ECLI:NL:RBNHO:2025:11007

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 september 2025
Publicatiedatum
25 september 2025
Zaaknummer
11041519 \ CV EXPL 24-757
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van vordering tot schadevergoeding en beoordeling van algemene voorwaarden in een civiele procedure

In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Zaanstad, op 25 september 2025 een verstekvonnis uitgesproken in de zaak tussen TXP Keuken B.V. en twee gedaagde partijen die niet zijn verschenen. De eisende partij, TXP Keuken B.V., heeft in haar akte toegelicht dat het door haar gevorderde bedrag betrekking heeft op de schade die zij heeft geleden door een annulering van een order. De kantonrechter heeft ambtshalve de algemene voorwaarden van de eisende partij getoetst, met name het annuleringskostenbeding en de rente- en incassokostenbedingen. De kantonrechter oordeelt dat het annuleringskostenbeding niet oneerlijk is, omdat de eisende partij voldoende heeft aangetoond dat zij een schade heeft geleden van ten minste 30% van de overeengekomen koopsom. De vordering van de eisende partij wordt toegewezen, en de gedaagde partijen worden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 5.861,99, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De kosten voor de akte blijven voor rekening van de eisende partij, omdat deze aan haarzelf te wijten zijn. Het vonnis is uitgesproken door mr. M.P.E. Oomens en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknr./rolnr.: 11041519 \ CV EXPL 24-757
Uitspraakdatum: 25 september 2025
Verstekvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
TXP Keuken B.V.
te Purmerend
de eisende partij
gemachtigde: mr. O.A.H. van Dalsum
tegen

1.[gedaagde 1]

2. [gedaagde 2]
te [plaats]
de gedaagde partijen
niet verschenen

1.De procedure

1.1.
Bij tussenvonnis van 1 mei 2025 (hierna: het tussenvonnis) is de eisende partij in de gelegenheid gesteld om zich bij akte uit te laten over het voorshands uitgesproken oordeel over de oneerlijkheid van een beding in de algemene voorwaarden van de eisende partij. De eisende partij heeft ter uitvoering van het tussenvonnis een akte genomen.

2.De beoordeling

Ambtshalve toetsing van de algemene voorwaarden
2.1.
In de akte heeft de eisende partij herhaald dat het door haar gevorderde bedrag ziet op de schade die zij lijdt uit de door haar misgelopen marge over de order. Zij heeft daarbij toegelicht dat de koopsom € 17.419,00 bedroeg. De inkoopkosten van deze order bedroegen € 11.984,86. De gederfde winstmarge is daarom (afgerond) 31,2% van de koopsom. Het daadwerkelijke misgelopen rendement en daarmee haar schade is dus iets hoger dan de gevorderde schadevergoeding. Daarom is het annuleringskostenbeding niet oneerlijk. Ter onderbouwing verwijst de eisende partij naar een schermafbeelding uit een intern programma waarop een rendementsoverzicht is weergegeven.
2.2.
Het betoog van de eisende partij slaagt. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft zij met de door haar overgelegde stukken en haar toelichting daarop voldoende onderbouwd dat zij door de annulering van de order door de gedaagde partijen een schade heeft geleden van ten minste 30% van de overeengekomen koopsom. Dit betekent dat het annuleringskostenbeding niet oneerlijk is. De kantonrechter zal daarom terugkomen van het voornemen om het beding ambtshalve te vernietigen en zal het beding in stand houden.
2.3.
De rente- en incassokostenbedingen in artikel 11, lid 6, 7 en 8 van de algemene voorwaarden zijn door de kantonrechter getoetst en niet oneerlijk bevonden.
Wat is toewijsbaar?
2.4.
De vordering wordt toegewezen, omdat deze de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt.
Conclusie en proceskosten
2.5.
De vordering wordt toegewezen.
2.6.
De gedaagde partijen worden in het ongelijk gesteld en zullen daarom hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten voor de genomen akte blijven echter voor rekening van de eisende partij, omdat het aan haarzelf te wijten is dat het nodig was deze akte op te stellen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt de gedaagde partijen hoofdelijk tot betaling aan de eisende partij van € 5.861,99, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 5225,70 vanaf 8 juli 2024 tot aan de dag van de gehele betaling;
3.2.
veroordeelt de gedaagde partijen hoofdelijk tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van de eisende partij tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 274,78;
griffierecht € 524,00;
salaris gemachtigde € 339,00;
3.3.
verklaart de veroordeling(en) in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.P.E. Oomens en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter