In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 29 januari 2025 een beschikking gegeven in het bewind van een betrokkene, die onder bewind was gesteld vanwege verkwisting en problematische schulden. De bewindvoerder, Aangenaam Els B.V., heeft de taak om de financiële belangen van de betrokkene te behartigen. De betrokkene heeft echter geklaagd dat hij wordt opgelicht door de bewindvoerder, omdat hij meent dat zijn schulden inmiddels zijn opgelost. De kantonrechter heeft deze klacht verworpen, omdat de grond voor het bewind is gebaseerd op de geestelijke en lichamelijke toestand van de betrokkene, die niet in staat is om zijn vermogensrechtelijke belangen zelf te behartigen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 28 januari 2025 heeft de bewindvoerder aangegeven dat het bewind noodzakelijk is, omdat de betrokkene geen inzicht heeft in zijn financiën en het risico groot is dat hij zijn vaste lasten niet meer betaalt als het bewind wordt opgeheven. De betrokkene heeft zelfs gedreigd met de dood naar aanleiding van de situatie met de bewindvoerder. Gezien deze bedreigingen en de onhoudbaarheid van de situatie heeft de kantonrechter besloten om het bewind ambtshalve op te heffen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de voortzetting van het bewind niet meer mogelijk is en dat de betrokkene niet in de gelegenheid wordt gesteld om een opvolgend bewindvoerder voor te dragen, omdat verwacht wordt dat deze ook met een dergelijke houding van de betrokkene te maken zal krijgen.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de beloning voor de bewindvoerder voor het opmaken van de eindrekening is vastgesteld op € 248,00 (exclusief btw). Deze beschikking is openbaar uitgesproken door de kantonrechter in aanwezigheid van de griffier.