ECLI:NL:RBNHO:2025:1080
Rechtbank Noord-Holland
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Geschil tussen aannemer en onderaannemer over betaling van factuur en verrekeningsverweer
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 5 februari 2025, gaat het om een geschil tussen een aannemer en een onderaannemer over de betaling van een factuur. De onderaannemer, aangeduid als [eiser], heeft in opdracht van de aannemer, aangeduid als [gedaagde], bouwkundige werkzaamheden verricht, waaronder het plaatsen van een nieuwe buitenmuur. Na het indienen van een eindfactuur door [eiser] van € 8.903,68, heeft [gedaagde] gereageerd met een tegenfactuur voor herstelwerkzaamheden, die hij meende te kunnen verrekenen met de factuur van [eiser]. De kantonrechter heeft in deze zaak de procedure en de feiten uiteengezet, waarbij het verloop van de communicatie tussen partijen en de ingediende producties zijn besproken. De kern van het geschil draait om de vraag of [gedaagde] zijn factuur kan verrekenen met het openstaande bedrag van [eiser]. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] niet in verzuim was en dat de kosten voor de opruim- en herstelwerkzaamheden niet op [eiser] konden worden verhaald. Uiteindelijk heeft de kantonrechter geoordeeld dat [gedaagde] een bedrag van € 3.129,00 aan [eiser] moet betalen, vermeerderd met wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. De vorderingen van [gedaagde] in reconventie zijn afgewezen.