Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De procedure
- het bericht van de deskundige waarin hij de opdracht terug geeft
- de antwoordakte van 4 juni 2025 van [gedaagde].
2.De beoordeling
bestaande dakkapellen isoleren dak en zijwangen’ en kosten van isolatiemateriaal. [eiser] heeft de factuur niet anders toegelicht dan dat het gaat om ‘uren / isoleren’. Een koppeling van die uren met het door hem overgelegde totaaloverzicht en/of de als productie 19 overgelegde bladen uit het Excel-overzicht dat hij eerder aan TOP Expertise stuurde, heeft hij niet gemaakt, zodat niet kan worden beoordeeld op welk onderdeel van de geadministreerde werkzaamheden deze uren zien. Daarnaast heeft [eiser] niet toegelicht of het materiaal uit eigen voorraad komt of van een leverancier en heeft hij ook geen onderliggende factuur van een leverancier overgelegd. Voor zover de factuur zou zijn ‘opgeplust’, omdat er andere werkzaamheden in zijn meegenomen zodat [gedaagde] meer subsidie kon krijgen (zie 5.11 van het tussenvonnis van 28 februari 2024), had het op de weg van [eiser] gelegen om dat toe te lichten. Omdat [eiser] niet heeft laten zien hoe de factuur aansluit op de gewerkte uren en hij de materiaalkosten niet heeft verantwoord, is [eiser] voor deze factuur niet geslaagd in het hem opgedragen bewijs van de werkzaamheden. De vordering ten aanzien van deze factuur zal daarom worden afgewezen.
verzamel uren tm w32’. [eiser] heeft toegelicht dat het om 961,5 uren gaat van week 9 tot en met 32 van 2022. Verder heeft hij in de als productie 22 overgelegde toelichting op de uren en facturen aangegeven dat in week 28 een aantal uur (508,5) cash is voldaan en dat middels al betaalde facturen 333 uur is doorberekend voor voorzetwanden en plafond tussenvloer. De rechtbank merkt op dat gelet op het uurtarief van € 42,50 ex btw, het feit dat sprake is van aanneming op basis van regie en de vermelding op het overzicht van [eiser], laatst genoemde 333 uur al gefactureerd lijkt te zijn middels facturen 221001 en 221002, samen circa € 14.900 ex btw. Daarnaast volgt uit het door [eiser] overgelegde factuuroverzicht dat bij afzonderlijke factuur al in rekening is gebracht: 262 uur voor de zolderkap, 192,5 uur voor het schuimbeton, 415 uur voor 2e termijn voorzetwand en plafond en 204 uur voor kozijnen plaatsen. Opgeteld is voor de betreffende periode dus al 1.915 uur voldaan. Omdat volgens het overgelegde totaaloverzicht in die periode 2.444 uur is gewerkt, resteert nog 529 uur die gefactureerd kan worden. Omdat [gedaagde] de onderliggende overgelegde weekoverzichten niet heeft betwist, is de rechtbank voor oordeel dat [eiser] bewijs heeft geleverd van de resterende 529 uur als gewerkt aan de opdracht van [gedaagde]. [gedaagde] heeft tegenover deze weekoverzichten niets gesteld. De vordering ten aanzien van deze factuur zal daarom in beginsel voor een bedrag van € 27.203,83 kunnen worden toegewezen.
metselwerk [adres] uitbouw en herstel werkzaamheden’.
- deurbel € 300,00
- aansluitpunt buitenlicht voordeur met timer € 200,00
- aansluitpunt oplader auto (alleen aansluitpunt) € 500,00
- aansluitpunten buitenlichtpunten zijgevels (2) € 100,00
- rookmelders op lichtnet (3) € 300,00
- in de garage: 21 wandcontactdozen (zoals in offerte
uren w33 tm 40’ en ‘
uren 714 - 50 vensterbank - 248 tussenwand 416 uur -45= 371 uur’. [eiser] heeft toegelicht dat het om 371 uren gaat die zijn gewerkt in week 33 tot en met 40. De rechtbank begrijpt uit de omschrijving op de factuur en de toelichting die [eiser] heeft gegeven, dat de uren die zijn besteed aan vensterbank (50) en tussenwand (248) en een korting (45) zijn afgetrokken van het aantal in die periode gewerkte uren (714). De uren voor de vensterbank en tussenwand heeft [eiser] inderdaad met andere facturen (22400039 en 22400040) aan [gedaagde] doorberekend. [eiser] stelt daarnaast weliswaar dat hij 45 uur korting heeft toegepast wegens inefficiënte uren in de laatste vier weken, maar hij heeft niet inzichtelijk gemaakt welke 45 uur hij dan niet heeft doorberekend. Volgens het als productie 18 overgelegde totaaloverzicht zijn in de gefactureerde periode immers 669 en niet 714 uren gewerkt. Na aftrek van de facturen voor vensterbank en tussenwand resteert daarom in beginsel 326 uur. Echter, de uren vermeld in het als productie 19 overgelegde weekoverzicht, sluiten niet aan op het totaaloverzicht. Volgens het weekoverzicht is in week 33 tot en met 40 niet 669 maar 481 uur gewerkt, zodat – na aftrek van de facturen voor vensterbank en tussenwand, in beginsel 183 uur resteren die [eiser] mocht factureren. [gedaagde] is in de gelegenheid gesteld om op de door [eiser] aangedragen bewijsstukken te reageren. [gedaagde] is daarbij niet concreet ingegaan op de overgelegde weekoverzichten. De rechtbank oordeelt daarom dat [eiser] voldoende heeft laten zien dat hij 183 uur voor deze periode in rekening mocht brengen en zal de vordering ten aanzien van deze factuur daarom in beginsel voor een bedrag van € 6.427,69 toewijzen.
