ECLI:NL:RBNHO:2025:12002

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 oktober 2025
Publicatiedatum
20 oktober 2025
Zaaknummer
11549704
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzekeringsfraude en aansprakelijkheid na verkeersongeluk met Opel Combo

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is ASR Schadeverzekering N.V. als eisende partij opgetreden tegen een gedaagde die betrokken was bij een verkeersongeluk op 21 september 2018. De gedaagde, eigenaar van een Opel Combo, heeft na het ongeluk aangifte gedaan van diefstal van het voertuig, terwijl ASR stelt dat de gedaagde zelf de bestuurder was en het ongeluk heeft veroorzaakt. ASR heeft de schade aan de benadeelden vergoed, maar vordert nu terugbetaling van de gedaagde op basis van vermeende fraude en het niet nakomen van meldingsplicht. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde onjuiste informatie heeft verstrekt aan ASR, waardoor de schadevergoeding aan de benadeelden teruggevorderd kan worden. De rechter heeft ASR in het gelijk gesteld en de gedaagde veroordeeld tot betaling van de schade, buitengerechtelijke kosten en proceskosten. De uitspraak is gedaan op 15 oktober 2025.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 11549704 \ CV EXPL 25-1099
Vonnis van 15 oktober 2025
in de zaak van
de naamloze vennootschap
ASR SCHADEVERZEKERING N.V.,
te Utrecht,
eisende partij,
hierna te noemen: ASR,
gemachtigde: mr. B.M.G. Bijnen,
tegen
[gedaagde],
te [plaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Feiten

2.1.
Op 21 september 2018 is met een Opel Combo, kenteken [kenteken] (hierna: de Opel Combo), een verkeersongeluk veroorzaakt, waardoor mevrouw [betrokkene] en haar 5-jarige dochter (hierna: de benadeelden) (letsel)schade hebben geleden. De bestuurder van de Opel Combo heeft de plaats van de aanrijding verlaten.
2.2.
De Opel Combo is eigendom van [gedaagde]. De auto is door [gedaagde] verzekerd bij ASR. Op de autoverzekering zijn de Algemene Voorwaarden AVZ 16-01 (hierna: AVZ) en de Voorwaarden verzekering Bestelauto Wettelijke Aansprakelijkheid (WA) (hierna: ZBWA) van toepassing.
2.3.
In de AVZ is bepaald:
6 In welke bijzondere situaties hebt u geen recht op vergoeding?
Deze bepalingen gelden voor alle verzekeringen. De uitsluitingen die daarnaast ook gelden voor een specifieke verzekering, vindt u in de voorwaarden die horen bij die verzekering (bijvoorbeeld de verzekering van uw personenauto) of in een clausule op het polisblad.
(…)
6.2
Als u fraude pleegt
Vertrouwen is één van de uitgangspunten van verzekeren. Dit vertrouwen wordt soms misbruikt door fraude te plegen. Met fraude bedoelen wij bijvoorbeeld:
  • Niet eerlijk vertellen wat er is gebeurd;
  • Bedragen op de nota’s veranderen;
  • Meer claimen van de geleden schade;
  • Een afgewezen schade nogmaals opgeven.
Via uw premie betaalt u mee aan het fraudegedrag van anderen. Daarom doet a.s.r. aan fraudebestrijding. Bij fraude nemen wij de volgende maatregelen:
  • Wij doen aangifte bij de politie.
  • Wij vergoeden de schade niet en reeds uitgekeerde schadevergoedingen vorderen wij terug. Dit geldt ook voor een schade die u claimt op een andere verzekering voor de zelfde gebeurtenis.
  • Wij vorderen gemaakte kosten terug.
2.4.
In de ZBWA is bepaald:
3.1. Dekking wettelijke aansprakelijkheid
(…) U bent verzekerd voor aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door gebeurtenissen in de tabel hieronder. We noemen hier ook de uitsluitingen den beperkingen die van toepassing zijn. Daarnaast gelden de algemene uitsluitingen die genoemd worden in de Algemene voorwaarden. Dit betekent dat u niet verzekerd bent voor schade door atoomkernreacties en molest. En ook niet als u fraude pleegt, of een betalingsachterstand hebt.(…)
6.1
Uw verplichtingen
(…)
Schade melden
U moet de schade melden zodra u er van op de hoogte bent. Ook als iemand u aansprakelijk stelt voor schade die is veroorzaakt met of door uw auto. Doet u dit niet op tijd, dan kan dit gevolgen hebben voor de verzekering.
Meld bij diefstal de gegevens van de auto zo snel mogelijk bij de helpdesk van het Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV), telefoon (055) 741 00 01 (dag en nacht bereikbaar).
U geeft ons alle informatie die wij nodig hebben om te beoordelen of u aansprakelijk bent, en zo ja: voor welk bedrag. Stuur originele bewijsstukken, gegevens en documenten zo snel mogelijk naar ons of naar de deskundige(n) die we hebben ingeschakeld. Op verzoek stuurt u bepaalde stukken ook naar de Alarmcentrale.
U bent verplicht om bij het melden van de schade de juiste gegevens te verstrekken.
(…)
6.2
Gevolgen als u zich niet aan uw verplichtingen houdt.
Houdt u zich niet aan de verplichtingen en schaadt u onze belangen? Dan kunnen wij de schade en de kosten op u verhalen.
(…)
2.5.
[gedaagde] heeft op 4 oktober 2018 aangifte bij de politie gedaan van diefstal van de Opel Combo en aangegeven dat hij niet de bestuurder van de Opel Combo was op 21 september 2018.
2.6.
Op 5 oktober 2018 is ASR aansprakelijk gesteld voor de schade die de benadeelden hebben geleden van in totaal € 2.243,00.
2.7.
ASR heeft een onderzoek naar het verkeersongeval doen instellen door onderzoeksbureau Confid (hierna: Confid). De onderzoeker heeft gerapporteerd op 21 januari 2019.
2.8.
Op 5 april 2019 heeft Confid een tweede onderzoeksrapport uitgebracht.
2.9.
Op basis van beide rapporten heeft ASR [gedaagde] op 28 juli 2020 aansprakelijk gesteld wegens het verstrekken van onjuiste informatie na de aanrijding en een bedrag van
€ 3.831,12 aan schade en kosten (terug)gevorderd.

