder is veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Alkmaar
Zaaknummer: 11355553 \ CV EXPL 24-3408 / MdV
Vonnis van 15 oktober 2025
in de zaak van
de besloten vennootschap
HEIMSTADEN NEDERLANDEN 8A B.V.,
te Amsterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Heimstaden ,
gemachtigde: mr. E.L.B. Hundscheidt,
tegen
de besloten vennootschap
DE BEWINDVOERDER ALKMAAR E.O. B.V.,in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van
[onderbewindgestelde]
te Alkmaar,
gedaagde partij,
hierna ieder afzonderlijk te noemen: de bewindvoerder en [onderbewindgestelde]
gemachtigde: mr. I.C. Andréa.

1.De verdere procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 25 juni 2025
- de akte van Heimstaden
- de akte van [onderbewindgestelde] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
In het tussenvonnis heeft de kantonrechter geoordeeld dat het huurprijswijzigingsbeding uit de tussen Heimstaden en [onderbewindgestelde] gesloten huurovereenkomst oneerlijk is. Heimstaden is daarom in de gelegenheid gesteld een aangepaste berekening van de huurachterstand te overleggen, hetgeen zij middels de door haar genomen akte heeft gedaan. Uit die berekening volgt dat er, uitgaande van de huurprijs zoals die bij aanvang van de huurovereenkomst gold, tot en met augustus 2025 geen sprake meer is van een huurachterstand, maar van een voorstand van € 1.160,80. De bewindvoerder heeft de door Heimstaden overgelegde berekening niet weersproken. Dat er geen sprake meer is van een huurachterstand maakt dat de vordering van Heimstaden wordt afgewezen.
2.2.
Volgens Heimstaden moet de bewindvoerder echter nog wel de proceskosten betalen, hetgeen door de bewindvoerder is betwist. De kantonrechter oordeelt ten aanzien van dit punt als volgt.
2.3.
Uit het overzicht met de herberekening van de huurachterstand volgt dat er op het moment dat de dagvaarding werd betekend sprake was van een huurachterstand van € 1.531,72. Hetgeen neerkomt op een huurachterstand van ruim 3 maanden. Heimstanden heeft vanwege deze huurachterstand mogen besluiten om tot dagvaarding over te gaan, zeker nu het niet de eerste keer was dat [onderbewindgestelde] een huurachterstand liet ontstaan. Dat door een hoge eindafrekening stookkosten financiële problemen bij [onderbewindgestelde] zijn ontstaan en hij daardoor het overzicht is kwijtgeraakt, zijn omstandigheden die voor zijn rekening en risico komen en hij niet aan Heimstaden kan tegenwerpen. De kosten voor de procedure zijn dan ook terecht door Heimstaden gemaakt en komen daarom voor rekening van de bewindvoerder. Wel ziet de kantonrechter aanleiding om het griffierecht en het salaris gemachtigde te berekenen over de huurachterstand zoals die er ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding daadwerkelijk was. Verder komen de kosten van de naar aanleiding van het tussenvonnis genomen akte niet voor vergoeding door de bewindvoerder in aanmerking, aangezien het aan Heimstaden zelf te wijten is dat deze akte moest worden genomen.
2.4.
De proceskosten van Heimstaden worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
136,72
- griffierecht
372,00
- salaris gemachtigde
408,00
(2 punten × € 204,00)
- nakosten
135,00
Totaal
1.051,72
2.5.
De kantonrechter gaat er vanuit dat partijen de proceskosten zullen verrekenen met de voorstand op de huurbetalingen.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
wijst de vorderingen van Heimstaden af,
3.2.
veroordeelt [onderbewindgestelde] in de proceskosten van € 1.051,72,
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J. Lourens en in het openbaar uitgesproken op 15 oktober 2025.