Uitspraak
1.De procedure
- de producties van Woonwaard,
- de mondelinge behandeling van 29 januari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 12 februari 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Woonwaard Noord-Kennemerland (hierna: Woonwaard) en De VAO-Bewind B.V. (hierna: de bewindvoerder). Woonwaard vorderde de ontruiming van een woning die door [naam] werd gehuurd, vanwege ernstige overlast en vervuiling. De huurder, [naam], had sinds 2018 regelmatig klachten van omwonenden veroorzaakt, waaronder agressief gedrag en ernstige vervuiling van de woning. Ondanks herhaalde verzoeken om zijn gedrag aan te passen, bleef de overlast bestaan. Woonwaard had eerder geprobeerd om de situatie via het Veiligheidshuis te verbeteren, maar zonder succes. Uiteindelijk besloot Woonwaard om een ontruimingsprocedure te starten. De kantonrechter oordeelde dat de bewindvoerder, die optreedt als wettelijk vertegenwoordiger van [naam], verantwoordelijk was voor de ontruiming. De rechter wees de vordering tot ontruiming toe, omdat de overlast zo ernstig was dat het in hoge mate waarschijnlijk was dat de huurovereenkomst in een bodemprocedure zou worden ontbonden. De vordering tot betaling van huurpenningen werd afgewezen, omdat de bewindvoerder had aangegeven de huur tijdig te blijven betalen. De kantonrechter veroordeelde de bewindvoerder tot betaling van de proceskosten en stelde een termijn voor de ontruiming van de woning.