diverse timmerwerk en tussenwanden isoleren 70mm wol excl. werkzaamheden kozijnen plaatsen. Hoewel volgens het totaaloverzicht 248 uur is besteed aan het onderdeel ‘tussenwanden/ trapgat/ kozijnen’ staat op de factuur dat dit de uren zijn exclusief het plaatsen van de kozijnen. Uit het door [eiser] aan Top Expert toegezonden Excel-overzicht komt naar voren dat hij op 25 augustus 2022 voor (het plaatsen van de) kozijnen een afzonderlijke factuur (22300024) heeft gezonden voor € 28.180,01, waarbij 204 werkuren in rekening zijn gebracht. [gedaagde] heeft deze factuur betaald. De uren die volgens de weekoverzichten aan kozijnen zijn besteed, kunnen daarom niet met factuur 22400039 (nog eens) in rekening worden gebracht bij [gedaagde]. Het totaaloverzicht bevat nog een andere post kozijnen. Mede daarom is niet goed te bepalen welk deel van de 248 uren op het totaaloverzicht nu is aangewend voor diverse timmerwerk en tussenwanden isoleren en welk deel voor kozijnen. Daarnaast sluiten veel van de omschrijvingen in de weekoverzichten van de gewerkte uren onvoldoende aan bij dit onderdeel. De rechtbank komt tot de conclusie dat [eiser] met de weekoverzichten voldoende heeft laten zien dat 110,5 van de gefactureerde 248 uur onder dit onderdeel kunnen worden gebracht, te weten: 14 uur voor week 4, 18,5 uur voor week 6, 42 uur voor week 7, 16,5 uur voor week 8 en 19,5 uur voor week 9. [eiser] heeft daarom bewijs geleverd voor 110,50 van de voor 248 gefactureerde uren. [eiser] heeft geen bewijs geleverd van de post materiaal. Voor zover [eiser] de onderliggende factuur heeft overgelegd met productie 20, was het aan hem om aan te geven welke van de vele overgelegde facturen het betreft. Van factuur 22400039 is daarom – de redelijkheid voorbehouden – in beginsel een bedrag van € 5.682,46 (110,50 x € 42,50 + 21% btw) toewijsbaar.
isoleren dorpels en vensterbanken met pir isolatie 70mm’. Op de factuur staat dat het om 50 arbeidsuren gaat en om de kosten van het isolatiemateriaal. Van die uren zijn er 30 terug te vinden in week 37 van de weekoverzichten. Het had op de weg van [eiser] gelegen om aan te wijzen welke werkzaamheden in de weekoverzichten ook onder deze factuur zijn gebracht. Omdat hij dat niet heeft gedaan, heeft hij slechts voor 30 van de gefactureerde uren bewijs geleverd. [eiser] heeft de post materiaal niet onderbouwd. De rechtbank verwijst naar haar overweging hiervoor in 2.24 voorlaatste zin. Van de factuur 22400040 is daarom een bedrag van € 1.542,75 (30 x € 42,50 + 21% btw) in beginsel toewijsbaar.
kitwerkzaamheden door extern kit bedrijf’ en ‘
Diverse kitwerkzaamheden uitgevoerd: - 2 badkamers; - 2 toiletten; - Washok’. Uit de door [eiser] overgelegde berichten tussen partijen van 26 september 2022 en 28 september 2022 volgt dat [gedaagde] akkoord heeft gegeven voor een bedrag van € 865,00 excl. btw en inclusief materiaal. Omdat het kitwerk in de badkamers, toiletten en het washok door een extern bedrijf is uitgevoerd waar [eiser] een opslag van 10% over mag rekenen, zal een bedrag van € 1.151,32 (€ 951,50 + 21% btw) worden toegewezen. De post op de factuur van € 88,00 excl. btw voor ‘Extra werkzaamheden’ heeft [eiser] niet toegelicht. Daarbij komt dat uit de afspraken tussen partijen over dit werk blijkt dat [gedaagde] aan [eiser] heeft meegedeeld dat hij de prijs graag tevoren wilde weten. [eiser] heeft niet bewezen dat er meerwerk is geleverd.
wc raam 1e verd. vermaken’. Verder staat op de factuur de volgende toelichting:
aanpassen bestaand raam omfrezen naar draairaam, voorzien van tochtkader, voorzien van 3 scharnieren en met 2 los geleverde afsluitbare raamboompjes en los geleverd habiles uitzetijzer.Hoewel [gedaagde] er terecht op heeft gewezen dat de uren van deze werkzaamheden niet uit de weekoverzichten naar voren komen, blijkt uit het rapport dat ten tijde van het onderzoek een draairaam in de toiletruimte was geplaatst. Daarmee staat vast dat [eiser] deze werkzaamheden heeft verricht. De vordering tot betaling van deze factuur zal daarom in beginsel worden toegewezen.
exclusiefloodgieter- en elektricienwerkzaamheden (zie 2.4 laatste zin), geen redelijke prijs is.
3.De beslissing
17 september 2025.