ECLI:NL:RBNHO:2025:11839

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 oktober 2025
Publicatiedatum
15 oktober 2025
Zaaknummer
C/15/359884 / HA ZA 24-687
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot aanpassing van bomenrij door eigenaar winkelpanden in Haarlem

In deze civiele zaak vordert de eigenaar van winkelpanden in Haarlem dat de Gemeente wordt veroordeeld om een rij leilindes aan te passen door er om en om een boom tussenuit te halen. De rechtbank oordeelt dat de eigenaar voldoende heeft aangetoond dat de huidige plaatsing van de leilindes hinder veroorzaakt. De Gemeente heeft onzorgvuldig gehandeld door het besluit om de bomen te planten niet zorgvuldig voor te bereiden en de belangen van de eigenaar niet in de afweging te betrekken. De rechtbank wijst de vordering gedeeltelijk toe en stelt dat de Gemeente binnen zes maanden de bomenrij moet aanpassen conform het voorstel van de eigenaar, waarbij de bomen om en om verwijderd worden. De Gemeente wordt ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij gemeentelijke besluiten die invloed hebben op de belangen van burgers.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland

Civiel recht
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: C/15/359884 / HA ZA 24-687
Vonnis van 8 oktober 2025
in de zaak van
[eiser],
te [plaats],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser],
advocaat: mr. F.B.M. Groos,
tegen
GEMEENTE HAARLEM,
te Haarlem,
gedaagde partij,
hierna te noemen: de Gemeente,
advocaat: mr. E.J.M. Dubach.
De zaak in het kort
In deze zaak vordert de eigenaar van winkelpanden dat de Gemeente wordt veroordeeld een rij leilindes aan te passen door er om en om een boom tussenuit te halen. De rechtbank wijst de vordering gedeeltelijk toe. De eigenaar heeft voldoende onderbouwd dat sprake zal zijn van hinder door de manier van plaatsen van de leilindes. En de Gemeente heeft maatschappelijk onzorgvuldig gehandeld door het besluit om dit aantal leilindes op deze wijze te planten niet zorgvuldig voor te bereiden, de eigenaar niet de gelegenheid te geven voor overleg en de belangen van de eigenaar niet in de afweging te betrekken. Daarbij speelt mee dat alternatieven zijn geboden die eenvoudig te realiseren zijn en net zoveel recht doen aan het algemeen belang van vergroening dat de Gemeente nastreeft.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 19 maart 2025
- productie 15 van [eiser]
- productie 18 van de Gemeente
- de mondelinge behandeling van [nummer 4] augustus 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
In 2018 heeft de Gemeente onderzoek laten doen naar hoe zij het centrum van de stad kan vergroenen. Daaruit is naar voren gekomen dat onder andere de [straat 1] geschikt is voor het plaatsen van bomen.
2.2.
De Ondernemersvereniging [straat 1] heeft meerdere keren bij de Gemeente een verzoek ingediend tot vergroening van de [straat 1].
2.3.
In april 2022 heeft de Gemeente een procesopdracht gegeven tot uitvoering van het Bomenprogramma 2022-2023 dat tot doel heeft het bomenbestand in Haarlem naar een gezond niveau te brengen en slechte bomen te vervangen.
2.4.
In oktober 2022 heeft de Gemeente een aanvullende procesopdracht gegeven voor uitbreiding van de scope van het project Vergroten Bomenbestand. In de toelichting staat onder meer het volgende:

1. Opmerkingen
Vastgoed heeft in 2020 een perceel verkocht, inclusief een 6 tal bomen. Ontwikkeling van het perceel vindt nu plaats, waarbij juist deze 6 bomen zijn komen te vervallen. Er is een Motie “Herplant bomen Essenstraat” door de Raad aangenomen. (…)
Met het aannemen van de motie, is bepaald dat er compensatie gaat plaatsvinden van deze bomen. Het planten van de bomen dient komend plantseizoen (2022/2023) plaats te hebben gevonden. Inmiddels zijn locaties en type bomen bekend en kunnen deze werkzaamheden dit plantseizoen gerealiseerd en opgeleverd worden. (…)
(…)”.
Als bijlage is de Motie “Herplant bomen Essenstraat” gevoegd. Die op 25 november 2021 aangenomen motie houdt onder meer het volgende in:
“De Gemeenteraad van Haarlem (…)
constaterende dat,
  • Gemeente Haarlem een kapvergunning heeft verleend voor 6 bomen op de hoek van de Essenstraat – Haasstraat,
  • deze bomen staan geplant op een door gemeente Haarlem in 2020 verkocht perceel,
  • (…)
overwegende dat,
  • privaatrechtelijk geen herplantplicht met de koper is overeengekomen,
  • bij de omgevingsvergunning voor het bouwplan niet is voorzien in herplant,
(…)
  • op beantwoording van technische vragen is gebleken dat in de wijk Heiliglanden ambtelijk slechts 9 boomlocaties zijn gevonden, waarvan 7 aan de Kampervest (inmiddels geplant) en slechts twee nabij parkeergarage De Kamp,
  • herplant van bomen in de directe omgeving van de vergunde bomenkap de meeste compensatie biedt voor het verlies aan bomen,
(…)
verzoekt het College,
binnen het wijkje De Kamp, zo dicht mogelijk in de nabijheid van de hoek Essenstraat – Haasstraat, een 6-tal bomen te herplanten.
(…)”
Bij de “Wijziging procesopdracht / scope uitbreiding” van het project Vergroten bomenbestand is de volgende bijlage opgenomen:
“Bijlage: Locatie en type bomen
2 bomen in verharding van de Haasstraat (…)
(…)
4 leilindes westelijke kant [straat 1]
9 leilindes oostelijke kant [straat 1]

