ECLI:NL:RBNHO:2025:1149

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 februari 2025
Publicatiedatum
6 februari 2025
Zaaknummer
11340069 \ CV FORM 24-7098
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht door buitengewone omstandigheden en redelijke maatregelen

In deze zaak hebben de passagiers van Aegean Airlines SA een verzoek ingediend tot compensatie vanwege een vertraging van meer dan drie uur op hun vlucht van Heraklion naar Amsterdam-Schiphol op 18 oktober 2022. De passagiers, vertegenwoordigd door ProBe-ASP B.V. onder de naam Aviclaim, vorderden een bedrag van € 800,00 plus rente en kosten, gebaseerd op de Verordening (EG) nr. 261/2004. De vervoerder, Aegean Airlines, voerde verweer en stelde dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk beperkingen van de luchtverkeersleiding, die niet konden worden voorkomen ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur op hun eindbestemming zijn aangekomen, wat in beginsel recht geeft op compensatie. Echter, de vervoerder kon aantonen dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, die niet inherent zijn aan de bedrijfsactiviteit van de vervoerder. De kantonrechter oordeelde dat de vervoerder voldoende had onderbouwd dat de vertraging van de vlucht het gevolg was van beperkingen van de luchtverkeersleiding en dat hij alle redelijke maatregelen had getroffen om de vertraging te beperken, waaronder het omboeken van de passagiers op een alternatieve vlucht.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter het verzoek van de passagiers afgewezen en hen veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De beslissing is genomen door kantonrechter M.W. Koenis en is openbaar uitgesproken op 5 februari 2025. Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11340069 \ CV FORM 24-7098
Uitspraakdatum: 5 februari 2025
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:

1.[verzoeker 1]

2. [verzoeker 2]
verzoekende partij
verder te noemen: de passagiers
gemachtigde: [gemachtigde] (ProBe-ASP B.V., handelend onder de naam Aviclaim)
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Aegean Airlines SA - H.Q.
gevestigd te Kifisia, Griekenland
verwerende partij
verder te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. J.J. Croon (Croon Aviation Lawyers)
De zaak in het kort

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A);
  • het verweerschrift.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder hen op 18 oktober 2022 vervoeren van Heraklion, Griekenland, via Athene, Griekenland, naar Amsterdam-Schiphol Airport, met de vluchtcombinatie A3307 en A3626.
2.2.
De vervoerder heeft vlucht A3307 van Heraklion naar Athene (hierna: de vlucht) vertraagd uitgevoerd. De passagiers zijn met een vertraging van meer dan drie uur op de eindbestemming aangekomen.
2.3.
De passagiers hebben daarom compensatie van de vervoerder verzocht.
2.4.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
De passagiers verzoeken de vervoerder te veroordelen tot betaling van:
- € 800,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 oktober 2022 tot de dag van de gehele betaling;
- € 120,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten.
3.2.
De passagiers baseren het verzoek op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en rechtspraak van het Europese Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder hen vanwege de vertraging van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 400,- per passagier. [1]
3.3.
De vervoerder voert verweer. Hij stelt dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden. Deze konden ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen worden. [2]

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen.
4.2.
Vast staat dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur op de eindbestemming zijn aangekomen. In beginsel moet de vervoerder dan compenseren. Dit is anders als de vervoerder kan aantonen dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden. Volgens vaste rechtspraak van het Hof is een omstandigheid buitengewoon als deze niet inherent is aan de bedrijfsactiviteit van de vervoerder en hij daar ook geen invloed op kon uitoefenen. [3]
4.3.
Volgens de vervoerder maakte de vlucht onderdeel uit van de rotatievlucht Heraklion – Athene – Heraklion – Athene (vluchten A3303, A3306 en A3307). Vlucht A3303 van Heraklion naar Athene werd met 5 minuten vertraagd vanwege een beperking van de luchtverkeersleiding. Deze vertraging werkte door op vlucht A3306 van Athene naar Heraklion. Vlucht A3306 is vervolgens met nog 10 minuten extra vertraging uitgevoerd. Ten aanzien van de vertraging die is opgelopen tijdens vlucht A3306 doet de vervoerder geen beroep op buitengewone omstandigheden. De vertraging van vlucht A3306 werkte volledig door op de vlucht in kwestie. Ten slotte kreeg ook de vlucht in kwestie te maken met beperkingen van de luchtverkeersleiding, waardoor deze met nog 48 minuten vertraagd werd. Uiteindelijk is de vlucht in kwestie dus met 63 minuten vertraging uitgevoerd, waarvan 53 minuten het gevolg waren van buitengewone omstandigheden. Daardoor hebben de passagiers de aansluitende vlucht gemist. Ter onderbouwing verwijst de vervoerder naar vluchtrapporten.
4.4.
Het betoog van de vervoerder slaagt. De kantonrechter oordeelt dat hij voldoende heeft onderbouwd dat vlucht A3303 met 5 minuten werd vertraagd door een beperking van de luchtverkeersleiding, dat deze vertraging doorwerkte op vlucht A3306 en vervolgens op de vlucht in kwestie en dat deze laatste vlucht daarna met nog eens 48 minuten werd vertraagd vanwege aanvullende beperkingen van de luchtverkeersleiding. Als een toestel een latere vertrektijd krijgt opgelegd door de luchtverkeersleiding, heeft deze niet de mogelijkheid om toch eerder te vertrekken. De instructies van de luchtverkeersleiding moeten namelijk altijd worden opgevolgd. Dit is niet inherent aan de uitoefening van de bedrijfsactiviteit van de vervoerder en hij heeft daar ook geen invloed op. Daarom was de vertraging van de vlucht in kwestie voor de duur van 53 minuten het gevolg van buitengewone omstandigheden. Ten slotte heeft de vervoerder voldoende onderbouwd dat de passagiers door deze vertraging de aansluitende vlucht naar de eindbestemming hebben gemist. Dit betekent dat de vertraging van de passagiers op de eindbestemming het gevolg was van buitengewone omstandigheden.
4.5.
Resteert de vraag of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft getroffen om deze vertraging te voorkomen of te beperken. De vervoerder stelt dat hij geen invloed had op de besluiten van de luchtverkeersleiding maar de passagiers heeft omgeboekt op de eerst mogelijke alternatieve vluchtcombinatie naar de eindbestemming.
4.6.
Het verweer van de vervoerder slaagt. Niet valt in te zien wat er onder deze omstandigheden meer of anders van hem kon worden verwacht. De passagiers hebben in dit verband ook niets aangevoerd. Daarom heeft de vervoerder alle redelijke maatregelen getroffen. Het verzoek van de passagiers zal worden afgewezen.
4.7.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers omdat zij ongelijk krijgen. Ook de nakosten komen voor rekening van de passagiers, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening plaatsvindt, met de kosten van betekening van deze beschikking.

5.De beslissingDe kantonrechter:

5.1.
wijst het verzochte af;
5.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de vervoerder tot en met vandaag worden begroot op € 135,00 aan salaris gemachtigde
en veroordeelt de passagiers tot betaling van € 67,50 aan nakosten, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening plaatsvindt, met de kosten van betekening van deze beschikking.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.W. Koenis, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open

Voetnoten

1.Artikel 7 van de Verordening.
2.Artikel 5 lid 3 van de Verordening.
3.Zie onder meer HvJEU 22 december 2008, C-549/07, ECLI:EU:C:2008:771.