3.Het geschil

3.1.
ASR vordert - samengevat - bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen tot betaling aan ASR van € 4.363,12 aan schade en kosten, € 679,19 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente, de kosten van het geding en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als het bedrag niet binnen veertien dagen na het vonnis is betaald.
3.2.
[gedaagde] concludeert tot afwijzing van de vordering van ASR.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
In geschil is of ASR het bedrag dat zij heeft uitgekeerd aan de benadeelden wegens (letsel)schade als gevolg van het verkeersongeluk op 21 september 2018 veroorzaakt door de Opel Combo van [gedaagde] kan vorderen. De kantonrechter komt tot de conclusie dat dit het geval is vanwege het volgende.
Artikel 7:941 lid 5: verval van recht op uitkering
4.2.
De kantonrechter komt eerst toe aan de beoordeling van het beroep van ASR op artikel 7:941 lid 5 BW. Uit artikel 7:941 lid 5 BW volgt dat het recht op uitkering vervalt als de verzekeringnemer zijn verplichting om de schade te melden aan de verzekeraar en alle informatie daarover te verstrekken, niet is nagekomen, met het opzet de verzekeraar te misleiden.
4.3.
ASR heeft de (letsel)schade uitbetaald aan de benadeelden omdat zij daartoe verplicht is op grond van artikel 6 van de Wet Aansprakelijkheid Motorrijtuigen (WAM). ASR stelt die schade te kunnen verhalen op [gedaagde]. Artikel 7:941 lid 5 BW biedt daarvoor geen grondslag: een verhaalsrecht is iets anders dan het (verval van) recht op uitkering. Artikel 7:941 lid 5 BW biedt daarom geen grondslag voor verhaal voor ASR op [gedaagde].
Artikel 15 WAM: verhaalsrechten
4.4.
Artikel 15 WAM regelt de verhaalsrechten die de verzekeraar op de verzekeringnemer heeft in een geval als het onderhavige, waarin de verzekeraar aan de benadeelden heeft uitbetaald op grond van artikel 6 WAM. Artikel 16 WAM bepaalt dat niet contractueel kan worden afgeweken van artikel 15 WAM. Dat betekent dat moet worden beoordeeld of ASR op grond van artikel 15 WAM een verhaalsrecht heeft op [gedaagde].
Artikel 15 lid 1 WAM: verhaalsrecht op de aansprakelijke persoon?
4.5.
Een verzekeraar die de schade van een benadeelde heeft vergoed, hoewel de verzekeringsovereenkomst geen dekking gaf, heeft op grond van artikel 15 lid 1 WAM verhaal op de aansprakelijke persoon. De stelplicht en bewijslast rusten in dit geval op ASR.
4.6.
Voor de beantwoording van de vraag of de schade onder een verzekering was gedekt, is van belang welke polisvoorwaarden van toepassing waren ten tijde van de schadeveroorzakende gebeurtenis. Vast staat dat op de autoverzekering van [gedaagde] de AVZ en de ZBWA van toepassing zijn.
4.7.
Volgens ASR heeft [gedaagde] in strijd met artikel 6 van de AVZ en artikel 6 van de ZBWA verklaard dat het voertuig is gestolen, terwijl uit het onderzoek is gebleken dat [gedaagde] het voertuig zelf bestuurde en later als gestolen heeft opgegeven. Bovendien is volgens ASR gebleken dat [gedaagde] de schade onder invloed van alcohol heeft veroorzaakt. ASR heeft ter onderbouwing van haar stellingen de onderzoeksrapporten van Confid overgelegd.
4.8.
ASR heeft naar het oordeel van de kantonrechter met de onderzoeksrapporten van Confid voldoende aannemelijk gemaakt dat [gedaagde] op 21 september 2018 de bestuurder van de Opel Combo is geweest, waarmee het verkeersongeval is veroorzaakt. Verschillende getuigen hebben verklaard dat de bestuurder van de Opel Combo (vermoedelijk in beschonken toestand) in het voertuig is gestapt, waarbij gebruik werd gemaakt van een sleutel. De door de getuigen gegeven beschrijving van de bestuurder van de Opel Combo komt overeen met het signalement van [gedaagde]. Daarbij komt dat een van de getuigen bij café [bedrijf] heeft vernomen dat de bestuurder van de Opel Combo “[naam]” heet, wat de voornaam is van [gedaagde].
4.9.