{Afbeelding 1}

(…)
2.5.
[eiser] is eigenaar van de panden met de huisnummers [nummer 1]-[nummer 2] en [nummer 3] aan de [straat 1] in Haarlem. Deze winkelpanden worden door [eiser] als winkelbedrijfsruimte verhuurd aan derden. In de panden zijn de kledingwinkels [bedrijf 1] en [bedrijf 2] gevestigd.
2.6.
De Gemeente heeft de volgende brief als productie overgelegd:

AanBewoners en ondernemers van dit adres
Datum18 oktober 2022
OnderwerpNieuwe bomen in de [straat 1]
(…)
Bomen dragen bij aan een mooie stad, zorgen voor schonere lucht en brengen verkoeling tijdens warme dagen. Daarom heeft de gemeente onderzocht waar extra bomen geplant kunnen worden. Daaruit bleek dat er ruimte is voor extra bomen in de [straat 1]. In deze brief vertel ik u meer over welke bomen er komen, de locaties en wanneer ze komen.
Leilindes in de [straat 1]
In de [straat 1] komen 13-15 leilindes (…). In deze straat is de ruimte zeer beperkt voor het planten van nieuwe bomen, zowel boven als onder de grond. Daarom is gekozen voor leilindes (…).
(…)

{Afbeelding 2}

Locaties
De bomen worden geplant tussen huisnummer [nummer 4] en [nummer 5] én tussen huisnummer [nummer 6] en [nummer 7]. Ook wordt één leilinde geplant tegenover huisnummer [nummer 8]. De locaties liggen vast. We moeten namelijk rekening houden met kabels en leidingen in de grond, met de openbare verlichting en met de bodemkwaliteit.
Planning
Vanaf november 2022 gaat aannemer [bedrijf 3] aan de slag om voorbereidingen te treffen voor het planten van de bomen. (…) In het voorjaar, vanaf februari 2023, worden de bomen geplant.
(…)”.
2.7.
De Gemeente heeft de volgende brief als productie overgelegd:

AanBewoners en ondernemers van dit adres
Datum8 februari 2023
OnderwerpNieuwe bomen in de [straat 1]
(…)
In oktober 2022 berichtten we u over de komst van nieuwe bomen in de [straat 1]. Vier leilindes in het westelijke deel van de [straat 1] en elf in het oostelijke deel.
Andere locatie op de [straat 1]
De aannemer heeft ons laten weten dat er te veel kabels en leidingen liggen in het westelijke deel van de [straat 1]. De vier geplande bomen kunnen daar niet geplaatst worden. Daarom verplaatsen we deze bomen naar het oostelijke deel van de straat, waar nog wel plaats in de ondergrond is. Zie de plattegrond op de volgende pagina.

{Afbeelding 3}

Wijziging van de locatie van vier leilindes
2.8.
In februari 2023 zijn in opdracht van de Gemeente op circa twee meter afstand van de gevels van de panden ter hoogte van de nummers [nummer 6]-[nummer 7] in de [straat 1] twaalf leilindes aangeplant. De bomen zijn met stokken aan elkaar verbonden om de takken naar elkaar toe te laten groeien.
2.9.
Een van de bomen staat voor de poort van het pand van [eiser] als zichtbaar op onderstaande foto:

