ECLI:NL:RBNHO:2025:10893

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 september 2025
Publicatiedatum
23 september 2025
Zaaknummer
25/3635 en 25/3636
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening tegen omgevingsvergunning voor tijdelijke opvanglocatie asielzoekers in Haarlem

Op 23 september 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaken met nummers 25/3635 en 25/3636. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening tegen de verleende omgevingsvergunning voor het ombouwen van een kantoorpand aan de Meesterlottelaan 301 te Haarlem tot een tijdelijke opvanglocatie voor 210 asielzoekers. Verzoeksters, Stichting tot behoud goed woon- en leefklimaat in het Haarlemmerhoutkwartier en een tweede verzoekster, hebben bezwaar gemaakt tegen deze vergunning en vroegen de voorzieningenrechter om een schorsing van de vergunning totdat op hun bezwaar is beslist. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat het belang van de noodopvang voor asielzoekers zwaarder weegt dan de bezwaren van de verzoeksters, die vooral gericht zijn op het voorkomen van mogelijke overlast. De voorzieningenrechter benadrukt dat de belangen van de asielzoekers en de urgentie van de opvang in deze situatie prevaleren. De uitspraak heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank niet in een eventueel bodemgeding. De voorzieningenrechter heeft ook opgemerkt dat als in bezwaar wordt geoordeeld dat de vergunning onterecht is verleend, de opvang alsnog beëindigd kan worden. De uitspraak is gedaan door mr. E.J. van Keken, in aanwezigheid van griffier mr. I.A. Bakker, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: HAA 25/3635 en 25/3636

uitspraak van de voorzieningenrechter van 23 september 2025 in de zaken tussen

Stichting tot behoud goed woon- en leefklimaat in het Haarlemmerhoutkwartier,

uit Haarlem, verzoekster 1
(gemachtigde: mr. S.T. Blom en mr. J.A. Crijnen),

[verzoekster 2] , uit Haarlem, verzoekster 2

(gemachtigde S.T. Blom en mr. J.A. Crijnen).
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem

(gemachtigde: mr. M.F.A. Dankbaar).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel:
het bestuur van het Centraal orgaan opvang asielzoekers,uit Den Haag
, COA
(gemachtigde mr. J. Zweers).

Samenvatting

1.1
Deze uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening gaat over de aan COA verleende omgevingsvergunning voor het realiseren van een tijdelijke opvanglocatie (tot 1 april 2028) op het perceel Meesterlottelaan 301 te Haarlem voor 210 asielzoekers (de opvanglocatie). Verzoekster 1 en verzoekster 2 (verzoeksters) zijn het hier niet mee eens. Zij verzoeken daarom om een voorlopige voorziening en voeren daartoe een aantal gronden aan.
1.2
De voorzieningenrechter wijst in deze uitspraak het verzoek af, omdat de voorzieningenrechter de belangen bij het realiseren en in gebruik nemen van een tijdelijke opvanglocatie zwaarder laat wegen dan de belangen van verzoeksters bij het voorkomen daarvan
.Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.

