2.4.Op 18 april 2025, tijdens de proeftijd, heeft BPG de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang opgezegd. BPG heeft in een e-mail van dezelfde dag de opzegging als volgt onderbouwd:
‘(…)
Binnen de BrandPreventie Groep hebben alle medewerkers vrijheid van godsdienst. Dit geldt ook voor uiting geven aan een geloofsovertuiging zolang dit de bedrijfsvoering niet hindert.
Tijdens jouw eerste werkweek, 14 t/m 17-4-2025 heeft zich onderstaande afgespeeld.
1. Jij hebt aangegeven dat je 1 tot 2 keer per dag moet/wil bidden, afhankelijk van zomer- of wintertijd, in een aparte ruimte, waarvoor je op de diverse klantlocaties toestemming wilde vragen aan de contactpersoon aldaar.
2. Toen jij met een collega monteur bij een bedrijf kwam waar brandveiligheidsmiddelen gecontroleerd moesten worden, waar ook varkens aanwezig waren, meldde jij dat je niet in de buurt van varkens mag/wil werken in verband met jouw geloofsovertuiging.
Bidden 1 tot 2 keer per dag
Elke werkdag bij 1 tot 2 verschillende klanten de beschikking vragen over een vrije ruimte om te bidden is niet wenselijk. Wij kunnen onze klanten niet belasten met de uitingen van geloofsovertuigingen; jij bent onze werknemer, niet de werknemer van onze klanten.
Wij hebben jou de vrijheid gegeven om te bidden in de cabine van de bedrijfsbus, die binnenkort aan jou uitgereikt zou worden. De tijd die je hiervoor nodig hebt mag je aftrekken van jouw pauzetijd. Jij hebt aangegeven dat dit voor jou niet passend is.
Klantlocaties met varkens
De BrandPreventie Groep beschikt over diverse klanten, waaronder veehouders, waar varkens aanwezig zijn. Deze klanten liggen ook in jouw werkregio en behoren dus tot jouw werk. Het niet kunnen/willen uitvoeren van het werk bij betreffende klanten betekent dat een collega monteur, die zijn “eigen” klanten heeft, die van jou erbij moet doen. Dit heeft o.a. een inefficiëntere planning en meer reistijd tot gevolg.
Als jij tijdens jouw sollicitatiegesprekken uitleg/toelichting had gegeven over hoe jij uiting geeft aan jouw geloofsovertuiging, dan waren we toen al, samen met jou, tot de conclusie gekomen dat de mobiele functie van servicemonteur bij de BrandPreventie Groep niet passend is. (…)’
3. Het verzoek en het verweer