{Afbeelding 4}

2.10.
Op 17 maart 2023 heeft [eiser] via een formulier op de website van de Gemeente melding gemaakt van zijn bezwaar tegen het planten van de bomen voor zijn panden. Bij brief van [nummer 4] maart 2023 heeft de Gemeente [eiser] laten weten dat zijn melding werd aangemerkt als een bezwaarschrift en zou worden behandeld door de Adviescommissie voor bezwaarschriften.
2.11.
Op 20 april 2023 heeft [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1]), eigenaar van het pand aan de [straat 1] [nummer 7], een melding bij de Gemeente gedaan in verband met de aangeplante bomen. In de melding staat het volgende:
“In de [straat 1] tussen de [straat 2] en [straat 3] zijn onlangs ook voor mijn winkelpand, bomen geplaatst. Nu heb ik niets tegen vergroening van de stad, in tegendeel ik juich dat toe. Mits hierover gecommuniceerd wordt met de pandeigenaren en bewoners. Dat is dus in dit geval niet gebeurd. Eigenaren van winkelpanden en bewoners worden nu geconfronteerd met bomen die veel te dicht op elkaar staan (4 meter). Gevolg is dat, uitzicht ontnomen wordt, laden en lossen niet meer kan en opstoppingen teweeg zullen gaan brengen gaande met geluidsoverlast (getoeter).
(…)”.
2.12.
Op 26 april 2023 heeft [betrokkene 2] (hierna: [betrokkene 2]) van B&O Retail namens de eigenaar van het pand aan de [straat 1] [nummer 9], de huurder van dat pand ([bedrijf 4]) en de huurder van [straat 1] [nummer 10]-[nummer 7] ([bedrijf 5]) een bezwaarschrift bij de Gemeente ingediend in verband met de aangeplante bomen. In het bezwaarschrift staat onder meer het volgende:
“Middels dit schrijven tekenen wij (…) bezwaar aan tegen de beslissing en effectuering van het plaatsen van een aaneengesloten bomenrij in/op de stoep tussen de huisnummers [straat 1] [nummer 6] tot en met [nummer 7] te Haarlem (…).
(…)
Dit vanwege de volgende feiten dat:
  • partijen vooraf niet schriftelijk zijn geïnformeerd en/of inspraak hebben gehad;
  • bij het groeien en bloeien van deze bomen, de puien, gevels en signing niet meer zichtbaar zijn voor consumenten c.q. bezoekers van de straat. De panden zullen verstopt komen te zitten achter een aaneengesloten haag;
  • de loop wordt opgesplitst;
  • de bomen nu al worden gebruikt om fietsen te stallen en/of op slot te zetten (…);
  • dit alles leidt tot obstructie van de loop en omzetverlies bij winkeliers.
  • hieruit voortvloeit dat de verhuurbaarheid en daardoor de waarde van de panden op dit stuk minder wordt.
(…)
Partijen zijn niet tegen groen in de stad, maar vinden wel dat de belangen van betrokken partijen hierin gekend dienen te worden en dat over de eventuele uitvoering goed nagedacht dient te worden, vanwege de genoemde argumenten hierboven.
(…)”.
2.13.
Een inhoudelijke reactie van de Gemeente op de bezwaren heeft op zich laten wachten. [eiser] heeft de Gemeente bij e-mailberichten van 26 september, 20 november, 27 november, 29 november, 4 december, 8 december en 16 december 2023 verzocht om in overleg te treden over zijn voorstel om het aantal bomen te verminderen door er telkens één tussenuit te halen en over het snoeien van de bomen. Toezeggingen van de Gemeente om contact op te nemen werden meerdere keren niet nagekomen.
2.14.
Bij brief van 25 januari 2024 heeft mr. Groos namens [eiser], [betrokkene 1] en de eigenaar van het pand aan de [straat 1] [nummer 9] de Gemeente aansprakelijk gesteld op grond van onrechtmatige daad voor de schade als gevolg van de in opdracht van de Gemeente in de [straat 1] geplante bomen. In de brief staat – voor zover van belang – het volgende:
“(…)
Cliënten hebben tegen de plaatsing van de bomen afzonderlijk van elkaar bij brief van 17 maart (…), 26 april en 4 april 2023 (…) bezwaar ingediend bij uw gemeente.
(…)
Tot op heden hebben cliënten geen beslissing op hun bezwaar mogen ontvangen. Cliënten hebben ook meermaals verschillende oplossingen voorgesteld, een antwoord hebben zij helaas nooit mogen ontvangen.
(…)
Verzoek tot overleg
Namens cliënten verzoek ik de gemeente om maatregelen te treffen om de huidige en schadeveroorzakende bomen aan de [straat 1] ter hoogte van de huisnummers [nummer 6]-[nummer 7] aan te passen, zodat de bomen niet langer schade en hinder voor de pandeigenaren (en diens huurders) veroorzaken.
