Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2023 tot en met 02 januari 2024 in de gemeente Heemskerk, in elk geval in
Nederland
met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] , die de leeftijd van twaalf jaren
maar nog niet die van zestien jaren had bereikt,
buiten echt,
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of
mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[slachtoffer] ,
te weten
- het zich laten pijpen door die [slachtoffer] , en/of
- het duwen en/of brengen van zijn, verdachtes vinger(s) in de vagina van die
[slachtoffer] ;
2023 tot en met 02 januari 2024 in de gemeente Heemskerk, in elk geval in
Nederland
ontucht heeft gepleegd
met zijn minderjarig stiefkind [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum] ,
door
- de vagina van die [slachtoffer] te betasten, en/of
- zich te laten aftrekken door die [slachtoffer] , en/of
- de borsten van die [slachtoffer] te betasten, en/of
- zijn, verdachtes penis te laten betasten door die [slachtoffer] .
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
te weten
- het zich laten pijpen door die [slachtoffer] , en/of
- het duwen en/of brengen van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer] ;
- de vagina van die [slachtoffer] te betasten, en/of
- zich te laten aftrekken door die [slachtoffer] , en/of
- de borsten van die [slachtoffer] te betasten, en/of
- zijn, verdachtes, penis te laten betasten door die [slachtoffer] .
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
ontucht plegen met zijn minderjarig stiefkind.
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
30 (dertig) maanden, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot 12 (twaalf) maanden,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op
3 (drie) jarenbepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 2.515,44, bestaande uit € 15,44 als vergoeding voor de materiële en € 2.500,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 23 juli 2023 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.