In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 17 september 2025 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eiser 1] en de besloten vennootschap ELEGANCE CAR SELECTION B.V. [eiser 1] vorderde een schadevergoeding van € 14.488,00, vermeerderd met rente en kosten, omdat hij stelde dat de door hem aangekochte auto niet aan de overeenkomst voldeed. Tijdens de procedure bleek echter dat de auto niet door [eiser 1] zelf was gekocht, maar door zijn vader, [derde belanghebbende]. De kantonrechter oordeelde dat [eiser 1] geen vordering kon instellen, omdat hij niet de rechtmatige koper was. De kantonrechter wees de vordering van [eiser 1] af en veroordeelde hem in de proceskosten, die zijn begroot op € 947,00. De kantonrechter overwoog dat er geen sprake was van misbruik van procesrecht, waardoor een integrale proceskostenveroordeling niet aan de orde was. De wettelijke rente over de proceskosten werd toegewezen, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.