Cliënten verwachten dat de bezwaren die zij tegen de bomen hebben relatief eenvoudig kunnen worden opgelost en zouden graag met u een afspraak maken om te overleggen over mogelijke oplossingen. Cliënten zoeken bij voorkeur naar een oplossing waarbij niet alle bomen worden verwijderd. Zo wordt gedacht aan de mogelijkheid om de bomenrij te doorbreken, door om- en- om één boom te verwijderen, waardoor de achtergebleven bomen solitair kunnen groeien.
(…)”.
2.15.
Bij brief van 12 februari 2024 heeft de Gemeente de aansprakelijkstelling afgewezen.
2.16.
Bij brief 5 maart 2024 heeft mr. Groos namens [eiser], [betrokkene 1] en de eigenaar van het pand aan de [straat 1] [nummer 9] onder meer het volgende aan de Gemeente geschreven:
“(…)
Cliënten hebben in het voorjaar van 2023 afzonderlijk van elkaar diverse keren schriftelijk hun bezwaren tegen de in opdracht van de gemeente Haarlem in de [straat 1] geplaatste bomenrij geuit, alsmede concrete voorstellen gedaan om de bezwaren op te heffen. Cliënten vragen zich af waarom de gemeente tot op de dag van vandaag (bijna een jaar later) nalaat op deze berichten te reageren, in het bijzonder op de gedane voorstellen. (…)
Ook nu zijn cliënten verbaasd dat niet wordt ingegaan op de namens cliënten voorgestelde concrete oplossingen. In uw brief van 12 februari jl. gaat u uitsluitend in op de juridische kant van de zaak (…) terwijl cliënten de voorkeur geven aan een praktische oplossing boven een financiële schadevergoeding.
Cliënten sluiten niet uit dat er naast de gedane voorstellen mogelijk nog andere praktische oplossingen zijn om de bezwaren tegen de bomenrij weg te nemen. Om die reden stel ik namens cliënten voor om een afspraak te maken om in overleg met de gemeente, mogelijk op locatie, te bespreken wat er nodig en mogelijk is om de bezwaren op te heffen. (…)”
2.17.
De Gemeente is niet ingegaan op het voorstel tot overleg.
2.18.
De door [eiser] en [betrokkene 3] ingediende bezwaarschriften zijn op 18 april 2024 door het college van burgemeester en wethouders niet-ontvankelijk verklaard, omdat het plaatsen van de bomen een feitelijke handeling is en geen besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht.
2.19.
Op 18 april 2024 heeft de Gemeente per e-mail (vetgedrukt) een aantal vragen van de advocaat van [eiser] beantwoord. In die e-mail staat onder meer het volgende:
“(…)
2. U geeft aan dat de aannemer heeft geconstateerd dat de locatie die oorspronkelijk aangewezen was voor de bomen, ongeschikt zou zijn in verband met leidingen en kabels in de grond. Om die reden is besloten de locatie van deze bomen te wijzigen. Graag verneem ik welke aannemer dit betrof (naam) die deze constatering heeft gedaan, alsook door wie en op basis waarvan de gewijzigde locatie is bepaald. Heeft dat in overleg met de eigenaren c.q. ondernemers van de (winkel-)gebouwen ter hoogte van de nieuwe locatie van de bomen plaatsgevonden?
(…) Klic staat voor Kabels en Leidingen Informatie Centrum. Na de melding ontvangt de aannemer een kabel- en leidingeninformatie van de plek waar er wordt gegraven. Op basis van deze informatie is er besloten om geen graafwerkzaamheden uit te voeren door [bedrijf 3], zodoende geen bomen te planten (weinig ruimte) en gevaarlijke situaties te voorkomen. Tot groot verdriet van de ondernemers en bewoners van het westelijke gedeelte van de [straat 1]. Technisch Management en Advies Groen heeft de [straat 1] geadviseerd als plantlocatie. Hiervoor heeft er een onderzoek plaatsgevonden om de plantlocaties in kaart te brengen.
(…) Gemeente Haarlem heeft niet met alle eigenaren en ondernemers gesproken. Er hebben overleggen plaatsgevonden met de winkeliersvereniging [straat 1] (…). Dit was een langgekoesterd verzoek.
Er zijn brieven bezorgd (huis aan huis & winkel aan winkel) met informatie en mogelijkheid om te reageren. Het contact heeft plaatsgevonden toen de leilinden geplant waren.
(…)
3. In uw brief geeft u aan dat er oorspronkelijk 4 bomen gepland waren voor het westelijk deel van de [straat 1], (…) Ik verzoek u ook aan te geven op grond waarvan en door wie er is besloten om ipv 4 maar liefst 12 leilinden in het oostelijk deel van de [straat 1] te planten.
(…) In samenspraak tussen de gemeente en aannemer is besloten om 12 leilinden in het oostelijk deel te planten.
(…)”.
2.20.
Op verzoek van [eiser] heeft [bedrijf 6] op 2 augustus 2025 een advies uitgebracht. Daarin staat (toegelicht met foto’s) dat leilindes ook solitair en op grotere afstand van elkaar kunnen staan en dat de bomen die in de [straat 1] zijn geplant verplant kunnen worden mits de nodige voorbereidingen worden getroffen en dit gebeurt door professionals.
Tekst
Tekst
Tekst
Tekst

