Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De beoordeling
De GI heeft de ouders al op 28 februari 2025 een schriftelijke aanwijzing gegeven met het oogmerk om [de minderjarige] onder meer te voorzien van goede gezondheidszorg en een affectief en stabiel opvoedklimaat. Daarna zijn er in ieder geval op 18 mei 2025 en 18 augustus 2025 meldingen gedaan bij Veilig Thuis over incidenten van huiselijk geweld en/of verbale agressie in het bijzijn van [de minderjarige] . De Intensieve Ambulante Gezinsbegeleiding (IAG) heeft beperkt zicht gekregen op de thuissituatie, omdat de ouders de hulpverlening niet altijd binnenlaten en zeggen dat zij geen hulp nodig hebben. De ouders hebben recent bij de GI melding gemaakt van veelvuldig drugsgebruik door de andere ouder, maar hebben dat op 1 oktober weer ingetrokken en verteld dat zij elkaar daarmee alleen maar in een slecht daglicht bij de GI wilden stellen. De moeder heeft tegen de GI gezegd dat de verzorging en opvoeding van [de minderjarige] hoofdzakelijk op haar neerkomt, terwijl de moeder volgens de GI dringend hulp nodig heeft voor zichzelf.
5.De beslissing
[zittingsdatum]in het gerechtsgebouw van deze rechtbank aan
- degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.