ECLI:NL:RBNHO:2025:12600

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 oktober 2025
Publicatiedatum
30 oktober 2025
Zaaknummer
11848508 BZ 25-2629/11848505 BM VERZ 25-1944
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot opheffing van bewind en klacht over de uitvoering door de bewindvoerder

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 30 oktober 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot opheffing van bewind en een klacht over de uitvoering van de taken door de bewindvoerder. Betrokkene, die onder bewind staat, heeft verzocht het bewind op te heffen omdat zij van plan is samen te wonen met haar partner. De bewindvoerder heeft bezwaar gemaakt tegen dit verzoek, stellende dat de partner zich te veel inmengt in het leven van betrokkene en dat dit het bewind onwerkbaar maakt. Betrokkene is niet ter zitting verschenen, waardoor zij niet in staat was haar standpunt toe te lichten.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat het bewind in 2012 is ingesteld vanwege de lichamelijke of geestelijke toestand van betrokkene. Ondanks haar verzoek om opheffing, heeft de kantonrechter geoordeeld dat betrokkene niet heeft kunnen aantonen dat zij in staat is haar financiën zelfstandig te beheren. De bewindvoerder heeft zorgen geuit over de invloed van de partner op betrokkene en heeft verzocht om ontslag als bewindvoerder, wat door de kantonrechter is toegewezen. De kantonrechter heeft ook een nieuwe bewindvoerder benoemd, De Bewindvoerder Alkmaar e.o. B.V., om de belangen van betrokkene te waarborgen.

De kantonrechter heeft de klachten van betrokkene over de bewindvoerder weerlegd en benadrukt dat betrokkene zich heeft onttrokken aan de zorg die zij ontvangt. De beslissing om het bewind niet op te heffen is genomen om betrokkene te beschermen tegen mogelijke financiële schade door de invloed van haar partner. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij het gerechtshof te Amsterdam.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer : 11848508 BZ VERZ 25-3629/ 11848505 BM VERZ 25-1944 JM
dossiernummer : [BM]
datum : 28 oktober 2025

beschikking

op verzoek van:
[betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
[adres],
hierna te noemen: betrokkene,
van wie thans de bewindvoerder is:
Stichting Bewindvoerder Esdégé Reigersdaal,
correspondentieadres: postbus 92, 1850 AB Heiloo,
hierna te noemen: de bewindvoerder.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoek (met bijlagen), ontvangen op 20 augustus 2025;
  • een reactie van de bewindvoerder op het verzoek, ontvangen op 25 augustus 2025;
  • de bereidverklaring van de voorgestelde opvolgende bewindvoerder.
Het verzoek is mondeling behandeld op 21 oktober 2025. Betrokkene is, hoewel zij deugdelijk is opgeroepen - op zowel haar oude als haar nieuwe adres- niet ter zitting verschenen. Er is geen bericht van verhindering van haar ontvangen, noch van haar woordvoerder [partner]. [mevrouw] en [meneer] zijn namens de Stichting Bewindvoerder Esdégé Reigersdaal verschenen.