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
primair:
i. de Gemeente te veroordelen om de geplante bomenrij binnen een redelijke termijn van maximaal 6 maanden na het te wijzen vonnis, te wijzigen conform het alternatieve plan van [eiser], althans conform een vergelijkbaar alternatief plan dat voorziet in een niet-belemmerende beplanting, zonder verkeersbelemmeringen en met behoud van ruimte om te parkeren voor de winkelpanden, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag of dagdeel dat de Gemeente geen gehoor geeft aan deze veroordeling;
subsidiair:
de Gemeente te veroordelen om constructief overleg met [eiser] te voeren over aanpassing van de bomenrij conform het alternatieve plan van [eiser] of een vergelijkbaar alternatief plan dat voorziet in een niet-belemmerende beplanting, zonder verkeersbelemmeringen en met behoud van ruimte om te parkeren ten behoeve van het laden -en lossen voor de winkelpanden en de poort van [eiser]; en
onder de voorwaarde dat als de Gemeente na het constructief overleg met [eiser] concludeert dat dit geen aanleiding geeft tot aanpassing van de bomenrij als bedoeld onder (ii), de Gemeente te veroordelen om binnen een redelijke termijn van maximaal 6 maanden na het te wijzen vonnis het aantal aangeplante bomen terug te brengen tot vier (4) zoals voortvloeit uit de Motie Herplant bomen Essenstraat, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag of dagdeel dat de gemeente geen uitvoering geeft aan deze veroordeling;
meer subsidiair:
de Gemeente te veroordelen tot betaling aan [eiser] van een schadevergoeding ter compensatie van de vermindering van de (huur-)waarde van het betreffende onroerend goed als gevolg van de aangeplante bomen, nader op te maken bij staat;
primair, subsidiair en meer subsidiair:
de Gemeente te veroordelen in de kosten van dit geding, waaronder de nakosten, te voldoen aan [eiser] binnen zeven dagen na dagtekening van het vonnis, onder bepaling dat indien de kosten niet binnen de gestelde termijn zijn voldaan, vanaf de achtste dag na dagtekening van het vonnis wettelijke rente daarover is verschuldigd.
3.2.
[eiser] legt het volgende aan zijn vorderingen ten grondslag. De twaalf door de Gemeente in de [straat 1] aangeplante bomen staan te dicht op elkaar en zullen binnenkort een groot aangesloten zonnescherm van bladeren vormen. De dicht op elkaar staande bomen verhinderen het laden en lossen (met nadelige gevolgen voor het verkeer in de [straat 1]), ontnemen het zicht op de pui, de gevel en de signing en ontnemen uitzicht en inval van zonlicht. Dit leidt tot hinder en waardevermindering van de panden als gevolg van verminderde zichtbaarheid. Eén van de bomen staat bovendien pal voor de poort van [eiser]. Ook worden fietsen tegen de bomen geplaatst en vastgezet met als gevolg dat de loop van het winkelend publiek wordt belemmerd. De Gemeente heeft [eiser] en ook andere pandeigenaren en huurders voorafgaand aan de plaatsing niet over het voorgenomen plan geïnformeerd waardoor zij geen gelegenheid hebben gehad vooraf hun bezwaren kenbaar te maken. De Gemeente heeft onvoldoende rekening gehouden met de belangen van [eiser] en heeft zowel het vertrouwensbeginsel als de op haar rustende belangenafwegingsplicht en daarmee het zorgvuldigheidsbeginsel geschonden. Volgens [eiser] kan de Gemeente daarom in redelijkheid niet vasthouden aan de wijze c.q. het aantal bomen dat in februari 2023 is geplant. Hij heeft voorgesteld om en om boom uit de rij te verwijderen en elders in de stad of in de [straat 1] te plaatsen, eventueel voor de andere panden van [eiser] in de [straat 1]. De Gemeente wil echter niet overleggen en de aanplant van de bomen niet aanpassen. Zij handelt ook daarom onzorgvuldig en dus onrechtmatig, aldus [eiser].
3.3.
De Gemeente betwist dat sprake is van onrechtmatige hinder. De bomen zijn op gemeentegrond geplaatst en staan overal twee meter uit de kadastrale grens. Wellicht dat de bomen als zij in bloei staan enig zicht en licht wegnemen, maar dat levert geen onrechtmatige hinder op. Laden en lossen in dit deel van de [straat 1] is niet toegestaan, dus daar hoeft de Gemeente geen rekening mee te houden. Los daarvan leveren de bomen geen obstakel op om te laden en te lossen. Dat er fietsen tegen de bomen worden gestald, blijkt nergens uit. Door de borders om de bomen is dat zelfs niet mogelijk. [eiser] heeft ook niet onderbouwd dat er geen gebruik meer kan worden gemaakt van de poort vanwege de boom die er voor staat. De poort is geen uitrit en is bovendien te smal voor een auto. Tot slot ligt waardevermindering van de panden niet voor de hand. Diverse onderzoeken wijzen uit dat meer groen in een straat juist een waardeverhogend effect heeft. Van schade voor [eiser] is dan ook geen sprake. De Gemeente is bij de besluitvorming rondom het aanplanten van de bomen uiterst zorgvuldig te werk gegaan. Voorafgaand aan de plaatsing van de bomen is gedegen onderzoek gedaan en bewoners en winkeliers zijn (waar mogelijk persoonlijk) geïnformeerd. De Gemeente heeft dus ook niet maatschappelijk onzorgvuldig gehandeld.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[eiser] stelt niet alleen dat sprake is van onrechtmatige hinder (artikel 5:37 BW), maar ook dat de Gemeente onzorgvuldig heeft gehandeld als bedoeld in artikel 6:162 BW. Uit de artikelen 3:14 BW en artikel 3:1 lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) volgt dat overheden, zoals een gemeente, bij de uitoefening van privaatrechtelijke bevoegdheden onder meer de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht moeten nemen. Een schending van die beginselen levert in beginsel een onrechtmatige overheidsdaad op, namelijk een doen of nalaten in strijd met hetgeen overheden volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. De algemene beginselen van behoorlijk bestuur bepalen dus mede de inhoud van de maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm van artikel 6:162 BW.
