Op 21 januari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, uitspraak gedaan in de zaak tegen een veroordeelde die eerder was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 357 dagen, waarvan 250 dagen voorwaardelijk. De veroordeelde had de bijzondere voorwaarden die aan de voorwaardelijke straf waren verbonden, niet nageleefd, wat leidde tot een vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf. De rechtbank heeft de vordering gedeeltelijk toegewezen, waarbij 32 dagen van de niet ten uitvoer gelegde gevangenisstraf alsnog ten uitvoer worden gelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde zich niet heeft gehouden aan de voorwaarden van zijn behandeling in een zorginstelling, wat heeft geleid tot de beëindiging van zijn opname. De rechtbank heeft echter ook geconstateerd dat een klinische behandeling noodzakelijk is om het recidiverisico te verlagen. De veroordeelde heeft aangegeven gemotiveerd te zijn voor een klinische behandeling en de rechtbank heeft besloten de bijzondere voorwaarden te wijzigen zodat de opname in de Forensische Psychiatrische Afdeling in Heiloo kan plaatsvinden. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gedeeltelijk toegewezen en de overige vordering afgewezen, zodat de veroordeelde de kans krijgt om de klinische behandeling te ondergaan.