beoordeling

Bij beschikking van 31 januari 2012 is het vermogen van betrokkene onder bewind gesteld. De grondslag van het bewind is de lichamelijke of geestelijke toestand van betrokkene.
Betrokkene verzoekt het bewind op te heffen, omdat zij voornemens is te gaan samenwonen met haar partner [partner]. Betrokkene wenst haar leven met hem te delen. Betrokkene en [partner] hebben onderling afspraken gemaakt over haar financiën. Betrokkene geeft aan dat zij wilsbekwaam is en in staat haar financiële administratieve zaken zelfstandig te beheren. Daarnaast beklaagt betrokkene zich over de uitvoering van het bewind door de bewindvoerder. Er zijn communicatieproblemen en de bewindvoerder weigert te communiceren met [partner].
De bewindvoerder heeft -kort samengevat- als volgt gereageerd op het verzoek en de klacht. De bewindvoerder maakt zich ernstige zorgen om betrokkene. Voorheen en met name voordat [partner] in beeld kwam, waren er nooit problemen met betrokkene. Betrokkene is niet zelf in staat is haar eigen belangen te behartigen, zoals het opstarten van een rechtszaak. Betrokkene heeft gevraagd om een zelfredzaamheidsplan, maar zij heeft hiervoor nooit zelf verdere stappen voor ondernomen. De bewindvoerder vindt het zorgelijk dat de broer van betrokkene niet meer van haar bij gesprekken aanwezig mag zijn. Zowel de bewindvoerder als de broer van betrokkene hebben hun zorgen bij de begeleiding geuit. De familie heeft het gevoel dat misbruik van betrokkene wordt gemaakt. Dit is niet de eerste keer is dat dit gebeurt in een relatie. De bewindvoerder geeft aan dat zij zich nu in een situatie bevindt die niet meer werkbaar is door de inmenging van [partner]. De berichten die zij van hem ontvangt ervaart zij als intimiderend en haar integriteit wordt volkomen onterecht in twijfel getrokken.
[partner] lijkt het leven van betrokkene te hebben overgenomen. De bewindvoerder verzoekt de kantonrechter haar te ontslaan als bewindvoerder.
Betrokkene is niet ter zitting van 21 oktober 2025 verschenen. Hierdoor heeft zij geen inhoudelijke reactie gegeven op het verweer en verzoek van de bewindvoerder. De bewindvoerder heeft ter zitting verklaard dat betrokkene inmiddels is gaan samenwonen met [partner] in Nieuw-Vennep en zich bij hem heeft ingeschreven. Dit maakt dat de bewindvoerder buiten het feit dat zij van mening is dat het bewind niet uit te voeren is door gebrek aan samenwerking, zij haar ontslag vraagt omdat betrokkene zich heeft onttrokken heeft aan de zorg die zij ontvangt van de Stichting Esdégé Reigersdaal. De bewindvoerder is statutair gehouden om alleen cliënten die die begeleiding van de Stichting Esdégé Reigersdaal ontvangen aan te houden als cliënt. Ook woont betrokkene nu ver buiten het werkgebied van de bewindvoerder.
Op grond van artikel 1:448 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek [BW] dient het ontslag dat een bewindvoerder zelf verzoekt te verlenen.
Op grond van artikel 1:449 lid 2 BW kan, indien de noodzaak daartoe niet meer bestaat of voortzetting van het bewind niet zinvol is gebleken, het bewind opheffen. De kantonrechter moet de vraag beantwoorden of aannemelijk is geworden, dat de oorzaken die destijds tot de onderbewindstelling aanleiding hebben gegeven, nu zijn komen te vervallen.
Betrokkene heeft – nu zij niet ter zitting is verschenen- de kantonrechter er niet van kunnen overtuigen dat zij voldoende in staat is om haar eigen financiële belangen voldoende te behartigen. Bij de instelling van het bewind heeft de kantonrechter vastgesteld dat betrokkene wilsonbekwaam is ten aanzien van het regelen van haar financiën en dat zij niet in staat is om de rekening en verantwoording te controleren. [partner] heeft namens betrokkene aangevoerd dat betrokkene onder valse voorwendselen onder bewind is gekomen. Buiten het feit dat [partner] pas sinds kort in beeld is en de aanvraag uit 2012 stamt en is onderbouwd met de nodige medische stukken, is er ook verder geen enkele aanleiding te veronderstellen dat de beslissing destijds op onjuiste gronden is genomen.
De kantonrechter zal het verzoek opheffen dan ook afwijzen.
De klachten die namens betrokkene zijn ingediend zijn door de bewindvoerder weerlegd.
De kantonrechter maakt zich zorgen over betrokkene die erg beïnvloedbaar is en haar leven in handen lijkt te geven van [partner]. Zij is eerder slachtoffer geworden van een man waarin zij haar volste vertrouwen had gesteld. Op dat moment had zij nog begeleiding van Esdéé Reigersdaal, was haar familie betrokken en had zij een bewindvoerder. Zo is zij behoed voor verdere teloorgang. Nu heeft betrokkene de banden met Esdégé Reigersdaal en haar familie verbroken. Wanneer ook haar geldzaken worden overgenomen door een partner die zich eisend en intimiderend opstelt naar allen die rondom betrokkene opereren, is de kans reëel dat zij op enig moment volledig berooid op straat komt te staan.
De kantonrechter is daarom op zoek gegaan naar een opvolgend bewindvoerder.
De kantonrechter heeft De Bewindvoerder Alkmaar e.o. B.V., bereid gevonden om te worden benoemd tot opvolgend bewindvoerder. De kantonrechter zal deze bewindvoerder dan ook als zodanig benoemen.
De kantonrechter is voorts van oordeel dat het door de kantonrechter ingestelde bewind over de goederen van betrokkene in het register zoals bedoeld in artikel 1:391 Burgerlijk Wetboek dient te worden gepubliceerd, nu de belangen van betrokkene zonder publicatie van de maatregel onvoldoende worden beschermd.

beslissing

De kantonrechter:

- ontslaat met ingang van twee weken na de datum van deze beschikking als bewindvoerder
Stichting Bewindvoerder Esdégé Reigersdaal, correspondentieadres: postbus 92, 1850 AB Heiloo;
  • benoemt met ingang van twee weken na de datum van deze beschikking tot bewindvoerder De Bewindvoerder Alkmaar e.o. B.V., Kvkno. 65829344, correspondentieadres: postbus 9077, 1800GB Alkmaar,;
  • bepaalt dat de bewindvoerder voor de (aanvangs)werkzaamheden en voor de met het bewind gemoeide kosten de in de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren vastgestelde forfaitaire tarieven, ten laste van het vermogen van betrokkene mag brengen.
- bepaalt dat het bij beschikking uitgesproken bewind zal worden ingeschreven in het Centraal curatele- en bewindregister, zoals bedoeld in artikel 1:391 van het Burgerlijk Wetboek.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.T. Goossens, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovenvermelde datum.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam:
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking (digitaal) is verstrekt of verzonden binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.