4.2.
In deze zaak speelt met name het zorgvuldigheidsbeginsel een rol. Kort gezegd houdt dit beginsel in dat een bestuursorgaan een besluit zorgvuldig moet voorbereiden en nemen. Een bestuursorgaan moet onder meer zorgvuldig onderzoek doen naar de feiten, omstandigheden en belangen die spelen (artikel 3:2 Awb) en moet alle rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen afwegen. De nadelige gevolgen van het besluit mogen voor een of meer belanghebbenden niet onevenredig zijn in verhouding tot de met dat besluit te dienen doelen (artikel 3:4 Awb).
4.3.
[eiser] stelt dat de Gemeente het zorgvuldigheidsbeginsel heeft geschonden en dus maatschappelijk onzorgvuldig heeft gehandeld door twaalf bomen op te korte afstand van elkaar in de [straat 1] te planten, [eiser] en de huurders van zijn winkelpanden daarvan niet vooraf in kennis te stellen, waardoor inspraak niet mogelijk was, de belangen van [eiser] en zijn huurders niet mee te wegen bij de aanplant van de bomen en achteraf niet open te staan voor overleg over een oplossing die de hinder wegneemt.
4.4.
De Gemeente betwist allereerst dat [eiser] hinder ondervindt, althans stelt dat die hinder zo gering is dat die niet opweegt tegen het maatschappelijke belang van het planten van bomen in de stad. In dat kader wijst de Gemeente op de klimaatproblematiek en de verplichting van de Gemeente om bij te dragen aan vergroening van de stad, waaraan invulling is gegeven in het Groenbeleidsplan. Concrete aanleiding om bomen te plaatsen in de [straat 1] ontstond nadat in de Essenstraat zes bomen werden gekapt. In de Motie Herplant bomen Essenstraat is bepaald dat zes bomen moesten worden herplant. Twee bomen zijn nabij de Essenstraat geplant. Vier bomen moesten elders in het centrum worden geplant. De Gemeente zag het plaatsen van bomen in de [straat 1] als kans om tegemoet te komen aan verzoeken van de winkeliersvereniging [straat 1] om de straat te vergroenen en tegelijk te voldoen aan de plicht om bomen te herplanten en de stad te vergroenen. De Gemeente stelt ook zorgvuldig te werk te zijn gegaan. Op 18 oktober 2022 heeft de Gemeente een brief langsgebracht op de adressen in de [straat 1] waar de bomen geplant zouden worden. Daarin werd uitgelegd dat de Gemeente zowel aan de oost- als de westzijde van de [straat 1] bomen zou planten. Nadien bleek het planten van bomen aan de westzijde vanwege aanwezige kabels en leidingen niet mogelijk. Om die reden zijn de bomen die aan de westzijde zouden worden geplant toegevoegd aan de beplanting aan de oostzijde. Dit is bekend gemaakt in een tweede brief, die is langsgebracht op 8 februari 2023. De Gemeente heeft dus gehandeld in het algemeen belang, de locatie aan de [straat 1] is met veel zorg na onderzoek uitgekozen en de Gemeente heeft betrokkenen juist, tijdig en volledig geïnformeerd.
4.5.
De rechtbank overweegt het volgende. [eiser] heeft tegenover de betwisting van de Gemeente onvoldoende onderbouwd gesteld dat hij, althans de huurders van zijn winkelpanden hinder ondervinden van tegen de bomen geparkeerde fietsen. Dat laden en lossen door de bomen niet op dezelfde manier als voorheen mogelijk is en wat lastiger is geworden, wil de rechtbank aannemen, maar die beperkte mate van hinder is acceptabel. Datzelfde geldt voor wat betreft de poort waar de Gemeente een van de bomen recht voor heeft geplant. Volgens [eiser] is de poort niet langer geschikt om te laden en te lossen vanaf de straat, omdat als gevolg van de boom die er voor staat niet langer voor de deur geparkeerd kan worden. Niet valt in te zien waarom het laden en lossen niet een paar meter verderop zou kunnen. Dat de poort door de boom niet meer toegankelijk, is onvoldoende gesteld. [eiser] heeft tijdens de zitting aangegeven dat het hem ook vooral gaat om de verminderde zichtbaarheid van zijn winkelpanden als gevolg van de op twee meter van de gevels aangeplante leilindes. De hinder bestaat eruit dat als leilindes meer blad krijgen en de takken naar elkaar toegroeien – wat de bedoeling van deze leilindes is – een groot aaneengesloten groen scherm ontstaat dat (zon)licht wegneemt, waardoor de etalages in de schaduw komen te liggen en het zicht op de gevels en de daarop aangebrachte signing wordt ontnomen. [eiser] heeft gemotiveerd gesteld dat de zichtbaarheid van de pui, gevel en signing van de winkels afneemt en dat gevolgen heeft voor de verhuurbaarheid en daarmee de waarde van de winkelpanden, omdat zichtbaarheid voor grotere (internationale) winkelketens van groot belang is en een winkelpand waarbij de signing minder zichtbaar is, minder aantrekkelijk is. [eiser] wijst erop dat dat uit wordt bevestigd door makelaar [betrokkene 3] en het feit dat ook de winkelketens [bedrijf 4] en [bedrijf 5] al over verminderde zichtbaarheid hebben geklaagd, zoals blijkt uit het op 26 april 2023 door [betrokkene 3] ingediende bezwaarschrift. De rechtbank stelt vast dat de Gemeente de door [eiser] gestelde verminderde zichtbaarheid van de winkels en de gevolgen daarvan voor de verhuurbaarheid van de panden niet voldoende heeft weersproken. Zij heeft daar alleen tegenover gesteld dat onderzoeken uitwijzen dat meer groen in een straat juist een waardevermeerderend effect heeft. Dat dat in het algemeen zo is, zegt echter niets over de situatie in de [straat 1]. En het is al helemaal geen steekhoudend verweer tegen het bezwaar van [eiser] tegen de korte afstand tussen deze concrete leilindes en het aaneengesloten groene scherm dat daardoor zal ontstaan. De rechtbank neemt dan ook aan dat – zoals [eiser] stelt – de verminderde zichtbaarheid van zijn panden negatieve gevolgen heeft voor de verhuurbaarheid en leidt tot waardevermindering. In die zin is sprake van hinder voor [eiser].