Dat de Opel Combo op 21 september 2018 was gestolen, zoals door [gedaagde] is aangevoerd, is door [gedaagde] onvoldoende aangetoond. [gedaagde] heeft, zoals blijkt uit de datum van opmaak van het proces-verbaal, op 4 oktober 2018 aangifte van diefstal van de Opel Combo gedaan. [gedaagde] heeft aangevoerd dat hij op 21 september 2018 een collega heeft weggebracht en die zondag (de kantonrechter begrijpt: 23 september 2018) erachter kwam dat zijn auto was gestolen. Dat [gedaagde] vervolgens pas op 4 oktober 2018 aangifte heeft gedaan van diefstal van de Opel Combo, komt de kantonrechter onwaarschijnlijk voor.
4.10.
Dat [gedaagde] het weekend uitsluitend op de camping is verbleven en op 21 september 2018 een collega wegbracht, waardoor hij niet in [plaats] was op het moment van het verkeersongeval, heeft [gedaagde] niet onderbouwd. [gedaagde] heeft nagelaten om bijvoorbeeld een verklaring van andere campinggasten te overleggen. [gedaagde] heeft hiermee de uitkomst van de onderzoeken onvoldoende weersproken, zodat de kantonrechter van de juistheid daarvan zal uitgaan. De kantonrechter komt tot de conclusie dat [gedaagde] onjuiste informatie heeft verstrekt aan ASR, waardoor [gedaagde] de schade die ASR aan benadeelden heeft vergoed, dient terug te betalen. De gevorderde rente zal worden toegewezen zoals hierna te melden.
Onderzoekskosten
4.11.
De kosten van Confid van € 1.588,12 en de interne kosten (waaronder de behandeling door SODA) van € 532,00 dienen ook door [gedaagde] aan ASR vergoed te worden. Gelet op het feit dat een van de benadeelden letselschade heeft geleden en daarnaast sprake was van schade aan de auto, is het bedrag van € 1.588,12 voor een extern ingeschakeld expertisebureau niet onredelijk.
4.12.
ASR vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De vordering moet worden beoordeeld op grond van artikel 6:96 BW en het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De kantonrechter stelt vast dat [gedaagde] een consument is (een natuurlijk persoon die niet heeft gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf). Daarom moet de kantonrechter controleren of is voldaan aan de dan geldende extra eisen voor de verschuldigdheid van buitengerechtelijke incassokosten. ASR heeft aan [gedaagde] een of meer aanmaningen gestuurd die voldoen aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. Daarom zal een bedrag van € 679,19 worden toegewezen. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke incassokosten zal ook worden toegewezen.
4.13.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van ASR worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
144,47
- griffierecht
543,00
- salaris gemachtigde
678,00
(2 punten × € 339,00)
- nakosten
135,00
Totaal
1.500,47
4.14.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen met inachtneming van de hierna te bepalen termijn.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan ASR te betalen een bedrag van € 4.363,12, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over:
- het bedrag van € 150,00 (aan smartengeld aan de dochter van Van Visvliet), met ingang van 1 november 2018,
- het bedrag van € 1.093,00 (aan autoschade van Van Visvliet),met ingang van 27 november 2018,
- het bedrag van € 1.000,00 (aan letselschade van Van Visvliet),met ingang van 5 maart 2019,
- het bedrag van € 1.588,12 (aan onderzoekskosten Confid),met ingang van 5 april 2019,
- het bedrag van € 532,00 (aan interne kosten ),met ingang van 5 juli 2022,
telkens tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan ASR te betalen een bedrag van € 679,19 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW, vanaf 14 februari 2025 tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.500,47, te voldoen binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na de datum van dit vonnis,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper en in het openbaar uitgesproken op 15 oktober 2025.
De griffier De kantonrechter