Procesverloop

2.1
De vergunning waartegen verzoeksters opkomen is afgegeven op 27 juni 2025 (de vergunning).
2.2
Verzoeksters hebben tegen de vergunning bezwaar gemaakt. Ook hebben verzoeksters de voorzieningenrechter verzocht om tegen de vergunning een voorlopige voorziening te treffen. Daarmee willen verzoeksters voorkomen dat de opvanglocatie al in gebruik wordt genomen voordat op hun bezwaar tegen de vergunning is beslist.
2.3
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 18 september 2025 op zitting behandeld. Namens verzoekster 1 is [naam 1] ter zitting verschenen. Verzoekster 2 is verschenen en heeft ook namens verzoekster 1 het woord gevoerd. Verzoekster 1 en 2 hebben zich laten bijstaan door hun hiervoor genoemde gemachtigden. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam 2] , bijgestaan door de gemachtigde van het college. Namens COA zijn verschenen [naam 3] en [naam 4] , bijgestaan door de hiervoor genoemde gemachtigde van COA.
Feiten
3. Aan de verleende omgevingsvergunning ligt ten grondslag de Goede onderbouwing van de effecten op de fysieke leefomgeving (GoFlo) van 12 juni 2025.
In deze GoFlo is onder meer gemotiveerd waarom geen milieu-effectrapportage nodig is en waarom de tijdelijke opvanglocatie geen ontwikkeling is die voldoende substantieel is om te worden beschouwd als een nieuw stedelijk ontwikkelingsproject in de zin van de ladder voor duurzame verstedelijking. Voorts is in de GoFlo gemotiveerd waarom vergunningverlening geen verkeersaantrekkende werking zal hebben en waarom het aantal parkeerplekken voor auto’s en voor fietsen waarin is voorzien, voldoende is. Ook is in de GoFlo gemotiveerd dat vergunningverlening naar verwachting geen significant negatieve effecten met zich mee zal brengen voor wat betreft de bescherming van (plant en dier-) soorten, de bescherming van nabijgelegen Natura-2000-gebieden, en ook niet voor wat betreft geluid en luchtkwaliteit. Tot slot is in de GoFlo besproken hoe de sociale veiligheid zal worden gewaarborgd evenals de locatiekeuze, participatie, financiering, beheer en onderhoud.
Beroepsgronden
4. Verzoeksters hebben zich in beroep uitgebreid tegen de verleende vergunning en de daaraan ten grondslag gelegde GoFlo gekeerd, onder andere op de hiervoor genoemde punten. Ook hebben verzoeksters in hun beroepschrift(en) gemotiveerd aandacht gevraagd voor onder meer de brandveiligheid, het effect van de komst van asielzoekers op de sociale voorzieningen ter plaatse. Daarnaast hebben verzoeksters aandacht gevraagd voor het effect van de komst op de monumentale omgeving en de openbare ruimte en voor de klimaatrisico’s die de komst van asielzoekers mogelijk met zich brengt.
Beoordeling beroep en verzoek
5. Beoordeling van de door verzoeksters gestelde beroepsgronden vergt een vergaande inhoudelijke beoordeling van de verleende vergunning en de daaraan ten grondslag gelegde GoFlo. De behandeling van een verzoek om een voorlopige voorziening leent zich hier niet goed voor. De voorzieningenrechter zal haar beoordeling daarom beperken tot een afweging van het belang bij de opvang van asielzoekers per, zoals beoogd, 1 oktober 2025 tegen het belang van verzoeksters bij uitstel van die opvang totdat op het beroep is beslist.
6.1
De voorzieningenrechter begrijpt dat het belang van verzoeksters bij schorsing van de verleende vergunning -kort samengevat- is gelegen in het voorkomen van mogelijke overlast voor omwonenden van de Meesterlottelaan 301 te Haarlem door (de komst van) asielzoekers. Daarbij vrezen verzoeksters dat sprake zal zijn van een onomkeerbare situatie als de huisvesting van asielzoekers eenmaal gerealiseerd is.
6.2
Tegenover deze vrees van verzoeksters staat het algemene belang om zo snel mogelijk (extra) noodopvangplekken voor asielzoekers te creëren.
6.3
Zoals het college onweersproken heeft gesteld, is de problematiek (van onvoldoende opvang) in Ter Apel nog uiterst actueel, de nood hoog en het snel realiseren van extra noodopvangplekken daarom noodzakelijk. De noodzaak van de komst van extra opvangplekken is door COA zeer concreet gemaakt, terwijl niet vaststaat dat de nu vergunde opvang van asielzoekers daadwerkelijk tot overlast zal leiden. De voorzieningenrechter laat het algemene belang bij de vergunde opvang van asielzoekers daarom in dit geval zwaarder wegen dan het belang van verzoeksters bij het voorkomen daarvan. Het verzoek tot schorsing van de vergunning die de noodopvang van asielzoekers mogelijk maakt zal de voorzieningenrechter dus afwijzen. De voorzieningenrechter heeft hierbij nog meegewogen dat het achterwege laten van de gevraagde schorsing, anders dan verzoeksters menen, niet leidt tot een onomkeerbare situatie. Als in bezwaar wordt geoordeeld dat geen vergunning voor de opvang had mogen worden verleend, dan zal de opvang beëindigd moeten worden en indien dat niet gebeurt kunnen verzoeksters daartegen een verzoek om handhaving indienen.

Conclusie en gevolgen

7. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Dit betekent dat de opvang van asielzoekers in het pand op het adres Meesterlottelaan 301 te Haarlem van start mag gaan ondanks het bezwaar dat verzoeksters hebben gemaakt tegen de daarvoor verleende omgevingsvergunning. Voor een proceskostenveroordeling bestaat daarom geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.J. van Keken, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. I.A. Bakker, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op 23 september 2025.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.