4.6.
De Gemeente had dit belang van [eiser] en van de huurders van zijn winkelpanden moeten meewegen bij haar beslissing om op dit gedeelte van de [straat 1] twaalf leilindes op korte afstand van elkaar twee meter uit de gevels te planten. Niet gebleken is dat de Gemeente dat heeft gedaan of überhaupt de belangen van de pandeigenaren, winkeliers en bewoners in kaart heeft gebracht en heeft afgewogen. De Gemeente wijst erop dat de winkeliersvereniging zelf om vergroening van de [straat 1] heeft verzocht en dat ook overleg heeft plaatsgevonden met de winkeliersvereniging. Nog daargelaten dat de winkeliersvereniging niet als belangenbehartiger van de pandeigenaren kan worden beschouwd, is niet gesteld of gebleken dat met de winkeliersvereniging concreet is gesproken over de hoeveelheid te plaatsen bomen en afstand tussen de bomen en daarbij het belang van zichtbaarheid van de winkels is besproken.
4.7.
De stelling van de Gemeente dat zij betrokkenen tijdig heeft geïnformeerd over de aanplant van de leilindes volgt de rechtbank niet. De informatiebrieven van 18 oktober 2022 en 8 februari 2023 zijn volgens de Gemeente huis aan huis en winkel aan winkel bezorgd door de gebiedsverbinder. Tijdens de zitting heeft de Gemeente toegelicht dat de dergelijke brieven bedoeld zijn om betrokkenen te informeren over de plannen en hen de gelegenheid te geven vragen te stellen en bezwaren kenbaar te maken. Als betrokkenen naar aanleiding van een brief aangegeven dat zij hinder zullen ondervinden, brengt de Gemeente in kaart of dat inderdaad het geval is en wordt een afweging gemaakt, aldus de gemeente ter zitting. [eiser] stelt echter dat hij de brieven nooit heeft ontvangen en de Gemeente heeft dat niet weersproken. Zij erkent dat de brieven alleen in de winkels zijn afgegeven aan het personeel en er geen brieven zijn gestuurd naar de pandeigenaren. Die keuze brengt het risico mee dat de brieven niet bij de pandeigenaren terecht komen, zoals hier is gebeurd. Niet alleen [eiser], maar ook [betrokkene 1] en de eigenaar van het pand op nummer [nummer 9] hebben de brieven niet ontvangen en waren dus niet op de hoogte van de plannen van de Gemeente. Daar komt nog bij dat de tweede brief, waarin is meegedeeld dat de vier bomen die in het westelijk deel van de [straat 1] zouden komen, worden verplaatst naar het oostelijk deel, pas is bezorgd op de dag dat de eerste bomen werden geplant. Bovendien klopt de informatie in die brief maar deels. Volgens het bijgevoegde kaartje zouden de vier bomen worden geplant naast de reeds geplande reeks van acht bomen. Dat is niet hoe de plant is uitgevoerd. De vier bomen zijn tussen de oorspronkelijk geplande acht bomen geplant waardoor de bomen dichter op elkaar zijn komen te staan. Dat dit zou gebeuren is dus niet vooraf door de Gemeente gecommuniceerd. Anders dan de Gemeente stelt, zijn dus niet alle betrokkenen vooraf juist, tijdig en volledig geïnformeerd. [eiser] in ieder geval niet. Hij heeft daardoor niet de mogelijkheid gehad om vooraf zijn bezwaren en die van zijn huurders kenbaar te maken en zijn belangen voor het voetlicht te brengen.
4.8.
De rechtbank onderschrijft ook niet het standpunt van de Gemeente dat zij voorafgaand aan de plant van de leilindes in de [straat 1] gedegen onderzoek heeft gedaan en uiterst zorgvuldig te werk is gegaan. Algemene beleidsstukken over vergroening zeggen niets over bomen in de [straat 1]. En ook de Motie Herplant Bomen Essenstraat gaat niet over de herplant van bomen in de [straat 1], en al helemaal niet over 12 bomen. Uit die motie blijkt alleen dat het de bedoeling was dicht bij de Essenstraat zes bomen te herplanten. Twee daarvan zijn geplant in de Haasstraat, zodat er nog vier bomen herplant moesten worden. Uit de bijlage bij de uitbreiding van het plan Vergroten bomenbestand naar aanleiding van die Motie blijkt vervolgens dat niet in totaal vier, maar ineens acht leilindes zijn voorzien voor het oostelijk deel van de [straat 1] en vier voor het westelijk deel (tussen huisnummer [nummer 4] en [nummer 5]). In de brief van de Gemeente aan 18 oktober 2022 aan bewoners en ondernemers is dat ook zo gecommuniceerd. In de brief van 8 februari 2023 is gemeld dat het plan is gewijzigd en dat de vier bomen die oorspronkelijk in het westelijk deel zouden worden geplant, nu ook in het oostelijk deel zouden komen. Volgens het bijgevoegde kaartje zouden die vier bomen
naastde oorspronkelijk geplande acht bomen worden geplant. Dat laatste is niet gebeurd. De vier bomen zijn tussen de oorspronkelijke acht bomen geplant waardoor de afstand tussen de bomen kleiner is geworden. Tijdens de zitting is de Gemeente gevraagd wat de gedachte was achter de oorspronkelijke acht leilindes in het oostelijk deel. Daarop is geantwoord dat groenvoorziening dat zo heeft doorgegeven; een beleidsmatige afweging ligt daar dus kennelijk niet aan ten grondslag. En de beslissing tot het plaatsen van vier extra bomen tussen de reeds geplande acht bomen, is genomen in samenspraak tussen de Gemeente en de aannemer, omdat - zo is ter zitting gezegd - er ruimte was voor vier extra en het uitgangpunt is: “Hoe meer hoe beter”, omdat de Gemeente nog duizenden bomen kwijt moet.
4.9.
