ECLI:NL:RBNHO:2025:10146

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 september 2025
Publicatiedatum
2 september 2025
Zaaknummer
11719736 \ CV EXPL 25-2017
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot betaling op basis van precontractuele informatieplichten in consumentenovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 10 september 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen de rechtspersoon Alektum Capital LV AG, gevestigd in Zug, Zwitserland, en een gedaagde partij. Alektum vorderde betaling van € 99,96, vermeerderd met rente en kosten, op basis van een overeenkomst die was gesloten via een online webshop. De gedaagde had verzuimd de verschuldigde koopsom te betalen. De kantonrechter heeft ambtshalve getoetst of Alektum voldaan had aan de precontractuele informatieplichten die voortvloeien uit het Burgerlijk Wetboek, specifiek Boek 6, titel 5, afdeling 2B. Deze informatieplichten zijn bedoeld ter bescherming van de consument bij het sluiten van overeenkomsten.

De kantonrechter oordeelde dat Alektum niet voldoende had onderbouwd dat zij aan deze informatieplichten had voldaan. De vordering was gebaseerd op een bestelling uit februari 2019, maar de overgelegde bewijsstukken, waaronder schermafdrukken, betroffen een later tijdstip in 2020. Hierdoor kon de kantonrechter niet vaststellen dat Alektum aan haar informatieverplichtingen had voldaan bij de bestelling van de gedaagde. De vordering werd dan ook afgewezen, en Alektum werd veroordeeld in de proceskosten, die op nihil werden begroot. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. D.D.M. Hazeu.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Alkmaar
Zaaknummer: 11719736 \ CV EXPL 25-2017 WD
Vonnis van 10 september 2025
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
ALEKTUM CAPITAL LV AG,
te Zug (Zwitserland),
eisende partij,
hierna te noemen: Alektum,
gemachtigde: R. Slagman,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Alektum vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 99,96, vermeerderd met rente en kosten.
2.2.
Alektum legt aan de vordering het volgende ten grondslag. [gedaagde] heeft bij een rechtsvoorganger van Alektum via een online webshop goederen besteld, maar heeft verzuimd de daarvoor verschuldigde koopsom te betalen.
2.3.
[gedaagde] voert verweer.
2.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet ter bescherming van de consument aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van Boek 6, titel 5, afdeling 2B van het Burgerlijk Wetboek (BW) worden voldaan. Dat aan deze plichten is voldaan, moet gemotiveerd worden gesteld en onderbouwd. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als er geen verweer is gevoerd. [1]
3.2.
Alektum heeft naar het oordeel van de kantonrechter niet voldoende gesteld en onderbouwd dat zij, althans haar rechtsvoorganger, heeft voldaan aan de op haar rustende (pre)contractuele informatieplichten.
Uit de overgelegde facturen (productie 5 bij dagvaarding) blijkt dat de vordering ziet op een bestelling uit februari 2019. Het ligt daarom op de weg van Alektum om door het overleggen van schermafdrukken te onderbouwen dat zij in februari 2019 aan haar informatieverplichtingen voldeed. De kantonrechter constateert dat de als productie 2 overgelegde schermafbeeldingen zien op het bestelproces in 2020. Dit brengt mee dat de kantonrechter niet kan vaststellen dat Alektum althans haar rechtsvoorganger bij onderhavige bestelling van gedaagde aan haar informatieverplichting heeft voldaan. De kantonrechter zal daarom de vordering afwijzen.
3.3.
Alektum is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De kantonrechter begroot de proceskosten van [gedaagde] op nihil.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
wijst de vorderingen van Alektum af,
4.2.
veroordeelt Alektum in de proceskosten, te begroten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.D.M. Hazeu en in het openbaar uitgesproken op 10 september 2025.

Voetnoten

1.Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1677.