Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
mr. S.D. Palper zich als advocaat voor Achmea gesteld. [gedaagde] heeft verzuimd om advocaat te stellen. Ook op de tweede rolzitting van 14 mei 2025 heeft [gedaagde] geen advocaat gesteld.
Uit de wetsgeschiedenis van artikel 71 Rv volgt echter dat al vóór de verwijzing verrichte proceshandelingen ook ná verwijzing geldig blijven zodat de partijen die al vóór de verwijzing in persoon of bij gemachtigde waren verschenen ook ná verwijzing geacht worden verschenen te zijn. Nu [gedaagde] haar antwoordakte in deze procedure heeft genomen vóór verwijzing, heeft het verzuim van [gedaagde] geen gevolgen en zal de zaak inhoudelijk (op tegenspraak) worden beoordeeld.