Uit een en ander blijkt dat het planten van twaalf leilindes, en met name het bijplaatsen van de vier extra bomen op deze plek in de [straat 1], niet een zorgvuldig afgewogen beslissing is geweest waarbij een afweging van alle betrokken belangen heeft plaatsgevonden. En dat het algemeen belang van vergroening van de stad zonder meer zwaarder zou moeten wegen dan het belang van [eiser] bij plaatsing van de leilindes op een manier waarbij zijn gevels goed zichtbaar blijven, valt niet in te zien. De rechtbank begrijpt goed dat de Gemeente niet naar aanleiding van de plaatsing van iedere boom de belangen van elke belanghebbende kan afwegen. Maar in dit geval klemt de onzorgvuldige handelwijze van de Gemeente, temeer omdat prima alternatieven denkbaar zijn die eenvoudig te realiseren zijn en die net zoveel recht doen aan de herplantplicht en het algemene belang van vergroening van de stad.
4.10.
Daarbij betrekt de rechtbank dat de Gemeente ook na de plant van de bomen niet zorgvuldig is omgegaan met de belangen [eiser]. Kort nadat de bomen in de [straat 1] waren geplant is door onder meer [eiser] bij de gemeente bezwaar gemaakt via een formulier op de website en is verzocht om overleg. Uit de overgelegde producties blijkt dat [eiser] ondanks het versturen van meerdere e-mails maandenlang geen inhoudelijke reactie van de Gemeente heeft gekregen, hij ondanks toezeggingen niet is teruggebeld en de Gemeente niet bereid was te overleggen over een oplossing, terwijl [eiser] daartoe een – op het eerste gezicht niet onredelijk – voorstel had gedaan.
4.11.
De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat de Gemeente het zorgvuldigheidsbeginsel heeft geschonden. Zij heeft onvoldoende zorgvuldig onderzoek gedaan naar de feiten, omstandigheden en belangen die spelen en heeft niet kenbaar de belangen van de pandeigenaren, waaronder [eiser], en de huurders van de winkelpanden bij zichtbaarheid van de winkels afgewogen. De beslissing om twaalf leilindes op korte afstand van elkaar op twee meter uit de gevels te plaatsen is bovendien niet weloverwogen genomen, nu op het laatste moment in dit deel van de [straat 1] vier bomen méér zijn geplant dan aanvankelijk de bedoeling was. De Gemeente heeft daarnaast ook onzorgvuldig gehandeld door na het planten van de bomen niet of nauwelijks inhoudelijk te reageren op door [eiser] ingediende klachten en niet open te staan voor overleg met [eiser] over een praktische oplossing, terwijl [eiser] daar meermaals op heeft aangedrongen en voorstellen heeft gedaan. De rechtbank concludeert dan ook dat de Gemeente tegenover [eiser] maatschappelijk onzorgvuldig en daarmee onrechtmatig heeft gehandeld.
4.12.
[eiser] vordert om de hinder die hij als gevolg van de onrechtmatige daad van de Gemeente ervaart op te heffen door de geplante bomenrij te wijzigen conform zijn alternatieve plan. Dat plan houdt in dat binnen zes maanden om en om een boom wordt weggehaald, zodat de leilindes solitair komen te staan en het zicht op de gevels wordt hersteld en minder licht wordt tegengehouden. [eiser] heeft daarbij aangeboden om die bomen te planten voor zijn andere panden aan in de [straat 1] (aan de overkant van de straat). De Gemeente heeft niet aangegeven dat deze oplossing niet uitvoerbaar is. De rechtbank zal de primaire vordering van [eiser] dan ook toewijzen, maar wel alleen voor wat betreft de bomen die zijn geplant voor de panden waarvan [eiser] eigenaar is (en dus niet voor de gehele bomenrij). [eiser] heeft geen belang bij het verwijderen van bomen voor panden van andere eigenaren. Tijdens de zitting heeft [eiser] nog wel aangevoerd dat de winkels vanaf een afstand zichtbaar willen zijn en dat door de hele bomenrij belemmerd wordt, maar dat belang is onvoldoende om in de hele bomenrij om en om een boom te verwijderen. Weliswaar hebben ook andere pandeigenaren vanwege dezelfde hinder bezwaar gemaakt tegen de voor hun pand geplante bomen, maar zij zijn geen partij in deze procedure en met hun belangen kan de rechtbank dus geen rekening houden. De primaire vordering van [eiser] om de bomen om en om te verwijderen zal daarom alleen worden toegewezen voor de bomen die zijn geplant voor de huisnummers [nummer 1]-[nummer 2] en [nummer 3]. Het ligt daarbij voor de hand dat [eiser] en de Gemeente in overleg bepalen welke bomen concreet zullen worden verwijderd en kijken of het mogelijk is bomen elders in de straat voor andere panden van [eiser] neer te zetten. Het staat de Gemeente uiteraard vrij om ook andere pandeigenaren (die hinder ondervinden) bij de oplossing te betrekken.
4.13.
De Gemeente heeft aangegeven dat zij aan een onvoorwaardelijke veroordeling zal meewerken, zodat dwangsom niet nodig is. De rechtbank ziet hierin aanleiding de door [eiser] gevorderde dwangsom af te wijzen.
4.14.
De Gemeente is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
139,42
- griffierecht
320,00
- salaris advocaat
1.228,00
(2 punten × € 614,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.865,42
4.15.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
veroordeelt de Gemeente om de in de [straat 1] geplante bomenrij binnen zes maanden na dit vonnis te wijzigen in die zin dat voor de panden van [eiser] met de huisnummers [nummer 1]-[nummer 2] en [nummer 3] om en om een boom zal worden verwijderd met inachtneming van hetgeen in 4.12 is overwogen, waarbij de verwijdere bomen eventueel voor de andere panden van [eiser] in de [straat 1] kunnen worden geplant,
5.2.
veroordeelt de Gemeente in de proceskosten van € 1.865,42, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als de Gemeente niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
veroordeelt de Gemeente tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.J. Berkers en in het openbaar uitgesproken op 8 oktober 2025.