In deze zaak, die zich afspeelt in de Rechtbank Noord-Holland, betreft het een tussenvonnis over de verdeling van een nalatenschap na het overlijden van de ouders van de betrokken partijen. De ouders zijn overleden in respectievelijk juli en oktober 2023, en de partijen zijn de enige kinderen. Er is onenigheid over wat er in de nalatenschap valt, met name over de toedeling van het ouderlijk huis en de waardering van onroerend goed. De rechtbank heeft in dit tussenvonnis de bezittingen en schulden van de nalatenschap in kaart gebracht, maar heeft nog niet beslist over de wijze van verdeling, omdat er een deskundige moet worden benoemd voor de waardering van het onroerend goed. De rechtbank heeft ook de procedure besproken, inclusief eerdere zittingen en ingediende stukken. De partijen hebben verschillende vorderingen en tegenvorderingen ingediend, waarbij [eiseres] onder andere vraagt om de verkoop van de onroerende zaak en aanpassing van de tekst op de grafsteen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de onroerende zaak in de nalatenschap valt en dat er een deskundige moet worden benoemd om de waarde te bepalen. De rechtbank heeft ook enkele andere geschilpunten behandeld, zoals geldleningen tussen partijen en de vraag of er sprake is van onrechtmatige onttrekkingen. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en partijen zijn in de gelegenheid gesteld om hun standpunten over de benoeming van de deskundige in te dienen.